7.5 De Iulio Caesare et piratis Flashcards

1
Q

Caesar, dum durīssimīs hībernīs mēnsibus Rhodum nāvigat, subitō circum Pharmacūsam īnsulam ā pīrātīs captus est.

A

Terwijl Caesar tijdens de wintermaanden naar Rhodos voer, werd hij plots in de buurt van het eiland Pharmacusa door piraten gevangen genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Caesar autem cōnspectū pīrātārum saevōrum territus nōn est.

A

Maar Caesar werd door het zicht van de woeste piraten niet bang gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Immō, ubi pīrātae vigintī talenta pretium ab eō poposcērunt,
eōs irrīsit: ‘Nōnne scītis quem cēperitis?’

A

Sterker nog, wanneer de piraten twintig talenten losgeld van hem eisten,lachte hij hen uit: ‘Weten jullie niet wie jullie gevangen genomen hebben?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Deinde ipse eīs prōmīsit sē quīnquāgintā talenta solūtūrum esse.

A

Daarna beloofde hij hun zelf dat hij vijftig talenten zou betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Quādrāgintā ferē diēs Caesar apud pīrātās manēbat cum ūnō medicō et lībertīs duōbus.

A

Ongeveer veertig dagen lang verbleef Caesar bij de piraten samen met één arts en twee vrijgelatenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nam comitēs servōsque cēterōs statim dīmīserat ut pecuniās expedīrent.

A

Want zijn kameraden en de overige slaven had hij dadelijk de opdracht weggestuurd om het losgeld te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Per tōtum vērō tempus illud fīdenter sē gessit et pīrātārum nōn captīvus sed dominus vidēbātur.

A

Maar gedurende heel die tijd gedroeg hij zich vol zelfvertrouwen en scheen hij niet de gevangene, maar de meester van de piraten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nam cum dormīre cupiēbat, eōs silēre iubēbat.

A

Want wanneer hij graag wilde slapen, beval hij hen te zwijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Et ubi carmina poetārum clārōrum aut sua carmina recitābat, pīrātīs ipsīs audītōribus ūtēbātur.

A

En wanneer hij gedichten van beroemde dichters of zijn eigen gedichten voordroeg, gebruikte hij de piraten zelf als toehoorders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Et sī pīrātae aliquandō versūs eius nōn mirābantur, apertē eōs incultōs ac barbarōs increpābat.

A

En als de piraten af en toe zijn verzen niet bewonderden, schold hij hen openlijk voor lomp en onbeschaafd uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cōmiter deinde eīs pollicēbātur aliquandō sē eōs omnēs crucibus affīxūrum esse.

A

Vriendelijk beloofde hij hen daarna dat hij hen ooit allemaal aan het kruis zou slaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Quod illī maximō risū accipiēbant, nam Caesarī nōn credēbant.

A

Dat hoorden ze met zeer luid gelach aan, want ze geloofden Caesar niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Postquam rediērunt comitēs pretiumque solvērunt, līberātus statim Milētum nāvigāvit.

A

Na dat zijn kameraden terug gekomen waren en het losgeld betaald hadden, voer hij dadelijk nadat hij vrijgelaten was, naar Milete.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ibi classem composuit mīlitibusque complēvit et nāvēs solvit.

A

Daar stelde hij een vloot samen en bemande ze met soldaten en hij lichtte het anker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dum pīrātārum nāvēs circum eandem īnsulam Pharmacūsam in ancorīs etiam stant, eōs dēprehendit.

A

Terwijl de schepen van de piraten in de buurt van datzelfde eiland Pharmacusa nog voor anker lagen, verraste hij hen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pīrātās statim aggressus plērīsque nāvibus magnōque pīrātārum numerō potītus est.

A

Nadat hij de piraten onmiddellijk aangevallen had, nam hij de meeste schepen in beslag en nam een groot aantal piraten gevangen.

17
Q

Victōriā superbus Pergamum nāvigāvit.

A

Trots door de overwinning,voer hij naar Pergamum.

18
Q

Ibi pīrātās in carcerem mīsit et paucīs diēbus post facta dictīs coniūnxit: nēminī pīrātārum pepercit,
omnēs crucibus affīxit, ut saepe eīs pollicitus erat.

A

Daar zond hij de piraten naar de gevangenis en enkele dagen later voegde hij de daad bij het woord: hij spaarde niemand van de piraten, hij sloeg ze allemaal aan het kruis,zoals hij hun vaak beloofd had.

19
Q

Ita Caesar pīrātīs celeriōrem, audāciōrem et callidiōrem sē praebuit.

A

Zo toonde Caesar zich sneller, moediger en sluwer dan de piraten.