6: oorlog en vrede Flashcards
Algemene oorlog
Strijdkrachten van 2 of meer nationale regeringen komen rechtstreeks met elkaar in conflict. Het gaat hier om de grootmachten van het moment.
Hegemonische oorlog
Leidt tot nieuwe machtsverdeling.
Totale oorlog
Heeft twee kenmerken: er is complete mobilisatie van alle menselijke en economische middelen en er zijn doelbewuste burgerslachtoffers om de tegenstander te vernietigen of ontmoedigen.
extra-statelijke oorlogen
Strijdkrachten van een nationale regering komen in conflict met een niet-statelijke entiteit op buitenlands grondgebied.
assymetrisch conflict
Beide strijdende partijen beschikken niet over dezelfde machtsmiddelen.
intra-statelijke oorlogen
Gewapende strijd tussen verschillende groeperingen, vaak met inbegrip van de nationale regering, binnen een land.
burgeroorlog
Een gewapende oppositiegroep wilt de macht van de regering overnemen.
problem of private information
Je bent nooit zeker van de ware intenties en ‘capabilities’ van de andere partij.
Commitment problem
elk akkoord dat je sluit kan zomaar geschonden worden
Pax Romana
Een periode van tweehonderd jaar waarin er een relatieve vrede over het Romeinse Rijk heerste. Voorbeeld van hegemonische stabiliteit.
Balancing
als een machtsonevenwicht dreigt te ontstaan kan je allianties gaan aanknopen (= external balancing) en bewapening (internal balancing), om zo het macht terug in balans te brengen.
Vuistregels van VN vredeshandhaving
- Beide partijen moeten instemmen
- Onpartijdigheid
- Geen geweld gebruiken, enkel uit zelfverdediging