5. Seksuele problemen & Interventie-strategieën Flashcards

1
Q
A

A juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A

B onjuist

De fysiologische veranderingen die optreden tijdens de overgang bij vrouwen, zoals het dunner en kwetsbaarder worden van de vaginale huid, zijn voornamelijk te wijten aan de afname in oestrogeenproductie, niet aan de afname in FSH (follikelstimulerend hormoon) productie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is er een verschil tussen de exclusieve voorkeur van vrouwen 0.3% en mannen 3.6%?

A

Vrouwen is kleiner, omdat we vinden het veel gewoner dat vrouwen intiem gedrag hebben met andere vrouwen, maar niet van mannen met andere mannen
 Intiem gedrag tussen vrouwen wordt dus sneller geaccepteerd dan intiem gedrag tussen mannen
 Minder vrijheid in keuze; je moet als man dus er op een geven moment voor kiezen om exclusief te zijn in een voorkeur. Vrouwen hebben minder het gevoel te moeten kiezen dan mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Specifiek voorbeeld van algemener ‘minority problem’ ?

A

Homo-identiteit: (vb. Joost):
› verwarring
› vergelijking,
› tolerantie,
› aanvaarding,
› trots,
› synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Seksuele orientatie: helpen bij verwarring
of inzetten op verandering?

A

Er is geen empirische evidentie dat het überhaupt mogelijk is om orientatie (bv via therapeutische interventie) te veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

SOA’s : Jaarlijkse incidenties

A
  • gonorroe: 2.000
  • syphilis: 750
  • chlamydia-infecties: 8.000
  • genitale herpes: 7.000

+ (hiv / aids; hepatitis, genitale wratten, schaamluis, schurft)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gonorroe: 2.000

A

Vaginaal, oraal, anaal, via moeder (onvruchtbaarheid!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

syphilis: 750

A

Vaginaal, oraal, anaal, via aanraken zweer (aantasting CZS!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

chlamydia-infecties: 8.000

A

Vaginaal, oraal, anaal, ook aanraken ogen na aanraking genitalia (onvruchtbaarheid!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

genitale herpes: 7.000

A

Vaginaal, oraal, anaal (complicatie zwangerschap!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke SOA is een virus?

A

genitale herpes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het gevolg van een virale infectie?

A

Dit kan niet verholpen worden met antibiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kunnen 3 redenen zijn voor het ontwikkelen van een SOA?

A

1) Onwetend
2) Schaamte
3) Self-efficacy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SOA’s: hoe te voorkomen?

A

primaire vs. secundaire preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Primaire preventie

A

Naast voorlichting en eigen condoom gebruik (primaire preventie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Secundaire preventie

A

voorkomen verspreiding via screening risico populaties-informeren opsporen sekspartners; goede behandeling om verdere besmetting te voorkomen (secundaire preventie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Restrictieve seksuele opvoeding →

A
  • remmingen/angst
  • onwetendheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

bewuste elaboratie / aandacht model

A
  • Sensorische cortex
  • Thalamus
  • Amygdala
  • Positieve loop bereiken; wat je fijn en niet fijn vindt
  • Informatie vanuit het ruggenmerg naar de neocortex
19
Q

Klachten en interventies: Algemeen

A
  1. Disfunctionele ontwikkeling
  2. Restrictieve seksuele moraal / minimale voorlichting
    -Onwetendheid
  3. Blootstelling expliciete seks op internet, tv / voorlichting
    -Disfunctionele gedachten (mythes)
    (bv. over norm qua aard en frequentie)
20
Q

Wat is het gevolg van disfunctionele gedachten?

A
  1. Nadruk op prestatie: inperking seksueel gedrag
  2. Ongewenste and irreële druk: inperking plezier met seks
21
Q

Hoe kan CGT bijdragen aan disfunctionele gedachten?

A

Disfunctionele gedachten toetsen en corrigeren / nuanceren Inventarisatie (bv. als huiswerk)

22
Q

Interventies: Algemeen
Functionaliteit: Doelen → planmatig en transparant

A

Soms ook belangrijk partners apart te zien omdat mensen soms dingen niet kunnen/willen zeggen als hun partner er bij is;

daarnaast is betrekken partner als regel juist weer wel belangrijk voor transfer/toepassing en het doen
van oefeningen

23
Q

Functionele analyse:

A

hypothese over factoren die problemen instandhouden

24
Q

3 secundaire seksuele problemen

A

1) Invloed somatische klachten:
bv. diabetes
2) Invloed stoornis:
depressie; OCS (obsessies); paniek stoornis; borderline
pers. stoornis
3) Invloed medicijnen:
bv. “anxiolytica”, “antidepressiva”, bloeddrukverlagers

Denk bij maken anamnese dat seksuele klachten kunnen voortvloeien uit:
1. medische klachten,
2. comorbiditeit,
3. medicijnen (niet alleen psychofarmaca maar ook bv bloeddrukverlagers..)

25
Q

Invloed van ongunstige invloed medicatie op seksueel functioneren

A
26
Q

Disfuncties in relatie tot respons cyclus

A
27
Q

Stoornissen DSM-5

A
28
Q

Wat is de meest voorkomende klacht bij vrouwen?

A

Low desire

29
Q

Wat is de meest voorkomende klacht bij mannen?

A

Rapid orgasm

30
Q

Seksuele problemen

A
  1. Verminderd verlangen
  2. Seksuele aversie
  3. Seksuele opwindingsstoornis
    3b. Erectie problematiek
    3b. Erectie stoornis
  4. Orgasme stoornis
    4b. Orgasme stoornis (man)
  5. Dispareunie
  6. Vaginisme
31
Q
  1. Verminderd verlangen (1)
A

Belangrijke dimensies:
- Hoe lang (altijd?); Context afhankelijkheid; Partner afhankelijkheid;
- Comorbiditeit; Medische kwesties/ medicijngebruik
- Bijna altijd verworven/situatief; soms ook onvrede op andere terreinen (partner-relatie therapie geindiceerd?)
- Bedenk: er is geen gouden standaard….
“ waarom ben je precies niet tevreden?”

32
Q
  1. Verminderd verlangen (2)
A

-Meest frequente klacht 1e lijn.
-Comorbiditeit opwinding/orgasme stoornis
[overbelasting; depressie]
- ’Geen zin’ vs. ‘verschil in zin’
- Geen zin? Waarin? > bepaalde handelingen / manier waarop

→ Expliciete aandacht adequate seksuele stimulering
Seksuele educatie & huiswerk assignments

33
Q
  1. Seksuele aversie
A

-Als niet te vermijden dan afkeer en/of angst
?modelling? informatie? niet afgeleerd?

Lijkt veel op specifieke fobie; is tijdens dsm-iv er niet als fobie ingekomen vanwege gevoelens van weerzin (echter die zijn ook prevalent bij dierenfobie, bloedangst, OCD,
PTSS).

34
Q
  1. Seksuele opwindingsstoornis
A

-Context afhankelijk: Adequate prikkels wel opwinding
-Psychologische barrieres:
> angst voor pijn
> gebrek aandacht stimuli
> normerende gedachten
> gebrek aan vaardigheden /kennis
> self-focussed attention

Interventie: wegnemen barrieres

35
Q

3b. Erectie-problematiek

A

Meest frequente klacht 1e lijn.
› overbelasting;
› depressie;
› faalangst;
› HartVaatProblematiek

36
Q

3b. Erectiestoornis

A

Vergelijkbaar opwindingsstoornis vrouw
* aandachtsregulatie
* seksuele educatie
* bijstellen negatieve verwachtingen en denken voor de
ander (mind reading) via RET of Beck

37
Q
  1. Orgasme-stoornis
A

m.n. 1e lijn: Vaak eerder opwinding dan orgasme probleem:
-context afhankelijk (alleen vs. met partner)

?Angst controle verlies? → CBT
?vaardigheid / kennis probleem? → sekseducatie
visuele, gevoelsmatige exploratie etc. (partner erbij betrekken)

38
Q
  1. Dispareunie (1)
A

m.n. 2e lijn
“Persistent or recurrent pain with attempted or complete
vaginal entry and/or penile vaginal intercourse“

Pijn voor –tijdens – na penetratie
-diep
-oppervlakkig (subgroep VVS; p. 356)

39
Q

4b. Orgasme-stoornis (man)

A

-onder controle brengen:
start-stop oefening; knijptechniek
-ideeën over seksualteit bijstellen
psychoeducatie, RET, CGT

40
Q
  1. Dispareunie (2)
A

m.n. 2e lijn: Pijn op de voorgrond
Pijn -> angst voor pijn -> defensieve reactie -> pijn

Interventie:
-doorbreken cirkel:
locale pijnstillers (tot rust brengen gebied); applied relaxation; uitdagen catastrofale gedachten; exposure met gedragsexperimenten

41
Q
  1. Vaginisme
A

m.n. 2e lijn: Onvermogen tot penetratie ondanks uitdrukkelijke wens tot coitus.

  • Persistent difficulties to allow vaginal entry of a penis, a finger, and/or object, despite the women’s expressed wish to do so.
  • There is variable involuntary pelvic muscle contraction, avoidance and anticipation/fear of pain.
  • No structural / physical abnormalities

> Genitopelvienepijn-/penetratiestoornis

42
Q

“Therapist aided exposure”

A

goede conceptualisatie (penetratie fobie) en daarop aansluitende exposure interventie met
response preventie (partner dus betrekken en goed instrueren/uitleggen wat te verwachten en wat te
doen en vluchten/vermijden/veiligheidsgedrag achterwege laten. Supereffectief (zie volgende slide(s)

43
Q

Wat is een belangrijke therapie bij disfunctie?

A

Psychoeducatie en bijstellen disfunctionele gedachten als regel zeer effectief