4.4 Mengsels van moleculaire stoffen Flashcards

1
Q

Waarom lost kaarsvet slecht op in water?

A

Door de lange staart van C en H atomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noem je een stof die slecht oplost in water?

A

Hydrofoob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noem je een stof die goed oplost in water?

A

Hydrofiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer lost een stof met een OH of NH groep niet op in water?

A

Als ze een lange staart van C en H atomen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lost chloor goed op in water?

A

Nee, er zijn geen OH of NH groepen aanwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is een oplossing verzadigd?

A

Als de maximale hoeveelheid stof in de oplossing is opgelost.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is van invloed op de oplosbaarheid van een vaste stof?

A

De temperatuur, hoe hoger, hoe beter oplosbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan je een gas oplossen in warm water?

A

Nee, hoe hoger de temperatuur, hoe lager de oplosbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet een oplossing eruit?

A

Helder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Als je twee vloeistoffen met elkaar mengt en het troebel is, hoe noem je het dan? En hoe los je dit op?

A

Een emulsie. Je kan het mengen als je een emulgator toevoegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer spreek je van een suspensie?

A

Als kleine vaste deeltjes in een vloeistof zweven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer spreek je van schuim?

A

Als kleine bubbeltjes gas in een vloeistof zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreek je van nevel?

A

Als kleine druppeltjes vloeistof zweven in een gas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer spreek je van rook?

A

Als kleine deeltjes vaste stof zweven in een gas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mengen hydrofiele en hydrofobe stoffen?

A

Nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly