8: Antisemitisme en judeocide Flashcards
1
Q
Hoe worden Joden en niet-Joden misleid? (5)
A
- oprichting van Jodenraden
- registratie stigmatisatie
- isolatie van de Joden in getto’s
- belofte tot werkverschaffing in het oosten
- razzia’s en deportaties via doorgangskampen naar de uitroeiingskampen
2
Q
Welk onderscheid werd er gemaakt in de uitroeiingskampen? (2)
A
- Bejaarden, kinderen en zwangere vrouwen werden metteen vergast
- Productieven moesten zich als arbeidsslaven in de oorlogsindustrie dood zwoegen
3
Q
Geef een voorbeeld van een verzetsdaad
A
opstand van het getto van Warschau
4
Q
Welke waren de reacties op de Jodenvervolging? (4)
A
- Soms meewerking: in Nederland kwam 60% van de Joden om
- Soms tegenwerking: Amsterdamse Februaristaking
- de geallieerden zagen het winnen van de oorlog als prioritaire opdracht
- de kerken als instituut kwam dubbelzinnige reacties
5
Q
Hoe evolueerde de houding van de internationale gemeenschap ten opzichte van de volkerenmoord? (4)
A
- Op het proces van Neurenberg was het lot van de Joden geen hoofdthema
- de staat Israel werd gesticht
- Bij totstandkoming van de naoorlogse mensenrechtenverdragen speelde de genocide op de Joden samen met andere wandaden van de nazi’s een grote symbolische rol
- Nadien werd deze volkerenmoord ook ingeroepen bij de oprichting van internationale gerechtshoven die grootschalige schendingen van de mensenrechten juridisch beteugelen
6
Q
Wat is negationisme?
A
de ontkenning, minimalisering of goedkeuring van de genocide op de Joden