41-70/1000 Flashcards
1
Q
Semua
A
1 alle
2. Alles
3. Allen
2
Q
Jika
A
Als, indien
3
Q
Apakah
A
- Wat voor
- Wat
- Of
4
Q
Punya
A
Hebben
5
Q
Jadi
A
Dus
6
Q
Jangan
A
(doe) niet
7
Q
Bukan
A
- Niet
- Nee
8
Q
Bagaimana
A
Hoe, wat
9
Q
Lebih
A
Meer (in grotere mate)
10
Q
Benar
A
- Waar
- Juist
- Heel
11
Q
Pada
A
Op, in, bij
12
Q
Lagi
A
- Meer
- Opnieuw
- Tevens
13
Q
Lakukan
A
- Doen
- Uitvoeren
14
Q
Mungkin
A
- Mogelijk
- Misschien
15
Q
Telah
A
Al, reeds