5: Het Italiaanse fascisme Flashcards

1
Q

Wat waren de algemene reden voor ontevredenheid in Italië? (2)

A
  1. verbittering om de geringe gebiedsuitbreiding
  2. nationale trots gekwetst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de economische reden voor ontevredenheid in Italië?

A

desorganisatie van de Italiaanse industrie leidde daarnaast tot een economische crisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was de politieke reden voor ontevredenheid in Italië?

A

politieke instabiliteit zorgt voor een afkeer van de democratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom was er een afkeer voor de democratie? (2)

A
  1. democratie bracht de eendracht van het land in gevaar
  2. democratie trad niet krachtig genoeg op tegen socialisme & communisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op wie richtten zich de antidemocraten?

A

wie de ‘orde’ wilde verdedigen (=ontevreden)
1. oud-soldaten
2. studenten
3. boeren
4. industriëlen
5. werklozen
6. grootgrondbezitters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstond de partij van Mussolini?

A

gegroeid uit een paramilitaire organisatie van geuniformeerde knokploegen, die sociale tucht en nationale grootheid nastreefden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat stond er centraal in de fascistische partij? (3)

A
  1. afkeer voor Marxisme
  2. democratie ten val
  3. hypernationalisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vanwaar kwam de financiële steun en waarom steunden zij het fascisme?

A

grootkapitaal gebruikte fascisme als bolwerk tegen het ‘rode gevaar’ (=communisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom was de ‘Mars op Rome’ zo belangrijk?

A

Mussolini kreeg opdracht om een regering te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vertegenwoordigde de mars de wil van de Italiaanse bevolking?

A

Nee, enkel theatraliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hield het dictatoriale regime van Mussolini algemeen in?

A

Enkel de fascistische partij was nog toegelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat hield het dictatoriale regime van Mussolini politiek in? (2)

A
  • Alle macht was in handen van Mussolini
  • Partij en staat vallen samen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat hield het dictatoriale regime van Mussolini sociaal-economisch in? (3)

A
  • alles onder staatscontrole
  • stakingen waren verboden
  • syndicaten werden vervangen door corporaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat hield het dictatoriale regime van Mussolini intellectueel/cultureel in? (2)

A
  1. onderwijs en jeugdbeweging werden gemonopoliseerd door het fascisme
  2. propaganda beheerste radie, film en pers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe maakt Mussolini zich populair (4)

A
  1. bestrijding van de amffia
  2. invoering van de sociale zekerheid
  3. betaalde vakantie
  4. grote openbare werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Omschrijf de vervolgingen van Mussolini

A

Ze waren niet gebaseerd op ras maar ze waren gericht op andersdenkenden