2: Van Rusland tot Sovjet-Unie Flashcards

1
Q

Hoe zou je de situatie in het 19de-eeuwse Rusland kunnen omschrijven? (3)

A
  1. landbouwstaat
  2. arme boeren zijn overgeleverd aan de willekeur van de plaatselijke machthebbers
  3. op het einde van de eeuw begint de industrialisatie en parallel daarmee ontstaat een fabrieks(proletariaat) = niets bezittende loonarbeiders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt de nieuwe regeringsvorm?

A

republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de nieuwe politiek? (2)

A
  1. doorvoeren van een aantal liberale vrijheden (bv. vrijheid van meningsuiting)
  2. de oorlog tegen Duitsland verder zetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie profiteert van de nieuwe situatie?

A

burgerij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie is er ontevreden?

A

Communisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de eisen? (2)

A
  1. oorlog beeïndigen
  2. een klasseloze maatschappij waarbij de productiemiddelen (=fabrieken, grondstoffen, machines, geld) gemeenschapsbezit zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer grijpen zij de macht?

A

oktober 1917

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onder leiding van wie?

A

Lenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke zijn de eerste maatregelen? (4)

A
  1. Industrie en banken worden genationaliseerd
  2. boeren verdelen grond onder elkaar
  3. van Rusland een communistisch land maken
  4. Het verdrag van Brest-Litovsk maakt een eind aan de oorlog met Duistland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is de situatie van de communisten in het begin? (3)

A
  1. Ze hebben de meerderheid van de bevolking niet achter zich
  2. Hun macht is beperkt tot enkele gebieden
  3. ze vervolgden politieke tegenstanders en andersdenkenden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Omschrijf het politiek systeem van de SU

A

Een politiek systeem dat gebaseerd is op een sterke dicatoriale communistische partij die alle staatsmacht bezit en die het economisch leven plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke nieuwe naam krijgt het land?

A

USSR = Unie van de Socialistische Sovjetrepublieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke toegeving moet Lenin doen om de zaak onder controle te houden?

A

in kleinere economische sectoren laat hij tijdelijk privéondernemingen toe = Nieuwe Economische politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tussen wie gaat de machtsstrijd na Lenins dood?

A

Trotski en Stalin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie wint er?

A

Stalin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat waren de 3 pijlers van dit regime?

A
  1. de Russisch-Orthodoxe Kerk
  2. Het leger, de geheime politie
  3. de administratie
17
Q

Wat waren de twee vleugels in de partij?

A

mensjewieken en bolsjewieken

18
Q

Wat was die visie van de mensjewieken op de partij? (+ namen)

A

de minderheid die ook een minderheidprogramma wou verwezelijken: Plechanow, Martow, Axelrod, aanvankelijk ook Trotsky

19
Q

Wat was de visie van de bolsjewieken op de partij? (+ namen)

A

de meerderheid die het Marxisme integraal wou verwezelijken: Lenin, Stalin, Kamenew, later Trostki

20
Q

Wat was de visie van de mensjewieken over het revolutieconcept?

A

De burgerij moet de leiding nemen; de arbeiders zijn nog te zwak.
Het kapitalisme moet eerst tot rijping komen, dan pas is een socialistische revolutie mogelijk.
Een massapartij en -organisatie is noodzakelijk.

21
Q

Wat was de visie van de bolsjewieken over het revolutieconcept?

A

Onder leiding van de arbeiders en boeren.
De fase van het kapitalisme overslaan.
De arbeidersbeweging moet geleid worden door een partij met een beperkt aantal volledig inzittende leden. (een elite)

22
Q

(Zie poster p. 18) Lenin veegt welke boze geesten van de aardbol? (3)

A
  1. tsaar
  2. geestelijkheid
  3. burgerij
23
Q

Waarom tekent de maker een aardbol?

A

omdat Lenin een wereldrevolutie wou