9; Bloed

Question 1

acute lymfatische leukemie (ALL)

Answer 1

acutvorm leukemie, vooral lymfocyten

Question 2

acute myeloïde leukemie (AML)

Answer 2

acute vorm leukemie, vooral granulocyten

Question 3

anemie

Answer 3

bloedarmoede

Question 4

anoxie

Answer 4

zuurstofgebrek

Question 5

aplastische anemie

Answer 5

bloedarmoede tgv onvoldoende aanmaak rode bloedcel

Question 6

chronische lymfatische leukemie (CLL)

Answer 6

chronische vorm leukemie, vooral lymfocytenn

Question 7

chronische myeloïde leukemie (CML)

Answer 7

chronische vorm leukemie, vooral granulocyten

Question 8

dyspnoe d’effort

Answer 8

kortademigheid bij inspanning

Question 9

fibrinogeen

Answer 9

stollingseiwit in bloedplasma

Question 10

gravida

Answer 10

zwangere vrvouw

Question 11

hemofilie

Answer 11

bloederziekte

Question 12

hemolyse

Answer 12

afbraak erytrocyt (rode bloedcel)

Question 13

hemolystische anemie

Answer 13

bloedarmoede nav voortijdig afbraak rode bloedcellen

Question 14

hyper-chrome anemie

Answer 14

bloedarmoeder met een lager aantal rode bloedcel die te hoog HB hebben

Question 15

hypo-chrome anemie

Answer 15

bloedarmoeder met een normaal aantal rode bloedcel die te laag HB hebben

Question 16

leukemie

Answer 16

kwaadaardige woekering witte bloedcel in bloedvormende organen

Question 17

leukopenie

Answer 17

vermindern leukocyt (witte bloedcellen)

Question 18

malabsoptie

Answer 18

verstoring van vervoer, vertering, opname voedingsstoffen

Question 19

pernicieuze anemie

Answer 19

bloedarmoede door tekort vit. B12

Question 20

trombocytopenie

Answer 20

vermindering trombocyt (bloedplaatjes)

Question 21

ziekte van Hodgkin

Answer 21

kwaadaardige woekeringen lymfatisch weefsel

Question 22

ziekte van Kahler

Answer 22

woekering van kwaadardige plasmacellen

Question 23

Coronair arterie

Answer 23

Kransslagader