4. Constructie van items en kwantificering van reacties Flashcards
Wat zijn voorbeelden van theoretische opdrachten?
bv vind de weg door het doolhof, maak met blokken figuur na, maar ook reken- en taalvraagstukken.
Wat is de stam en key/ gesleutelde-response in meerkeuzevragen?
- Stam; de uitspraak/ stelling minus het antwoord.
- Keyed-response; antwoordmogelijkheden.
Polytome items
Items met tenminste 3 antwoordmogelijkheden
Het testconstructieonderzoek kent 2 fases en hoeveel proefpersonen zijn hiervoor nodig? Wat is een gestratificeerde steekproef en advies deelgroepen?
- Vooronderzoek; dient als grove zeef voor items. 20 - 100 proefpersonen.
- Hoofdonderzoek; 500 - 2000 proefpersonen. Zo groot omdat populatie vaak in interessante deelgroepen valt op te splitsen. Enkele 100-en per deelgroep.
- Gestratificeerde steekproef; Aanbevolen wordt om vanuit elke deelpopulatie (strata) een even aantal personen te selecteren, ook als deze in de populatie kleiner is.
Frequenties en relatieve frequenties (p-waarde en a-waarde).
Wanneer heeft een item goed gefunctioneerd? Wanneer grootschalig gegist?
- Frequenties; aantal gekozen antwoordkeuzes op een meerkeuzevraag bv a: 23, b: 18, c: 71
- Relatieve frequenties; aantal gekozen antwoordkeuzes maar dan gedeeld door steekproefgrootte. Het juiste antwoord heet hiervan de p-waarde, de fouten a-waarde.
- Item goed gefunctioneerd wanneer juiste antwoord meest gekozen is en afleiders even vaak gekozen zijn.
- Grootschalig gegist wanner item 0 correleert met andere items .
Positieve en negatieve faalangst
- Positieve; werkt bevorderend op prestatie
- Negatieve; werkt storend op prestatie
- Open vraagvorm
- voor- en nadelen
- gesloten vraagvorm
- Andere benaming?
- voor- en nadelen
- Open vraagvorm:
- Nadelen:
+ tijdrovend
+ verkeerd antwoord geven als vraag niet begrepen wordt.
+ emotioneel betrokken
+ te veel onnodige info (laten zien wat ondervraagde weet).
+ niet goed in staat gedachten op papier te zetten.
+ Subjectiever
2 beoordelaars nodig (in fase van testconstructie) - gesloten vraagvorm
- ook wel bekend als geprecodeerde vraagvorm
- Nadelen:
+ Vereist uitvoerig vooronderzoek
+ Formuleren van onjuiste antwoordmogelijkheden is moeilijk
+ Moeilijk inschatten moeilijkheidsgraad
+ Hogere gokkans
+ Zou slechts eenvoudige cognitieve vaardigheden vragen
Voordelen: \+ Beantwoording gaat snel \+ meer betrouwbaar door grotere hoeveelheid vragen \+ meer valide vanwege betere dekking \+ Kans op verkeerd begrijpen kleiner
- Itemvormen voor prestatieniveautests: Kiezen, verschillende antwoordvorm, complexe antwoordvormen, rangschikking, toeschrijving (nadeel?)
- Itemvormen voor test van gedragswijze: Likert-items, items met meer dan 7 keuzes?
- Itemvormen voor prestatieniveautests
- verschillende antwoordvorm: kiezen van een of meerdere juiste antwoorden.
- Complexe antwoordvorm: kiezen van a, a en b, b, b en c, etc.
- Toeschrijving: matching uit combinaties
Nadeel: er blijven steeds minder onzekere combinaties over, dus dan makkelijker. - Itemvormen voor test van gedragswijze
- Likert-items: 5-puntschaal zodat er geen verleiding ontstaat om kruisje tussen 2 vakjes in te zetten.
- Niet in staat meer dan 7 keuzes te maken
Hoe kwantificeren van kwalitatieve reacties bij studietoetsitems en attitudes? wegen items?
- studietoetsitems: ordening naar oplopend kennisniveau
- attitudes: op continiuüm dat niveau van attitude representeert.
- Dringend advies om alle items zelfde waarden toe te kennen. Ook voor statistisch wegen van items ontbreekt vaak ondersteunende theorie.