5.1 Flashcards

1
Q

Bedrijfskosten

A

De kosten van een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bedrijfsresultaat

A

De nettowinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Break-evenafzet

A

De afzet waarbij de kosten gelijk zijn aan de opbrengsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Break-evenomzet

A

De omzet waarbij de kosten gelijk zijn aan de opbrengsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Consumentenprijs

A

De verkoopprijs inclusief btw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kosten per eenheid product

A

De totale kosten gedeeld door het aantal stuks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Proportioneel variabele kosten

A

De variabele kosten stijgen evenredig mee met de productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verlies

A

De kosten zijn hoger dan de opbrengsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly