5.3 Roosevelt en de New Deal Flashcards

1
Q

Wat was Herbert Hoover?

A

Een republikein.

  • Hij werd vlak voor de crisis president
  • Veel mensen zijn dakloos, geen werkeloosheidsuitkering.
  • Ontstaan sloppenwijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was Hoover zijn beleid?

A

Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid - hoe minder, hoe beter.

  • De Great Depression is de schuld van de wereldeconomie
  • De Amerikaanse overheid kan daar niks aan doen
  • De economie is een ziek kind en moet op eigen kracht weer herstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie was Franklin Delano Roosevelt?

A

Een democraat.

- Tijd voor verandering, New Deal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voorn campagne voerde hij uit?

A
  • Huidige beleid werkt niet
  • Hulp bieden aan degene die het nu nodig hebben
  • Herstel de economie door ingrijpen van de overheid (sociale wetten, subsidies en werkverschaffingsprojecten)
  • Hervorm het huidige beleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is massamedia?

A

Communicatiemiddelen die een groot publiek kunnen bereiken (kranten, radio, bioscopen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van verspreiden van informatie?

A
  • Vermaak en entertainment: geld verdienen

- Politiek: beïnvloeden bevolking (propaganda)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie had er uiteindelijk gewonnen?

A

Roosevelt (22,8 miljoen stemmen en 42 van de 48 staten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat deed Roosevelt?

A

Hij liet de overheid ingrijpen in de economie met subsidies, sociale wetten en werkverschaffingsprojecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe verliepen de eerste 100 dagen van zijn presidentschap?

A
  • Werkeloosheidsuitkeringen

- Hypotheekgaranties, banken gered

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was zijn doel?

A

Amerikanen steunen (relief), economie herstellen (recovery) en hervormingen vanuit de overheid (reform).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat deed de New Deal met de controle van de bankwereld?

A
  • Banken sluiten en controleren

- Pas open als er genoeg financiële reserves zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat deed de New Deal met de werkgelegenheidsprojecten?

A
  • Speciale kampen (onderhoud bossen, rivieren)

- Werkeloosheid daalt flink (1933: 25%, 1936: 16%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe deden ze dit?

A

Door investeringen vanuit de overheid en betaald door de belastingen te verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Great Depression

A

Periode na de beurskrach (1929), waarin sprake was van massale werkeloosheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

propaganda

A

Reclame maken voor een idee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

New Deal

A

Verzamelnaam voor de maatregelen die president Roosevelt vanaf 1933 nam om de gevolgen van de economische crisis aan te pakken.

17
Q

werkgelegenheidsprojecten

A

Projecten die door de overheid worden georganiseerd en waarbij werklozen aan het werk worden gezet.

18
Q

massamedia

A

Media die een groot publiek kunnen bereiken.

19
Q

publieke opinie

A

Mening over een bepaald maatschappelijk thema, waarover de meeste inwoners het eens zijn.

20
Q

propaganda

A

Reclame maken voor een idee.