3.2 Elektrisch geleidingsvermogen Flashcards

1
Q

Wanneer geleidt een stok elektriciteit?

A
  • Als de stof bestaat uit geladen deeltjes.

- Als de geladen deeltjes vrij kunnen bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een moleculaire stof?

A

Een stof die geen stroom kan geleiden door de afwezigheid van geladen deeltjes. =geen metalen, geen zouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een zout?

A

Een stof met geladen deeltjes die in vaste vorm niet vrij kunnen bewegen en dan dus geen stroom geleiden. In vloeibare vorm kunnen ze dat wel, waardoor een vloeibaar zout wel stroom kan geleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een metaal?

A

Een stof die bestaat uit geladen deeltjes, ongeacht vast of vloeibaar. Deze kan dus in beide vormen stroom geleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een molecuulrooster?

A

Een rangschikking van moleculaire stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een ionrooster?

A

Een rangschikking van zouten. (kristalvorm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een metaalrooster?

A

Een rangschikking van metalen, waarbij de atomen elektronen loslaten die dan langs de positieve ionen trekken; daardoor trekken de negatief en positief geladen deeltjes elkaar hard aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom breekt een zout als je het buigt?

A

Omdat de positief en negatief geladen deeltjes verschuiven en niet meer langs elkaar komen te liggen, daardoor verdwijnt de aantrekkingskracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom kan je een metaal buigen?

A

Door de regelmatige ligging van de atomen, waardoor de deeltjes elkaar evenveel blijven aantrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom wordt een metaal harder als je er bepaalde stoffen aan toevoegt?

A

Omdat de metaalatomen minder makkelijk langs de grotere toegevoegde atomen kunnen. Dan wordt het harder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stoffen geleiden altijd stroom?

A

De metalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geleidt een zout stroom in vaste vorm?

A

Nee, alleen vloeibaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly