9: endocrienstelsel

Question 1

wat zijn hormonen + hun functie:

Answer 1

• boodschappers van ons lichaam
• regeling en communicatie tussen cellen

Question 2

Autocrien

Answer 2

cel scheidt hormoon af en gaat binden op zichzelf

Question 3

Gap-junctions

Answer 3

kanaaltjes in plasmamembraan die verbinding vormen met aangrenzende cel

Question 4

Paracrien

Answer 4

communicatie tussen lokale cellen (op grote afstand)

Question 5

endocrien

Answer 5

communicatie tussen cellen via de bloedbaan

Question 6

Werking glandotrope hormonen (adenohypofyse)

Answer 6

1. TRH [thyreotropine releasing hormoon] wordt geproduceerd in de zenuwvezel en losgelaten in de synaps
   
   2. opgenomen in het 1ste capilair netwerk
   3. naar 2de capilaire netwerk en wordt afgegeven aan de cellen van de adenohypofyse
   4. binding TRH op receptor –> TSH [thyroid stimulerend hormoon] wordt losgelaten

–> dit gaat op dezelfde manier voor volgende hormonen:
• CRH [corticotropine releasing hormoon] –> ACTH [adrenocorticotroop hormoon]
• GnRH [gonadotropine releasing hormoon –> LH [luteinserend hormoon] {ICSH} en FSH [follikelstimulerend hormoon]

Question 7

glandotrope hormonen

Answer 7

hormonen inwerken op organen die op hum beurt hormonen zullen produceren
–> TSH
–> ACTH
–> FSH/LH/ICSH

Question 8

effector hormonen

Answer 8

invloed op organen ZONDER productie van hormonen
–> prolactine (PRL of LTH)
–> groeihormoon op spieren en vetten (GH of STH)
–> melanocytenstimulerend hormoon (MSH)

Question 9

neurohypofyse

Answer 9

–> ADH en oxtocine

Question 10

Hormoonwerking met de schildklier:

Answer 10

• TRH bindt op receptor van adenohypofyse cellen
  • TSH gaat alsvolgt naar de schildklier [met follikels]
  • TSH zit in het bloedvat, gaat eruit en bindt op een receptor van het follikelepitheel van de schildklier
  • productie T3 [triiodothyronine], T4 [thyroxine] en CT [calcitonine] en verzameld in colloid
  • lichaam nood aan T3, T4 en CT –> naar bloedbaan en sturen -FB naar hypothalamus en hypofyse

Question 11

bloedsuikerspiegel in de bijnieren:

Answer 11

1. stimuleren gluconeogenese in de lever
   
   2. afbraak eiwitten in de spieren
   3. remming opname aminozuren in spiercellen [behalve levercellen] –> eiwitsynthese neemt af –> opname aminozuren door lever neemt toe –> synthese plasma-eiwitten
   4. remming opname glucose door weefsels [anti-insuline effect] –> lipogenese geremd: vrijstelling van vetzuren
   5. Verhoging van de lipolyse van GH en adrenaline
   6. histamine blokkade –> remming anti-inflammatoire en anti allergische werking
   7. versterking hartkracht
   8. idem aldosteron

Question 12

Welke cellen produceren de eilandjes van Langerhans?

Answer 12

1. alfa-cellen
   
   2. beta-cellen
   3. gamma-cellen
   4. F-cellen [PP-cellen]

Question 13

Wat produceren de beta-cellen van de eilandjes van langershans?

Answer 13

Insuline:
- polypeptide [51 aminozuren]
- afcheiding insuline gestimuleerd door hyperglychemie
- adrenaline remt insuline-afscheiding
- verhoogt glucose-opname –> permeabiliteit van cel verhogen

Question 14

Wat produceren de alfa-cellen van de eilandjes van Langerhans?

Answer 14

Glucagon:
- polypeptide [29 aminozuren]
- secretie gestimuleerd door hypoglycemie
- verhoging glucosegehalte
- stimulatie secretie insuline van de beta-cellen

Question 15

Wat produceren de gamma-cellen van de eilandjes van Langerhans?

Answer 15

Somatostatine:
- polypeptide [14 aminozuren]
- inhibeert secretie van GH door de hypofyse

Question 16

Wat produceren de F-cellen of PP-cellen van de eilandjes van Langerhans?

Answer 16

Pancreaspolypeptide:
- polypeptide [36 aminozuren]
- afscheiding o.i.v. vasten, spierarbeid en hypoglycemie
- remt exocriene secretie van bicarbonaat en enzymen in de pancreas –> relaxatie galblaas –> verminderde galsecretie