3. de VIO kan een relatie leggen tussen de tractus digustivus, voeding en neonatale hypogymie

Question 1

Wat zijn hormonale veranderingen bij de foetus dagen tot uren voor de geboorte?

Answer 1

Er zijn veel endocriene en hormonale veranderingen rondom (dagen tot uren voor) de geboorte. Er is met name een toename van glucocorticoïden. Deze glucocoricoïden maken het lichaam klaar om te gaan wennen aan de buitenwereld, om te kunnen vasten en de voorraden die er zijn te kunnen gebruiken.

Question 2

Hoe krijgen we glucose binnen en waar wordt het naar omgezet?

Answer 2

Glucose krijgen we vanuit voeding. Om glucose de cel in te krijgen is er insuline nodig. In de cel wordt de glucose omgezet in energie (en warmte).

Question 3

Wat gebeurt er wanneer en een overmaat is aan glucose en wat is hiervoor nodig?

Answer 3

De overmaat aan glucose wordt als reserve opgenomen in de vorm van glycogeen.Voor het omzetten van glucose in glycogeen is ook insuline nodig. Wanneer er weer behoefte is aan glucose, wordt het glycogeen doormiddel van glucagon omgezet naar glucose.

Question 4

Waar wordt glycogeen opgeslagen?

Answer 4

Glycogeen word met name opgeslagen in de lever maar ook in de nieren, het hart, spierweefsel en de hersenen.

Question 5

Wat gebeurt er wanneer er te weinig glucose is?

Answer 5

Wanneer er onvoldoende glucose is kan er doormiddel van gluconeogenese extra glucose gemaakt worden.

Question 6

Wat is gluconeogenese?

Answer 6

het vormen van glucose uit niet-koolhydraatbronnen als aminozuren en glycerol, maar vooral uit pyrodruivenzuuur
Een overmaat aan glucose dat niet wordt omgezet in glycogeen wordt opgeslagen als vet (geen bruin vet), ook met behulp van insuline. Het verbranden van vet geeft energie.

Question 7

Waar maakt de baby gebruik wanneer die zonder glucose zit?

Answer 7

Tussen het voeden door zijn periodes van vasten en dus zonder glucose. De baby maakt op die momenten gebruik van:

• Gluconeogenese
• Glycogeen omzetten in glucose (met behulp van glucagon)
• Vet verbranden

Question 8

Waarom werkt gluconeogenese nog niet naar geboorte?

Answer 8

Gluconeogenese werkt nog niet net na de geboorte. Er nog niet altijd voldoende glycogeen dat omgezet kan worden naar glucose (bijv. klein bij de geboorte, vroeggeboorte). Ook de vetverbranding werkt nog niet.

Question 9

Wat gebeurt er met het glucose gehalte van de baby voor en tijdens de geboorte?

Answer 9

Voor de geboorte en tijdens de geboorte blijft het glucosegehalte, en daarbij het insuline gehalte, stabiel. Na de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt en valt de glucose toevoer weg -> het glucosegehalte daalt. De insuline reageert iets later maar daalt dan ook.

Question 10

Waarom is het belangrijk om gelijk aan de borst te liggen een uur na de geboorte?

Answer 10

Binnen een uur na de geboorte voeden -> glucose stijgt even en daalt daarna weer. Het insuline gehalte daalt iets minder stijl. Na een aantal voedingen zal het insuline gehalte mee bewegen zodat het glucose en insuline gehalte stabiel blijft.
Een daling van de glucose zorgt ook voor een release van glucagon, adrenaline, groeihormoon en cortisol -> dit zorgt ervoor dat ook de andere processen in werking treden om de glucose te reguleren en het energieniveau op peil te houden.

Question 11

Wat zijn de normaalwaarden glucose van een pasgeborene?

Answer 11

Normaalwaarden
-	< 24uur  = 2,0
-	> 24uur =  2,5 
-	Paar dagen -> 3 
Vooral de eerste voeding binnen een uur van belang

Question 12

Wat is hypoglykemie?

Answer 12

dit is een te lage concentratie glucose (suiker) n het bloed. Het is een sympotoom van
- onvoldoende inname van colostrum,
- van falende adaptatie aan de nieuwe glucoseregulatie of van
- onderliggende ziekte.
- verlaagde temperatuur
Voor de preventie en behandeling van hypoglykemie bij een pasgeborenen is een goed (borstvoedings) beleid belangrijk.

Question 13

Wanneer wordt er gesproken van hypoglykemie?

Answer 13

Bij een glucose <2,6mmol/l

Question 14

Wat zijn oorzaken van een hypoglykemie in een matige risico groep?

Answer 14

Prematuur geboren neonaat ( 35 – 37 weken )
 Dysmaturiteit ( SGA , gewicht < P10 of -1.7 SD; zie tabel Bijlage I)
 Macrosomie ( LGA , gewicht > P97.7 of +2 SD); zie tabel Bijlage I) of macrosoom aspect
(toename subcutaan vet, plethorisch, klein hoofd tov lichaam)
 Matige peripartale stress (AS < 7 na 5 min)
 Verdenking sepsis/infectie waarvoor respiratoire of circulatoire ondersteuning
 Hyperviscositeit ( veneus Ht > 0.65)
 Hypothermie ( < 36 graden)
 Bloedgroep/rhesusantagonisme
 Respiratoire ondersteuning middels beademing of CPAP
 Kind van een moeder met diabetes gravidarum of diabetes mellitus zonder insuline gebruik
 Bij moeders met labetalol gebruik

Question 15

Wat is het risico van hypoglykemie?

Answer 15

Afwijking van de achterste hersenen

Question 16

Wat zijn symptomen van een hypoglykemie?

Answer 16

• Apneu’s
• Saturatiedalingen
• Respiratoire distress
• Slecht drinken
• Trekkingen of fladderen
• Convulsies
• Lethargie
• Staren
• Zweten

Question 17

Beleid bij een een hypoglykemie

Answer 17

• Kijk naar de intake

- verhoog frequentie van aanleggen