2 Flashcards

1
Q

wanneer beginnen ameloblasten met glazuursecretie?

A

als ze bedekt zijn met stratum intermedium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar bestaat glazuur uit?(2)

A
  • organisch materiaal

- hydroxy apaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar bestaat het organisch materiaal uit van glazuur?(2)

A

water + glazuureiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor is het glazuur nog steviger?

A

interprismatische ruimte is opgevuld met hydroxy apatiet kristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is striae van Retzius?

A

verstoring van synthese of secretie activiteit ameloblasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leg proces van wortelvorming uit

A

intermediaire cellaag stopt aan de creviculaire lus. odontoblasten geven de ‘start’ –> activatie cellen van Hertwig –> omzetting cementoblasten –> cementvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ontstaat overgang tussen glazuur en cement?

A

schede van hertwig gaat kapot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom maak de schede van hertwig geen glazuur?

A

deze bevat geen intermediaire epitheelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waaruit bestaat cement?

A
  • hydroxyapatiet
  • collageen
  • matrix proteïnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef de 3 soorten cement

A
  • compact acellulair cement –> verankering tand in alveole ( van hals tot apicaal)
  • acellulair afibrillair cement –> t.h.v. gcg
  • cellulair cement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functies parodontaal ligament (3)

A
  • absorbeert schokken
  • ondersteunende functie
  • houdt de tand vast in het alveolair bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cement functies

A
  • bedekt wortel van de tand
  • verzegelt de dentine tubuli
  • aanhechtingsplaats voor periodontaal ligament
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

prevalentie

A

aantal of % mensen die op een bepaald ogenblik zien zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

incidentie

A

aantal of % mensen bij wie de ziekte in een bepaalde periode optreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorwaarden experimenteel onderzoek (2)

A
  • nulmeting + dubbelblind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

effect interventie

A

(T1-T0)- (C1-C0)

17
Q

3 factoren cariës erfelijkheid

A
  • transmissie cariogene flora
  • omgevingsfactoren
  • genetisch
18
Q

6 factoren cariës socio-economische status

A
  • opvoeding
  • opleiding
  • inkomen
  • beroep
  • gedrag
  • waarden