4.2 Wat valt er te kiezen Flashcards

1
Q

Op wie stemmen we bij de verkiezingen

A

Op de volksvertegenwoordigers. Deze politici zijn lid van een politieke partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 bekendste politieke stromingen

A
  • liberalisme
  • sociaal-democratie
    -cristen-domocratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Politieke stroming

A

Binnen een stroming zijn mensen het eens over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen samenleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Liberalisme

A

Een stroming waarin vrijheid de belangrijkste waarde is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Economische vrijheid

A

met zo min mogelijk regels je eigen geld verdienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Persoonlijke vrijheid

A

De vrijheid om te leven zoals jij wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke partijen horen bij liberalisme

A

VVD en D66 zijn liberale partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociaal-Democratie

A

Is een stroming waarin solidariteit en gelijkwaardigheid belangrijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

solidariteit

A

dat je klaarstaat voor mensen met wie het niet zo goed gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke partijen horen bij Sociaal-Democratie

A

GroenLinks en PVDA en SP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Christen-Democratie

A

een stroming met het cristelijk geloof als uitgangspunt
Vooral naastenliefde is belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Partijen Christen-Democratie

A

CDA en Christen Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is buiten liberalisme/sociaal-democratie en Christen-Democratie een andere manier om in te delen?

A

Links-Midden en RechtsW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt naar gekeken bij het onder verdelen van Links-Midden en Rechts

A

Hierbij wordt gekeken naar de rol van de overheid in de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Links partij

A

Zijn voor een actieve overheid.
Verschillen tussen arm en rijk verkleinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rechtse partij

A

Zijn voor een passieve overheid
Burgers moeten voor zichzelf zorgen.

17
Q

Midden Partijen

A

partijen die vinden dat de overheid alleen moet helpen als mensen het zelf niet lukt.

18
Q

Populisme

A

Sommige partijen horen niet bij een stroming. Deze worden ingedeeld bij het populisme.
ze komen voor voor het belang van de gewone burgers.
Ze zeggen nadrukkelijk de stem van het volk te zijn.

19
Q

Voorbeeld partijen die horen bij populisme

A

PVV en Forum voor Democratie