5. de VIO heeft kennis over borstvoedingshoudingen, het aanleggen en het aan happen Flashcards

1
Q

Noem de 8 voedingshoudingen

A
  1. Achteroverleunende houdingen
  2. Madonna of wiegehouding
  3. Liggend voeden
  4. Bakerhouding of rugbyhouding
  5. Doorgeschoven madonnahouding
  6. Kruiphouding
  7. Ruglighouding
  8. Meerlingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zoekreflex

A

Als hij ter hoogte van je borst komt en met zijn gezichtje langs de tepel strijkt, draait hij zijn mondje naar de kant waar zijn wangetje wordt geraakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hapreflex

A

Zodra hij de tepel tegen zijn lipjes voelt doet hij zijn mondje wijd open en richt zijn hoofdje iets op om een zo wijd mogelijke hap te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zuigreflex

A

Als hij de tepel tegen zijn gehemelte voelt zal hij de hap borst vacuümzuigen, waardoor de melkstroom op gang komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ligt een kind goed aan de borst? Noem de 8 eisen

A
  • Hij heeft een grote hap borst in zijn mond
  • Het tongetje van de baby komt op of over het onderkaakje
  • De lipjes krullen naar buiten
  • De baby hoeft zijn hoofdje niet te draaien om bij de borst te kunnen
  • Het neusje is vrij of bijna vrij
  • Het kinnetje raakt de borst
  • De moeder voelt geen pijn
  • De baby drinkt zichtbaar en hoorbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kenmerken van achteroverleunende houding

A
  • Achteroverleunend borstvoeding geven stimuleert de aangeboren voedingsreflexen en instincten van moeder en kind optimaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken van de madonna of wiegehouding

A
  • De moeder zit met haar baby op haar arm, buik aan buik

- De beentjes van de baby wijzen in de richting van de andere borst of liggen schuin over moeders buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken van liggend voeden

A
  • Moeder en baby liggen op hun zij op bed, buik aan buik

- Moeder heeft een kussen onder haar hoofd en ligt met haar schouder op de matras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken van bakenhouding of rugbyhouding

A
  • De baby ligt of zit half rechtop met het lichaam langs moeders zij naar achteren
  • De moeder ondersteunt het bovenlichaam en hoofdje van haar baby met haar onderarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken van doorgeschoven madonnahouding

A
  • Als de madonnahouding, maar nu houdt de moeder haar baby vast met de tegenovergestelde arm.
  • Met de andere arm kan zij haar borst ondersteunen en sturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken van de kruiphouding

A
  • De baby ligt op zijn ruggetje
  • De moeder zit op ellebogen en knieën boven haar baby
  • Deze houding kan zinvol zijn bij een verstopt melkkanaaltje of een borstontsteking.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken van de ruglighouding

A
  • De moeder ligt op haar rug op bed, met haar baby bovenop zich
  • Deze houding kan prettig zijn bij een sterke toeschietreflex en een snelle melkstroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerken van de meerlingen houding

A
  • Een meerlingmoeder kan twee babys tegelijk aan de borst hebben. Sommige moeders vinden het prettiger als babys na elkaar te voeden. Als moeder beide babys tegelijk wil voeden, kan zij experimenten met combinaties van voedingshoudingen.
  • De moeder kan de eerste tijd noteren welke baby wanneer welke borst heeft gehad en hoelang, om er zeker van te zijn dat beide babys genoeg melk krijgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de hongersignalen van het kind?

A
  • Zuigbewegingen met lipjes
  • Sabbelen op vingertjes of knuistje
  • Bewegen van armen en benen
  • Hoofdje draaien of zoeken met het mondje
  • Mondje gaat open als de lipjes worden aangeraakt
  • Zuigen op fopspeen of duimen
  • Huilen is het uiterste hongersignaal. Kalmeer een huilende baby voor hij aan de borst gaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe vaak drinkt een baby aan de borst

A

Eerste maanden minstens acht tot twaalf keer per 24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe lang drinkt een baby aan de borst

A

De baby drinkt tot zijn honger en zuigbehoefte is gestild. Sommige baby’s drinken graag vaak en kort. Andere baby’s drinken liever lang en melden zich wat minder vaak voor een voeding. Als de borstvoeding goed loopt en de baby goed gedijt, kan de moeder de baby volgen in zijn voedingsritme

17
Q

Borstvoeding op verzoek hoe werkt dat?

A
  • Frequent aanleggen, minstens 8 keer per 24 uur, 10-12 keer is ook normaal in de eerste weken, ook in de nacht.
  • Wat de baby drinkt, wordt aangemaakt, hoe vaker en meer melk uit de borst gaat, hoe meer melk er wordt aangemaakt (vraag aanbod principe).
  • Het duurt een aantal dagen voordat de melkproductie goed op gang komt, eerst een paar druppels, daarna wordt het pas meer.
  • Het kan enkele weken duren voordat het vraag en aanbod principe goed werkt. Daarna vaak aanleggen en zolang de baby wil (mits goed aangelegd).