7.1 Voedingsstoffen Flashcards

1
Q

Welke 6 voedingsstoffen zijn er

A

Koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen, vitaminen en water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Koolhydraten zitten in de vorm van ribose in DNA en RNA. Welke drie groepen zijn er?

A

Monosachariden
Disachariden
Polysachariden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Monosachariden (C6H12O6)
Diffunderen via porien in de celmembraan de cel in.
Welke 3 typen hebben C6 ring?

A

Glucose (druivensuiker)
Fructose (vruchtensuiker
Galactose

Alleen ribose heeft een C5-ring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Disachariden (C12H22O11) worden gesplits in monosachariden. Wat zijn de 3 meest voorkomende?

A

Maltose (glucose + glucose)
Lactose = melksuiker (glucose + galactose)
Sacharose (glucose + fructose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Polysachariden (C6H12O5)n

N geeft aantal monosachariden. Wat zijn de bekendste polysachariden?

A

Zetmeel (plantaardig)
Glycogeen (dierlijk)
Cellulose (plantaardig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar wordt glycogeen gevormt en waarvoor dient het?

A

In de lever en skeletspieren.

Dient voor glucoseopslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke polysachariden worden omgezet in glucose?

A

Glycogeen en Zetmeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet de polysacharide cellulose?

A

Cellulose stimuleert de darmperistaltiek en de afscheiding van darmsappen.
Zit als vezels in voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe worden koolhydraten afgebroken?

A
Mechanisch = kauwen
Chemisch = enzymen veranderen molecuulstructuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit welke monosachariden bestaat maltose?

A

Glucose + Glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke monosachariden bestaat lactose (melksuiker)

A

Glucose en Galactose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit welke monosachariden bestaat sacharose?

A

Glucose + Fructose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke enzymen breken koolhydraten af?

A

Amylase
Maltase
Lactase
Sacharase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet het enzym amylase?

A

Knipt zetmeelketen in disachariden –> Maltose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doet het enzym maltase?

A

Splitst maltosemoleculen in 2 glucosemoleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet het enzym lactase?

A

Splitst lactose in glucose en galactose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat doet het enzym sacharase?

A

Splitst sacharose in glucose en fructose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar zijn lipiden (vetten , vetachtige stoffen) voor nodig?

A

Energiereserve (vetweefsel)
Bouwstof (in bv celmembraan)
Oplosmiddel (vitaminen)
Electrische isolatie rond zenuwuitlopers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke 3 groepen lipiden zijn er?

A
1 Triglyceridemolecuul (verzadigde en onverzadigde verzuren)
2 Fosfolipiden 
3 Steroiden (bv cholesterol) maar ook sommige hormonen zoals oestrogeen en testosteron bestaan uit steroiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetzuren?

A

Verzadigde vetzuren = 1 binding, max H-atomen = vaak gestold

Onverzadigde vetzuren = dubbele binding = vloeibaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het verschil tussen enkelvoudige en meervoudige onverzadigde vetzuren?

A

Enkelvoudige onverzadigde vetzuren: op 1 plaats dubbele binding
Meervoudig onverzadigde vetzuren: op meerdere plaatsen dubbele binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Fosfolipiden bestaat uit glycerol met zowel vetzuur (hydrofoob) als fosfaatmolecuul (hydrofiel). Waar zitten fosfolipiden?

A

Celmembranen hebben een dubbele laag fosfolipiden en de cel keert zich met de fosfaatmolecuul kant naar water toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe worden lipiden afgebroken?

A

Door het enzym LIPASE. Splitst cellen in glycerol + vetzuren.
Kleine vetzuren via darmwand rechtstreeks in bloedcappilairen
Grote vetzuren via lymfevatenstelsel in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Noem de functies van eiwitten (proteinen)?

A
Bouwstof (structuureiwitten)
Enzymen
Transport
Signaalwerking (receptoreiwit)
Spierwerking (actine en myosine)
Afweer
Hormonale werking
Bloedstolling
Werking zenuwstelsel
Energiebron in noodgevallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is een eiwit
Een keten van aminozuren
26
Hoeveel aminozuren bestaan er?
20
27
Wat is een peptide-binding
De koppeling tussen aminozuren
28
Wat is een dipeptide?
2 aan elkaar gekoppelde aminozuren
29
Wat is een polypeptide?
Aan elkaar gekoppelde aminozuren: < 1000 = kleine polypeptide > 1000 = grote polypeptide
30
Hoe maakt het lichaam eiwitten?
Door aminozuren.
31
Wat zijn essentiele aminozuren?
De 8 aminozuren die ons lichaam niet zelf kan maken
32
Wat zijn niet-essentiele aminozuren?
De 12 aminozuren die ons lichaam zelf kan maken
33
Waar bestaan antistoffen uit?
Eiwitten
34
Noem 2 soorten transporteiwitten?
Transporteiwitten in de celmembraan | Plasmaeiwitten in het bloed
35
Welke rol spelen eiwitten in de samentrekking van spieren?
Eiwitten actine en myosine schuiven in elkaar --> spier trekken samen
36
Welk enzym breekt eiwitten af?
Proteasen: verbreken de peptideverbinding.
37
Noem 3 soorten proteasen (enzym dat eiwitten afbreekt)
Dipeptidase Pepsine Trypsine
38
Wat gebeurt er met de aminozuren die overblijven als proteasen eiwitten hebben afgebroken?
Aminozuren worden door de darmwand opgenomen in de bloedbaan
39
Wat is de functie van koolhydraten?
Brandstof | Bouwstof in mindere mate
40
Wat is de functie van lipiden?
Bouwstoffen en brandstoffen, isolatie, oplosmiddel voor bepaalde vitaminen
41
Wat is de functie van proteinen (eiwitten)?
Bouwstoffen Hulpstoffen In noodgevallen: brandstoffen
42
Wat is de functie van mineralen?
Bouwstoffen | Hulpstoffen
43
Wat is de functie van vitaminen?
Hulpstoffen
44
Wat is de functie van water?
``` Oplosmiddel Transportmedium Warmtebuffer Steunstof Vulmiddel ```
45
Koolhydraten worden door enzymen afgebroken in?
Disachariden --> monosachariden: glucose, fructose, galactose
46
Lipiden worden door enzymen afgebroken tot?
Lipiden --> vetzuren en glycerol
47
Proteinen worden door enzymen afgebroken tot?
Proteinen --> polipeptiden --> aminozuren
48
Wat zijn mineralen?
Zouten | Spoorelementen
49
Waar zijn zouten voor verantwoordelijk?
kristalloid-osmotische waarde van bloed en weefselvocht
50
Wat zijn electrolyten?
Zouten die opgelost zijn in het bloed. Houden de pH constant!
51
Noem enkele zouten?
``` Kalium Natrium Chloride Fosfor Calcium Magnesium ```
52
Noem enkele spoorelementen?
``` IJzer Koper Aluminium Zink Chroom Mangaan Fluor Jodium ```
53
Waar zitten spoorelementen in?
Zitten ingebouwd in: Hormonen Vitaminen Enzymen
54
Waar zit spoorelement ijzer in?
In het hemoglobine in de rode bloedcellen
55
Welke vitaminen kan ons lichaam maken?
Vitaminen D en K
56
Wat zijn vitaminen?
Organische verbindingen die nodig zijn voor enzymsystemen in de celstofwisseling
57
Welke vitaminen zijn oplosbaar in vet?
Vitaminen A, D, E en K | Gaan niet via darm maar via vetdeeltje in het bloed.
58
Welke vitaminen zijn oplosbaar in water?
Vitaminen B en C en kunnen opgenomen worden in het bloed
59
We verliezen 2 tot 2,8l water per dag. Hoe?
``` Zweten Poepen Plassen Verdampen via de huid Ademen ```
60
Wat is de functie van water in ons lichaam?
Bouwstof Oplosmiddel (vit B en C) Transportmedium Warmtebuffer
61
Hoe houden we onze vochtbalans / homeostase op peil?
Drinken Vocht uit vast voedsel Oxidatiewater (uit verbrandingsprocessen)