5-4 Flashcards

1
Q

Zijnsoordelen

A

Hoe iets is (objectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardeoordelen

A

Hoe iets zou moeten zijn (subjectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het primaire inkomen

A

Het inkomen dat wordt ontvangen voor het ter beschikking stellen van productiefactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het secundaire inkomen

A

Primair inkomen -/- inkomstenbelasting -/- sociale premies + sociale uitkeringen + inkomensafhankelijke subsidies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Collectieve sector

A

Overheid + de sector sociale zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

UWV

A

Uitvoeringsorgaan werknemers verzekeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het secundair inkomen ook wel genoemd?

A

Het besteedbaar inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Overdrachtsinkomens

A

Sociale uitkeringen + inkomensafhankelijke subsidies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tertiair inkomen

A

Secundair inkomen -/- indirecte belasting -/- retributies + subsidies op goederen/diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Belasting

A

Betaling aan de overheid waar geen individueel aanwijsbare prestatie tegenover staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Directe belasting

A

De inkomensbelasting, die we direct afdragen aan de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Indirecte belasting

A

BTW en accijnzen op door ons gekochte goederen en invoerrechten aan de grens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Accijnzen

A

Vorm van goederenbelasting met de bedoeling consumptie van die goederen af te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Retributie

A

Betaling aan de overheid waar een individueel aanwijsbare prestatie tegenover staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Profijtbeginsel

A

Wie van een overheidsmaatregel voordeel heeft moet ervoor betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 manieren van belastingheffen

A

Degressief, proportioneel, progressief

17
Q

Degressief systeem van heffing

A

Hoe hoger de schijf, hoe lager het heffingspercentage

18
Q

Proportioneel systeem van heffing

A

Het heffingspercentage is bij elke schijf gelijk

19
Q

Progressief systeem van heffing

A

Hoe hoger de schijf, hoe hoger het heffingspercentage

20
Q

Nivellering

A

Gelijker worden van de inkomens

21
Q

Denivellering

A

Ongelijker worden van de inkomens

22
Q

Leidt progressieve belastingheffing tot nivellering of denivellering?

A

Nivellering

23
Q

Komen externe effecten meestal tot uiting in de prijs?