5 Flashcards

1
Q

hulpmiddelen diagnose (5)

A
  • separatie van de tanden
  • FOTI
  • D-FOTI
  • QLF
  • ECM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

FOTI

A

fiber optic trans illumination

–> cariës minder lichtdoorlatend dan glazuur en dentine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

D-FOTI

A

digital fiber optic trans illumination

–> zelfde als foti maar dan digitaal opslaan ; progressie bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

QLF

A

quantitatieve licht-geïnduxeerde fluorescentie

  • -> dentine fluoresceren
  • -> geen onderscheid tussen cariës en verkleuringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ECM

A

electrical conductance measurements

–> carieus glazuur en dentine geleiden stroom anders dan normaal glazuur en dentine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

demineralisatie+ geef chemische uitleg

A

suikers in tandplaque worden omgezet in zuren en tast het glazuur aan. h+ ionen gaan binden aan OH-. hierdor komt Ca2+ en PO4 3- vrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beschermende factoren(5)

A
  • speekselvloed - en samenstelling
  • eiwitten
  • antibacteriële middelen
  • F/Ca/ PO4
  • beschermende voedingsmiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hydroxyapatiet

A

Ca10(PO4)3(OH)2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waardoor wordt het basischer in de mond?

A

toevoeging OH- ionen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom heeft glazuurcariës een driehoek van vorm? ( buitenkant is het breedst)

A

centrum (waar cariës begon) is meer zuurproductie aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom heeft dentine een andere structuur/vorm als het carieus wordt?

A

laesie wordt breder doordat dentine minder georganiseerd is dan glazuur en meer organische matrix bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fases van dentine als het carieus wordt

A
  1. ) vernieling dentine; tubuli gaat volledig kapot
  2. ) verbreding tubuli
  3. ) demineralisatie; nog geen bacterie aanwezig. hun zuren gaan hen vooraf
  4. ) sclerose = verdedigingsreactie; tubuli worden opgestopt waardoor de aanval vertraagd
  5. ) vettige degeneratie
  6. ) uitlopers odontoblasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 pulpa reacties + leg uit

A
  • reversiebele pulpitis –> pijn verdwijnt bij verwijderen stimulus
  • irreversiebele pulpitis –> pijn uitgelokt of spontaan
  • per-apicaal abces –> necore pulpa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

betekenis tandplaque

A

goed georganiseerd systeem met gesofisticeerde interactie tussen verschillende kiemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoeveelheid biofilm is afhankelijk van (6)

A
  • mondhygiëne
  • suikergebruik
  • speekselvloed
  • anti microbiële factoren in speeksel
  • samenstelling pellikel
  • retentieplaatsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

samenstelling biofilm volgens lokalisatie(4)

A
  • omgevingscondities
  • nutriënten
  • graad van bescherming tegen verwijderende krachten
  • chemische factoren
17
Q

groei van plaque (4)

A
  • toename van de reeds aanwezige bacteriën
  • nieuwe bacteriën vanuit de mondvloeistof
  • vorming bacteriële producten; EPS
  • afzetting glycoproteïnen in speeksel
18
Q

vorming IPS(2)

A
  • reservevoedsel voor bacteriën

- gemaakt tijdens suikeraanbod

19
Q

vorming EPS(3)

A
  • hechting S. mutans en S. sanguis aan een glad opp
  • samenhang, kleven
  • reservevoedsel
20
Q

voedingsadvies (3)

A
  • frequentie van voedselinname
  • kleverigheid van ingenomen voedsel
  • zuurstoot duurt ong 30 min