2.2 Flashcards

1
Q

Aanbodlijn

A

Lijn die bij iedere prijs aangeeft hoeveel stuks de producenten bij die prijs willen verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aangeboden hoeveelheid

A

Aantal stuks dat de aanbieders bij een bepaalde prijs willen verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afzet

A

Aantal stuks dat wordt verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kostprijs

A

De kosten per product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omzet (totale opbrengst (TO))

A

Afzet x prijs per poduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Totale kosten (TK)

A

Variable kosten + vaste kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Totale winst (TW)

A

Totale opbrengst - totale kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Variabele kosten

A

Kosten die afhangen van het aantal geproduceerde goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vaste kosten

A

Kosten die onafhankelijk zijn van het aantal geproduceerde goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly