5. Afneming van tests en verwerking van testgegevens Flashcards
Hoe is Diagnostisch toetsen opgebouwd?
Testen van deelvaardigheden om de mate van beheersing van hoofdvaardigheid te toetsen.
Adaptief testen: waarvoor wordt het gebruikt?
Hoeveel items nodig in databank?
Nauwkeurigheid volgens Weiss (1985)?
Adaptief testen: Testen op maat. Wordt gebruikt om te zien of:
- iemand geslaagd is.
- iemand vooruitgang heeft geboekt.
- Geeft meer nauwkeurig beeld dan klassiek testen.
- Minimaal 150 -200 in itembank noodzakelijk.
Volgens Weiss (1985) is adaptief testen met helft van lengte gewoon testen even nauwkeurig. Schatting van nauwkeurigheid wordt steeds beter bij ieder item.
- Het ‘moderne-complex’ volgens van der Linden (1983)
* Standaardtest en succeskans? Voor wie slecht meet instrument?
- Het ‘moderne-complex’: Het modern testen met computer adhv databanken en item-responstheorie.
- Standaardtest: klassieke wijze van testen waarbij iedereen dezelfde test krijgt. Veel items hebben subjectieve succeskans die ver van 0.5 afwijkt.
Slecht meetinstrument voor mensen met extreem lage en hoge meetwaarden.
- Verschil tussen bewerkte score en norm?
- Wat is de voorwaarde voor een testnorm?
- Welke 3 zaken zijn belangrijk bij normonderzoek?
- kenmerken
- niet absoluut
- analyse
- Hoe heet vergelijken met norm in Engels en Nederlands?
Niet iedere bewerkte score heeft een norm (de verhouding van de ruwe score in de populatie en worden geschat op basis van een representatieve steekproef).
Voorwaarde Testnorm; de score van anderen (de populatie). Klas of groep sollicitanten is nog geen norm.
3 belangrijke zaken bij normonderzoek:
- Vermelden van specifieke kenmerken van normgroep.
- norm is niet absoluut maar verandert met groep mee. Bv met overnemen van norm uit oorspronkelijk taalgebied.
- Analyse van de te meten doelen bij normatief meten essentieel evenals de vraag of deze doelen op betrouwbare manier te meten zijn.
Vergelijken van testprestatie met norm heet: norm-referenced measurement of absoluut en normatief meten. (Is dus wat anders dan de absolute standaard).
Absolute standaard (criterion-referenced measurement).
Vergelijking van testscore (met absolute norm) zonder de beoordeling van anderen (zoals een klas of populatie) hierbij te betrekken. Denk aan repetitiebeoordelingen.
Wat zijn Verhoudingsnormen en hoe komen ze tot stand?
Testscore wordt gedeeld door andere variabele zoals leeftijd of klasse en daardoor onafhankelijk gemaakt van variabele. IQ is bekendste. #verhouding met een andere vrouw. Sowieso delen door leeftijd.
Basale leeftijd bij meten van IQ
Leeftijd waarop geen fout meer wordt gemaakt.
Wat is rangordening, wat is de bekendste en wat is een zwakte?
Rangordening: Eenvoudigste vorm van vergelijken van individuen adhv testprestaties. Bewerkte score is het rangnummer dus score 1 eerste positie enz.
- Geen norm omdat het niet met populatie vergeleken wordt. Dit is zwakte van rangscores/ ordening.
- Bekendste vorm zijn percentielen.
Wat zijn Percentielscores en percentielnormen en wat is het meetniveau?
Wat is het verschil en wat zijn de bekendste?
Waarvan zijn ze afhankelijk en onafhankelijk?
Waarvoor gebruikt?
Hoe worden percentielscores berekend adhv Vb: stel 28% heeft ruwe score van 61 of lager en 34% 62 of lager.
mogen gemiddelde en variantie berekend worden?
Vorm van de frequentieverdeling van percentielscores? Decielen en ventielen?
- Percentielscores:
- Meetniveau is ordinaal.
- Bekendste vorm van rangordening; P50 (mediaan), Q1 (kwartiel 1).
- Onafhankelijk van groepsgrootte, afhankelijk van niveau, spreiding en andere kenmerken van de groep.
- Binnen groep met zelfde ruwe score kan men geen verschil in percentielscore geven.
- Berekend (liniare interpolatie): Vb: stel 28% heeft ruwe score van 61 of lager en 34% 62 of lager. 6% heeft dan ruwe score van 62. Bijbehorende percentielscore is:
28+0.5(34-28) = 31. - Mag geen gemiddelde of variantie berekend worden.
- Frequentieverdeling: gelijk en rechthoekig van vorm ongeacht de vorm van de verdeling van de ruwe score. Decielen = 10, ventielen = 20.
- Percentielnormen:
- Meetniveau is ordinaal.
- Onafhankelijk van kenmerken van de groep.
- Schatting van de verdeling in de populatie.
Handig voor snelle indicatie. Te grote tekortkomingen voor wetenschappelijk onderzoek.
Verschil tussen standaardscores en standaardnormen. Z-scores normaal verdeeld? En wat zijn lineaire transformaties en hoe te berekenen?
- Standaardscores; (z-scores) wanneer ruwe scores worden omgerekend naar standaardscore-eenheden.
- Standaardnormen; wanneer het gaat om een representatie van de populatie.
- Misverstand dat z-scores standaard normaal verdeeld zijn. Een niet normale verdeling blijft na standaardisatie niet normaal verdeeld. Behouden op gemiddelde en standaarddeviatie na zelfde kenmerken als de ruwe score.
- Lineaire transformaties; wanneer gemiddelde van getransformeerde score op 100 of 50 wordt gezet om negatieve of kleine getallen te voorkomen.
Te berekenen door met een constante te verminderen of vermeerderen én door een constante delen of met een constante vermenigvuldigen.
Xc (corrected) score betekent?
- 4 bezwaren van gebruik van gis-/ toevalscorrectie:
- onder- en overcorrectie?
- Variantie Xc ivm X?
- Wel of niet gebruiken?
Xc: Aantal goede antwoorden dat door kennis tot stand is gekomen.
- 4 bezwaren gis-/toevalscorrectie:
- Overcorrectie: In de uitzonderlijke situatie dat partiële kennis niet bestaat. Bv door een erg verleidelijk of suggestieve antwoordmogelijkheid.
- Ondercorrectie betekent: dat Xc eigenlijk lager had moeten uitvallen. Bv doordat van 4 antwoordmogelijkheden er 2 worden weggestreept omdat die het zeker niet zijn. Door te gokken toch de juiste van de 2 mogelijke antwoorden beantwoord heeft.
- Xc heeft grotere variantie dan X
- Sommige personen vallen door giscorrectie onder aftestgrens en zakken voor tentamen.
gis-/toevalscorrectie beter niet gebruiken.
In een formule staan K, g, Xg voor?
K = aantal items g = identificatienummer van een item Xg = score op een item
Formule voor berekenen van IQ, functie en 4 kritische kanttekeningen
IQ = ML (mentale leeftijd) / CL (Chronische leeftijd) X 100
Functie van IQ vooral informatief om te weten of een kind voor of achter loopt. Intelligentie wordt hierdoor een ontwikkelingsbegrip.
Kanttekeningen:
- ML en CL wekt suggestie dat het vergelijkbare grootheden zijn, maar dat zijn ze niet. ML = testscore en CL is leeftijd.
- IQ vertoont bij ontwikkeling grote schommelingen bv door lichamelijke, fysiologische factoren of emotionele bereidheid.
- Oudere mensen zijn in het nadeel doordat in IQ-ratio de noemer gelijk en maximaal blijft
- IQ voldoet niet aan eis van evenredig toenemende spreiding. Vb: leerachterstand van een jaar op 6-jarige leeftijd is 2x zo erg als op 12 jaar.
Wat zijn (meest voorkomende) genormaliseerde standaardscores? En hoe zijn deze verdeeld? Gerechtvaardigd?
- T-scores:
- Zet ruwe scores om naar T-score.
- Gemiddelde van 50 met een spreiding van 10. Verdeling ligt tussen 20 en 80.
- Sommige scores worden uitgerekt en anderen ingedrukt.
- Normalisering bv bij 2 toppige verdeling kan niet gerechtvaardigd worden omdat werkelijkheid teveel geweld wordt aangedaan. Hooguit voor gemak (intervalschaal) en bruikbaarheid.
- Stanines: 9 eenheden die passen in kolom van IBM-ponskaartje. Vertegenwoordigt een 0,5Sx
- Deviatie-IQ: standaardnormen met gemiddelde van 100. Leeftijdsklasse verwerkt tot genormaliseerde standaardscores (score-WAIS).
Wat geeft iemand zijn percentiel weer? En hoe is de verdeling van mensen in een links scheve verdeling?
Het percentage personen dat lager scoort dan de desbetreffende persoon.
Bij een linksscheve verdeling zitten meer mensen rechts van het midden en zijn hier de verschillen het kleinst, terwijl links van het midden de verschillen het grootst zijn.