9. compartimentmodellen en farmacokinetische kengetallen Flashcards

1
Q

kinetisch model

A

aantal mathematische vergelijkingen waarin resorptie, verdeling en eliminatie door een aantal constanten worden weergeven

worden vastgesteld in bloed- of plasmaconcentratie - tijd curven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klinische farmacokinetiek

A

concentratiemetingen meestal in plasma

berekeningen vereenvoudigen met behulp van modellen:
concentratie - tijdsverloop uitdrukken in bruikbare
mathematische formules

    vergelijking van kinetiek van verschillende
    geneesmiddelen is eenvoudiger

    extrapolatie naar andere toestanden of gebieden  
    van het lichaam waar concentratiebepalingen 
    moeilijker zijn

    vereenvoudiging van de correlatie tussen de 
    concentratie van het geneesmiddel en de      
    farmacologische activiteit ervan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kengetallen

A

kwantificeren de farmaokinetische overeenkomsten en verschillen tussen afzonderlijke GM’s en tussen verschillende individuen

belangrijkste
=> snelheidsconstanten voor resorptie
verdeling
eliminatie
biologische beschikbaarheid
fictief volume

kunnen afwijken van gemiddelde waarden
=> pathologische toestanden 
     verschillen in geslacht
                             leeftijd
                             ...
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

open, lineair, 1-compartiment model

A

open
=> alles wat erin gaat, komt er terug uit
eliminatie is irreversibel

lineair
=> klaring van het compartiment gebeurt volgens een
1ste orde kinetiek
alles wat aangeboden wordt, is recht evenredig met
alles wat geresorbeerd, verdeeld en geëxcreteerd
wordt

1-compariment
=> alles komt in 1 vat terecht
wordt meteen na toediening homogeen verdeeld

geen goed model voor het menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

open, 2-compartimenten model

A

open
=> alles wat erin gaat, komt er terug uit
eliminatie is irreversibel

2-compartimenten
=> komt eerst in een centraal vat terecht en wordt erna verdeeld naar het perifeer vat

centraal vat -> GM verdeeld zich snel en homogeen
=> plasma
extracellullair volume van goed geperfuseerde
weefsels en organen

perifeer vat -> GM verdeeld zich trager
=> minder geperfuseerde organen en structuren

compartimenten komen zelden of nooit overeen met fysiologische of anatomische entiteiten
=> structuren die tot een bepaald compartiment behoren veranderen naargelang de fysico-chemische eigenschappen van de stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fictief verdelingsvolume (kinetische kengetallen)

A

verhouding tussen hoeveelheid GM op bepaald tijdstip in lichaam (Ab) en de concentratie op dat tijdstip in het plasma wordt gemeten (C)
=> Vf= Ab / C

niet noodzakelijk identificeerbaar met fysiologisch volume, eerder fictief volume dat nodig is om zelfde concentratie in het lichaam te hebben als gemeten werd in het bloed/plasma
=> als fictief verdelingsvolume > plasmavolume
-> GM is opgeslagen in de weefsels, zit niet in plasma

verdelingsvolume is afhankelijk 
=> pKa
     graad binding aan plasmaproteïnen
     vetverdelingscoëfficiënt
     binding aan andere weefsels
verdelingsvolume kan ook variëren 
=> leeftijd
     geslacht
     ziekten 
     lichaamsbouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

klaring (kinetische kengetallen)

A

het vermogen van een orgaan om een farmacon te elimineren, verhouding tussen eliminatiesnelheid (dAb/dt) van een stof en de plasmaconcentratie
=> Cl = (dAb / dt) / C

Cl sys = Cl renaal + Cl hepatisch + Cl andere

Afhankelijk van: de totale bloedflow naar de
eliminerende organen.
de mate van binding van de stof aan
plasma-eiwitten.
de intrinsieke capaciteit van de
eliminerende organen om de stof uit te
scheiden of door biotransformatie om te
zetten
snelheid van eliminatie bepaald door
=> distributievolume
totale plasmaklaring

steady-state
=> wordt bereikt op het ogenblik dat de eliminatiesnelheid gelijk is aan de geneesmiddeltoediening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

biologische beschikbaarheid (kinetische kengetallen)

A

concentratie van het GM in het plasma

snelheid (kr) waarmee en de mate (F) waarin het
geneesmiddel de systeemcirculatie en/of de plaats van werking bereikt

kr = resorptiesnelheidsconstante
F = kwantitatief aspect, tussen 0 en 1

absolute BB
=> toegediend GM in systeemcirculatie zondr firstpass
effect
bv: IV = 100% BB, oraal ligt lager

relatieve BB
=> relatieve hoeveelheid GM dat systeemcirculatie bereikt
en de relatieve snelheid waarmee dit gebeurt bij zelfde
GM in 2 verschillenden toedieningsvormen,
maar niet IV

MEC = minimale effectieve bloedconcentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bio-equivalentie (kinetische kengetallen)

A

snelheid en mate van biologische beschikbaarheid van de actieve bestanddelen van beide producten slechts in geringe mate onderling afwijkt onder gelijke experimentele condities

hulpstoffen kunnen effect veranderen, dus andere biologische beschikbaarheid hebben.
maten en snelheid moet vergelijkbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

farmaceutisch identiek (kinetische kengetallen)

A

dezelfde actieve bestanddelen, zelfde sterkte of concentratie, een identieke toedieningsvorm en toedieningsweg

2 tabletten met zelfde GM en zelfde dosis
=> zelfde effect?
NIET NOODZAKELIJK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly