7. De voegwoorden Flashcards
1
Q
priusquam
A
ondersch. voegw.
voordat
2
Q
quoniam
A
ondersch. voegw.
aangezien
3
Q
quin
A
ondersch. voegw.
dat; dat niet
4
Q
quasi
A
ondersch. voegw.
alsof
5
Q
aut
A
nevensch. voegw.
of
6
Q
at
A
nevensch. voegw.
maar
7
Q
vero
A
nevensch. voegw.
inderdaad; maar
8
Q
si
A
ondersch. voegw.
als
9
Q
autem
A
nevensch. voegw.
maar; echter
10
Q
verum
A
nevensch. voegw.
maar
11
Q
sed
A
nevensch. voegw.
maar
12
Q
postquam
A
ondersch. voegw.
nadat
13
Q
nec of neque
A
nevensch. voegw.
en niet; ook niet
14
Q
quod
A
ondersch. voegw.
omdat
15
Q
dum
A
ondersch. voegw.
terwijl; zolang als; totdat