7: Spijsverteringsstelsel Flashcards

1
Q

Geef de 5 soorten cellen in de maagklier

A
  • Muceuze cellen
  • Muceuze halscellen
  • Pariëtale cellen
  • Hoofdcellen
  • Gastrine cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat produceren de muceuze cellen?

A

lysozyme (alleen in het pylorus gebied)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat produceren de muceuze halscellen?

A

koolhydraten rijk secreet (enkel in het halsgedeelte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat produceren de pariëtale cellen?

A
  • HCl
  • Intrinsic Factor (IF) voor resorptie Vit. B12
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat produceren de hoofdcellen/zymogene cellen?

A
  • pepsinogeen
  • lipase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat produceren de gastrine cellen?

A

Gastrine hormoon (enkel in het pylorus gebied)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dunne darm is opgebouwd uit 3 delen, geef zowel de nederlandse als latijnse naam:

A
  1. duodeum/twaalfvingerige darm
  2. jejunum/nuchtere darm
    3.ileum/kronkeldarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 4 cellen komen voor in de crypten van de dunne darm + hun functie:

A
  1. enterocyten –> resorberende cellen
  2. slijmbekercellen –> produceren mucus
  3. cellen van Paneth –> productie lysozyme en fagocytose
  4. entero-endocriene cellen –> S-cellen [secretine] en CCK-cellen [cholecystokinine]
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke klieren vind je in de submucosa van de dunne darm + functie?

A
  • klieren van Brunner:
    –> productie alkalische stoffen [pH neutraliseren]
    –> productie urogastron hormoon [stop productie HCl]
  • klieren van Lieberkuhn:
    –> productie darmsap, enzymes en slijm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is 1 iets dat de dunne darm heeft, maar de dikke darm niet?

A

villi op de mucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ductus choledochus

A

galbuis [ductus hepaticus + ductus cysticus]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ductus hepaticus

A

leverbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ductus cysticus

A

galblaasbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ductus pancreaticus

A

pancreasgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ductus hepatopancreatica

A
  • samenkomen van ductus pancreaticus en ductus choledochus
  • monden uit in de papil van Vater en papilla duodemi major [sfinkter van Oddi]
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de endocriene klier van de pancreas en geef hun functie?

A

eilandjes van Langerhans –> insuline, glucagon,somatostatine,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de exocriene klier van de pancreas en de functie?

A

acinus [mv acini] –> productie spijsverteringsenzymen en afgifte bicarbonaatrijke vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Samenstelling van speeksel:

A
  • mucus
  • water
  • immunoglobulines (IgA)
  • enzymes [lysozyme en amylase]
19
Q

wat gebeurt er parasympatisch met het speeksel?

A
  • waterig speeksel (honger krijgt)
20
Q

wat gebeurt er sympatisch met het speeksel?

A
  • slijmsecretie, dik-vloeibaar en droog (in stress situaties)
21
Q

Samenstelling van het maagsap (3L/24u);

A
  • mucus
  • HCl
  • water
  • pepsine
  • rennine [enzym]!!!!
  • intrinsic factor [geproduceerd door pariëtale cellen]
    –> Vit. B12 bindt op IF voor resorptie vam Vit. B12
22
Q

Geef de 5 functies van HCl:

A
  1. pepsinogeen –> pepsine
  2. eiwitten zwellen
  3. reductie Fe3+ –> Fe2+
  4. doden van bacteriën
  5. stopt werking amylase
23
Q

Wat zal het hormoon gastrine stimuleren in de maag?

A
  • HCl secretie
  • pepsine secretie
  • maagmotiliteit [samentrekken spieren van de maagwand]
24
Q

Productie van gal in de lever (600ml/dag):

A
  • water
  • mucus
  • NaHCO3 (buffer)
  • cholesterol
  • galzouten [zijn sterolen en geven hydrofobe omgeving]
  • fosfolipiden
  • galkleurstoffen [bilirubine en biliverdine]
25
Hoe komt het dat faeces bruin zijn?
bloed wordt afgebroken tot bilirubine en in de lever geconjugeerd. In de darm gebeurt er een oxidatie van urobilinogeen tot stercobiline.
26
Hoe komt het dat urine geel is?
urobilinogeen wordt in de nieren geoxideerd tot urobiline
27
Functie van galzouten:
emulgeren van vetten, maken vetten wateroplosbaar
28
Koolhydraatmetabolisme
• glycogenese (glycogeen aanmaak) veroorzaakt door insuline • glucogenese (suiker aanmaak) veroorzaakt door andere suikers • gluconeogenese (opnieuw vormen van glucose) door aminozuren, glycerol en melkzuur • lipogenese = vet aanmaak [glucose --> triglyceriden] • glycogenolyse (afbraak glycogeen) door adrenaline en glucagon
29
Eiwitmetabolisme
essentiële aminozuren --> niet-essentiele aminozuren: - plasma-eiwitten [albumine, globulinen en fibrinogeen] - enzymes - vetten - glucose - aminozuren
30
Vetmetabolisme (lever)
synthese: - triglyceriden - VLDL [very low density lipoproteins] --> zeer slecht - gluconeogenese - cholesterol (via voeding)
31
Detoxificatie en inactivatie
- onwerkwaam maken - geschikt maken voor uitscheiding (meer hydrofiel) --> omzetting aminozuur naar ureum door lever
32
depotfunctie (lever)
opslag van: - glycogeen - aminozuren - vitaminen - Fe+ apoferritine => ferritine
33
Samenstelling pancreassap:
- water - mucus - NaHCO3 (buffer) - enzymen: --> suiker afbreken: alpha-amylase en maltase --> eiwitten afbreken: trypsinogeen, chymotrypsinogeen, pro-elastase en procarboxypeptidase --> vetten afbreken: pancreaslipase en profosfolipase A2 --> DNA en RNA afbreken: ribonuclease en deoxyribonuclease
34
Welk enzym maakt trypsinogeen actief?
enteropeptidase van de dunne darm --> • enteropeptidase knipt -geen weg --> trypsine
35
welk enzym maakt pro-elastase en chymotrypsinogeen actief?
- Trypsine --> • trypsine zet chymotrypsinogeen en pro-elastase om in chymotrypsine en elastase
36
Welk enzym zet tri- en dipeptiden om in aminozuren?
- dipeptidase van de dunne darm
37
Samenstelling van het darmsap (2-3 L/dag):
- water - mucus - enzymes: --> eiwitten afbreken: enteropeptidase, aminopeptidase en dipeptidase --> suikers afbreken: maltase en sucrase --> nucleïnezuren afbreken: trehalase en nuclease
38
Gastrine fase: voedsel in de maag
• voedsel in de maag • Nervus vagus N.X (parasympatisch) laat GRP (gastrin releasing peptide) vrij en deze bindt aan de G-cellen in de maag • G-cellen laten Gastrine hormoon los • Gastrine in de bloedbaan en hogerop inwerken op de pariëtale cellen van de maag --> productie HCl
39
Intestinale fase: voedsel gaat naar duodenum --> S-cellen in het duodenum
• S-cellen produceren secretine hormoon werkt in op: 1. Stop van HCl productie 2. exocriene klier pancreas => productie H2O en NaHCO3 en gaan via ductus pancreaticus naar duodenum 3. lever voor aanmaak van gal --> naar galblaas (gal minder waterig maken)
40
Intestinale fase: I-cellen van de dunne darm
• I-cellen produceren CCK-PZ (cholecystokinine pancreozymine hormoon) 1. stop van HCl productie in de maag 2. pancreasenzymes worden losgelaten en komen in het duodenum 3. galblas contraheert --> inhoud komt vrij in het duodenum
41
intestinale fase: K-cellen en A-cellen
• K-cellen produceren GIP hormoon [Gastric Inhibitory Peptide] 1. stopt HCl productie 2. werken in op B-cellen (endocriene cellen van de pancreas) --> opdrijving insuline hormoon in de bloedbaan • A-cellen werken in op: 1. A-cellen van de eilandjes van Langerhans van de pancreas 2. produceren glucagon hormoon en in de bloedbaan laten toenemen
42
VIP [vaso-actief intestinaal polypeptide]:
--> aanwezig in neuronen van gastrointestinale tractus werking: - stimuleert secretie electrolyten en H2O - relaxatie gladde spieren van darm en sfinkters - dilatatie perifere bloedvaten - remt maagsecretie
43
Motiline, serotonine en substance P:
--> geproduceerd door entero-endocriene cellen in dunne darm werking: - versterken motiliteit
44
Guanyline:
--> (vermoedelijk) afgescheiden door cellen van paneth werking: - Cl- secretie in darmlumen toenemen