6B FN Flashcards

1
Q

Les organisations humanitaires défendent les droits de l’homme dans le monde entier.

A

Humanitaire organisaties komen op voor de mensenrechten over de hele wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Il faut lutter contre la pauvreté et la faim.

A

We moeten strijden tegen armoede en honger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

À mon avis il est nécessaire de venir en aide aux pauvres.

A

Ik vind het noodzakelijk arme mensen te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je trouve qu’<> est une bonne organisation, parce qu’elle veut réduire le nombre d’armes dans le monde.

A

Ik vind Amnesty International een goede organisatie, omdat zij het aantal wapens in de wereld wil verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Il est important d’aider les ONG.

A

Het is belangrijk om niet- gouvernementele (VN) organisaties te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

L’objectif essentiel de <> est l’aide à l’enfance.

A

Terre des Hommes heeft als belangrijkste doel de hulp aan het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

<> met en oeuvre/place des programmes d’aide.

A

Terre des Hommes zet hulpprogramma’s op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Il faut soutenir <>, parce qu’elle offre une protection aux enfants vulnérables.

A

We moeten het Rode Kruis steunen, omdat zij bescherming biedt aan kwetsbare kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Faites un don à <>, parce qu’elle défend les droits des prisonniers politiques.

A

Geef aan Amnesty International, want zij komt op voor de rechten van politieke gevangenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cette organisation se bat pour l’éducation des orphelins.

A

Deze organisatie zet zich in voor het onderwijs aan weeskinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je me bats pour la protection de la nature.

A

Ik zet me in voor de bescherming van de natuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je participe à une action pour collecter de l’argent pour les orphelins en Afrique.

A

Ik doe mee aan een actie om geld in te zamelen voor weeskinderen in Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nous devons signer une pétition contre le travail des enfants.

A

Wij moeten een petitie ondertekenen tegen kinderarbeid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aidons <> en collectant de l’argent.

A

Laten we het Rode Kruis steunen door geld in te zamelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

C’est bien de donner de l’argent pour une bonne cause.

A

Het is goed geld te geven aan een goed doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly