4. De huid Flashcards

1
Q

Opbouw huidlagen (+ Latijnse naam)

A

Opperhuid (epidermis)
Lederhuid (corium, cutis, dermis)
Onderhuid (subcutis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken opperhuid (5) —> epi=boven / derma=huid

A

0,05 - 0,1 mm dikte
Meerlagig epitheelweefsel met weinig/geen tussenstof
Veranderen van levende in dode cellen (buitenzijde)
Geen zenuwen, bloedvaten, lymfevaten en klieren
Verhoorningsproces ca. 28 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lagen opperhuid (+Latijnse naam)

A
Hoornlaag (stratum corneum)
Doorschijnende laag (stratum lucidum)
Korrellaag (stratum granulosum)
Stekelcellenlaag (stratum spinosum)    —> kiemlaag (laag van Malpighi)
Basaalcellenlaag (stratum cylindricum)—>
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken basaalcellenlaag (stratum cylindricum)

A

Eenlagig cilindrisch epitheel
Zeer vochtrijk
Voedingsstoffen en zuurstof vanuit bloedvaten lederhuid
Voortdurende celdeling (hoe hoger hoe platter) -> herstelling na beschadiging
Cellen liggen op basale membraan (bindweefsellaag tts opper en leder)
—> uitwisseling voedings- en afvalstoffen
Cellen voor pigmentvorming (melanocyten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken stekelcellenlaag (stratum spinosum)

A

Meerlagig kubisch epitheel met uitlopers met stekels
Stekels zijn verbindingen met andere cellen
Dikste laag van de opperhuid
Samen met basaalcellenlaag = kiemlaag (laag van Malpighi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken korrellaag (stratum granulosum)

A

Meerlagig epitheel
Plattere cellen
Begin van verhoorningsproces:
- levend celmateriaal verdwijnt en wordt dood materiaal
- verandering in de eiwitmoleculen van celplasma
- in cellen komen meer protoplasmakorrels (keratohylinekorrels), voorlopers van hoornstof (keratine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken doorschijnende laag (stratum lucidum)

A

Meerlagig epitheel
Platte cellen, liggen zonder structuur op elkaar
Cellen verliezen kern
Keratohyalinekorrels -> eleïdine (heeft hydroscopische/wateraantrekkende en hydrofiele/wateropzuigende werking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken hoornlaag (stratum corneum)

A

Cellen volledig verhoornd
Eleïdine -> keratine en hoornstof (eindfase verhoorning)
Platte cellen liggen dakpansgewijs op elkaar
Cellen bijeengehouden door kitsubstantie (vetachtige stoffen die buiten cel zijn getreden tijdens verhoorning)
Bevat slechts 10% water (% moet op peil blijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is verhoorning?

A

Vorming nieuwe cellen, start in basaalcellenlaag
Via lagen naar buiten toe opschuiven
Geen voeding door afstand bloedvaten lederhuid -> uitdroging (verhoorning)
Verandering celvorm
Chemische verandering eiwitten begint in korrellaag
Proces is ongeveer 28 dagen
Keratohyalinekorrels -> eleïdine -> keratine/hoorncellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Huidbarrière korrel- en doorschijnende laag

A

Levende cellagen:

  • Ca. 70% water in de cellen
  • Celdeling kiemlaag
  • Vetachtige stof in cellen

Dode cellagen:

  • 10% water
  • geen celdeling (kern verdwijnt)
  • vetachtige stoffen buiten cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken lederhuid (corium/ dermis/ cutis)

A

0,5 - 3 mm dikte
Dichte bindweefsels met veel tussenstof tussen cellen

Celtussenstof = vezels + bindweefsel grondsubstantie
Bindweefsel grondsub = koolhydraten- en eiwitverbindingen
Vezels = collagene v(stevigheid) + elastine v(elasticiteit) + reticuline v(draadjes die structuur geven door netwerk)
Cellen = fibroblasten + histiocyten + mestcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaan tussenweefselcellen id lederhuid?

A

Fibroblasten
Histiocyten
Mestcellen
Bloed en lymfe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functie tussenweefselcellen lederhuid

A

Fibroblasten: bindweefselcellen die grondstoffen leveren voor
opbouw vezels lederhuid
vormen grondsubstantie
vormen antilichamen tegen bacteriën en ziektekiemen

Histiocyten: beweeglijke cellen die zich richting lichaamsvreemde stoffen en bacteriën bewegen en ze vernietigen (fagocytose= opeten en verteren van ziektekiem of bacterie)

Mestcellen:
wondreparatie, opbouw tussenstof
vorming weefzelenzymen en weefselhormonen histamine (kan bloedvaten verwijden bij bv zonnebrand -> allergie)
massage zorgt voor betere doorbloeding -> Pos invloed op mestcellen

Bloed- en lymfevaten:
bloedvoorziening basaalcellenlaag
dieper in lederhuid -> groter in omvang
aanvoer voedingsstoffen - afvoer afvalstoffen
handhaven lichaamstemperatuur door samentrekken/uitzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lagen van de lederhuid

A

Papillenlaag (stratum papillaire)

Netlaag (stratum reticulaire)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken papillenlaag (stratum papillaire)

A

Direct onder opperhuid
Bloedvaten voor voeding en zuurstof basaalcellenlaag
Papilvormige uitstulpingen van lederhuid in opperhuid (dermis- of coriumpapillen)
Veroorzaakt lijntjes aan opp van de huid (huidlijsten/cutislijsten) voor iedere mens uniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken netlaag (stratum reticulaire)

A

Onder papillenlaag
Bevat bloed- en lymfevaten, zenuwen, klieren en receptoren van de huid
Vezelrijke laag maakt huid soepel, rekbaar en stevig
Vezels liggen regelmatig geordend (reticula=netwerk) waardoor splijtrichtingen ontstaan
Grootste deel van lederhuid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kenmerken onderhuid (subcutis)

A

Losmazig bindweefsel waartussen groepjes vetcellen bevinden
Vetcellen bepalen dikte onderhuid
Aantal vetcellen ligt vast vanaf geboorte

Functie vetten: beschermen lichaam en organen, bepalen veerkracht huid en lichaamsvormen, reservevoorraad, isolerende laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Functies van de huid (grootste orgaan)
—> natuurlijke openingen die overgaan in slijmvlies
—> dikste in nek,handpalm,voetzool en dunste op oogleden

A
  • geeft bescherming aan je lichaam (tegen chemische invloeden, weersinvloeden, elektriciteit, uitdroging, ziekteverwekkende organismen, UV-stralen)
  • graadmeter gezondheid: bleke huid=bloedarmoede (tekort hemoglobine)
  • uitscheiding van afvalstoffen via zweet
  • warmteregulatie (warmte- en koudezintuigen)
  • gevoelsfunctie via receptoren (vertakte zenuwtakjes) die verbonden zijn met zenuwvezels -> prikkels naar hersenen
    Receptoren: opperhuid (pijn), lederhuid (warm en koud), onder (tast en druk)
  • aanmaak vit D onder invloed van UV-stralen
    (provitamine D/ergosterol —> vitamine D=belangrijk vr botopbouw)
  • stoffen opnemen door huid = transcutane resorptie (transepidermale en transfolliculaire resorptie) wordt beïnvloed door dikte hoornlaag, temp vd huid en moleculaire structuur vd stof
  • productie weefselhormonen: histamine en acetylcholine
    Histamine: vlekkerig rood / aangemaakt in mestcellen in lederhuid / door bloeddoorstroming meer uitwisseling stoffen -> snellere genezing
    Acetylcholine: komt vrij tijdens massage door prikkeloverdracht bij motorische eindplaatjes -> egale rode huidverkleuring en bloedvaten verwijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Kenmerken van de huid

A
  • vochtgraad hoornlaag = NMF (natural moisturizing factor) is afh. van hoeveelheid keratine, kitsub tss hoorncellen, talgsub op huidopp, wateraantrekkende en -bindende stoffen
  • micro-organismen/huidflora (bacteriën, schimmels en gisten) zorgen voor afweer tegen ziekteverwekkende micro-org van buitenaf
  • zuurmantel = beschermende emulsie aan opp vd huid, bestaat uit zweet, talg, verhoorningsproducten en zuurstof (pH tss 5,5 en 5,8)
  • huidglans bepaald door zweet- en talgafscheiding, donshaartjes, conditie vd huid
  • huidspanning bepaald door kwaliteit lederhuid, dikte onderhuid, bloed- en lymfevaten, spanning in cellen (vocht,vet), ziekte, spierspanning
  • huidreliëf bepaald door talgklierporiën, huidveldjes, huidlijnen
  • huidskleur bepaald door hoeveelheid melanine, bloedvulling huid, dikte hoornlaag, ras, leefwijze, lichaamsgebied, leeftijd
  • ouderdom (huidastrofie = blijvende verlaging vd huidspanning + teleangiëctastieën = zichtbare huidadertjes)
  • verschil mannenhuid (sterkere verhoorning, vettere huid, grovere poriën, vaker acne, hogere pH, baardgroei)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Pigmentvorming

A

Basaalcellenlaag: melanocyten vormen melanogeen (kleurloos eiwit + uv-stralen = gekleurde melanine)
—> stekellaag tem hoornlaag: melanine
—> donkere pigmentatie absorbeert UVA en UVB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Aanhangsels (adnexen) van de huid

A

Talgklieren (talg = sebum)
Zweetklieren
Haren
Nagels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Talgklieren (fctie, ligging, bouw)

A

Functies:

  • vet en soepelheid huid/haren
  • bescherming uitdroging en vochtverlies
  • vormt met zweet een zuurmantel

Ligging:

  • bovenste laag lederhuid
  • grootste aantal op haargrbieden
  • niet op voetzolen, handpalmen

Bouw:

  • trosvormige huidklier
  • gevormd uit stof afscheidend epitheelweefsel
  • klierweefsel v talgklier heeft meerdere cellagen en hoge celdeling
  • meestal 2 talgklieren per haarzakje
  • exocriene klieren: afscheidingsproduct uitscheiden via afvoerbuisjes

Werking:

  • kliercellen die cytoplasma en vet opslaan in talgklier
    • > cytoplasma omgezet in vet: kern weg
    • > cel sterft en barst open: vettige sub = talg = vet+celresten
  • talgklierwerking onder invloed v androgene (mannelijke) hormonen
  • veel talg = vette huid / weinig talg of vet = droge huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Zweetklieren (fctie, werking, ligging)

A

Functie:

  • lichaamstemperatuur regelen
  • uitscheiden afvalstoffen vd celstofwisseling (niet zichtbaar zweet = perspiratie / zichtbare zweetdruppels = transpiratie)
  • vormen v zuurmantel

Werking:

  • eccriene zweetklieren: kleine zweetklieren over hele lichaam, onder invloed van onwillekeurig zenuwstelsel, scheiden enkel zweet uit
    (romp: belangrijke rol bij temp regelen, gezicht’ emotionele prikkels)
  • apocriene zweetklieren: grote zweetklieren, onder invloed v hormoon adrenaline, scheiden deel v kliercellen mee af, oksels/tepels

Ligging:
Onderste deel lederhuid, soms gedeelte in onderhuids bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Aandoeningen door bacteriën?

Folliculitis

A

Ontsteking van haarzakjes waarbij kleine jeukende bultjes op de huid ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Aandoening door bacteriën? | Steenpuist
= furunkel | Diepe ontsteking van een haarwortel waardoor warme, rode zwelling ontstaat
26
Aandoening door bacteriën? | Hordeolum
= strontje in het oog | Zwelling aan binnen- of buitenzijde vh ooglid veroorzaakt door ontsteking van zweetklier of talgklier in ooglid
27
Aandoening door bacteriën? | Hydradentis axillaris
Zweetklier abses van de apocriene zweetklieren id oksel
28
Aandoening van bacteriën? Gonorroe Syfilis
Gonorroe (druiper): Soa die veroorzaakt wordt door bacterie in urineleider bij mannen Syfilis: Soa is bacterie die zorgt voor zweertjes, maar de ziekte verspreid zich door hele lichaam via bloedbaan
29
Aandoening door virussen? | Herpes simplex
Virus dat infecties kan veroorzaken aan huid, zenuwen en slijmvliezen Verstopt zich in slapende vorm ih lichaam tot persoon zich niet lekker voelt en komt dan naar boven als koortslip/ uitslag
30
Aandoening door virussen? | Gordelroos
= zona Ziekte waarbij de getroffene op waterpokken gelijkende, gegroepeerde blaasjes op rode ondergrond krijgt op begrensd deel van het lichaam > deel komt overeen met dermatoom (deel van huid dat door 1 segmentale zenuw vanuit ruggenmerg wordt geïnnerveerd
31
Aandoening door virussen? | Waterwratten
= mollusca contagiosa / bolhoedwrat Veroorzaakt door virus uit pok-virussen familie Vooral bij kinderen op romp, oksels, bovenarm en elleboogplooien, knieholte en bovenbeen
32
Aandoeningen door virussen? | Gewone wrat
= verruca vulgaris | Zitten meestal op handen, vingers of voetzool
33
Aandoeningen door virussen? Hepatitis B Hepatitis C
Hepatitis B: Leverontsteking veroorzaakt door hep B virus Leverschade wordt toegebracht door afweersysteem vh lichaam Hepatitis C: Veroorzaakt door virus dat je kan krijgen als besmet bloed in je bloedbaan terecht komt
34
Aandoeningen door virussen? | Aids
Ziekte wordt veroorzaakt door hiv-virus dat het afweersysteem vh lichaam afbreekt
35
Aandoeningen door schimmels? (Dermatofyten/ mycosen) Voetschimmel Handschimmel
Voetschimmel = tinea pedis Schimmels die hoornlaag vd opperhuid aantasten Handschimmel = tinea manis Besmettelijke schimmel die vaak in vochtige ruimtes wordt opgelopen
36
Aandoeningen door schimmels? Ringworm Angulus infectiosus
Ringworm = tinea corporis Schimmelinfectie vd huid, begint als ronde plek die eruit ziet als ring en groter wordt Angulus infectiosus: ontsteking aan de mondhoeken
37
Aandoeningen door schimmels? | Smetten
= intertrigo Verzamelnaam voor rode, pijnlijke huiduitslag op plekken waar huid tegen huid ligt Gevolg van combi vocht, warmte en frictie
38
Efflorescenties?
Primaire: huidverschijnselen die zich voordoen als rechtstreeks gevolg van pathologische verandering Secundaire: “ “ “ als indirect gevolg “ “ “
39
Efflor? Macula
Kleurverandering in de huid, door opslag van gekleurde bestanddelen
40
Efflor? Papula
Verhevenheid vd huid, kleiner dan 1 cm (bv puitjes)
41
Efflor? Vesicula
Blaasje met vloeistof dat boven huidniveau uitsteekt | Vesikel ontstaat door serum of bloed opgehoopt tss 2 huidlagen
42
Efflor? Pustula
Blaasje met pus / puist
43
Efflor? Cyste
Holte gevuld met vloeistof (serum, bloed of celafval) | Kunnen op de huid en in het lichaam voorkomen
44
Efflor? Urtica
Rozige verheffing vd huid, wordt vaak veroorzaakt door vochtophoping en zien we bv bij allergische reacties
45
Efflor? Erytheem
Roodheid vd huid door vaatverwijding
46
Efflor? Zwelling
Vochtophoping onder de opperhuid
47
Efflor? Congenitale naevus
Moedervlek die sinds geboorte aanwezig is
48
Efflor? Nodulus
Knobbel bestaande uit cellen of weefsel, kwaad- of goedaardig Verheven boven huid
49
Efflor? Squama
Huidschilfer, komen voor bij bv psoriasis of eczeem
50
Efflor? Crusta
= korst | Gestold of ingedroogd bloed, pus, serum
51
Efflor? Ragade
= kloof / fissuur | Diepgaande spleetvormige scheur bv eeltkloven
52
Efflor? Excoratio
Oppervlakkige beschadiging van weefsel vd huid | = schaafwond
53
Efflor? Ulcus
= zweer | Defect id huid dat dieper ligt dan schaafwond bv doorligwond
54
Efflor? Cicatrix
= litteken | Bindweefselvorming vd huid na verwonding
55
Verhoornen?
= keratinisatie | De celwand van de huid verdikt, droogt uit en sterft af
56
Aandoeningen hoornlaag? | Ichtysosis
Schubbenhuid
57
Aandoening hoornlaag? | Eelt
Verdikte hoornlaag op plaatsen waar huid te maken krijgt met wrijving of druk > beschermlaag
58
Aandoening hoornlaag? | Gerstenkorrels
= milia | Kleine witte korreltjes op de huid, die ontstaan door verstopte talg- of zweetklieren
59
Aandoeningen hoornlaag? | Verhoornde haarzakjes
= keratosis pilaris | Vorm van kleine kegels, komen meestal voor op achterkant ven armen of bovenbenen
60
Aandoening hoornlaag? | Likdoorn
= clavus / eksteroog | Naar binnen vergroeide eeltplek die meestal voorkomt op voetzool, bovenkant tenen, teentop of handpalmen
61
Aandoening hoornlaag? | Psoriasis
Opperhuid vernieuwt zich om de 6-7 dagen (normaal 27-30d) > huid wordt schilferig Chronische huidafwijking
62
Pigmentering?
Huidskleur wordt bepaald door pigment/ melanine Bruine kleur in pigmentcellen in kiemlaag (pigmentkorrels) > worden afgegeven opperhuidcellen
63
Afwijking pigmentering? | Hyperpigmentatie
= te sterke pigmentatie Sproeten: plaatselijke pigmentophopingen Zwangerschapsmisselijkheid: melasma/ bruine verkleuring gelaat Moedervlek: naevi pigmentosi / gepigmenteerde huidaandoening Ouderdomsvlek: naevi pigmentosi sinilis/ platte, bruine vlekken Levervlek: chloasma/ lentigo / licht gepigmenteerde vlekken
64
Aandoening pigmentatie? | Hypopigmentatie
Albinisme: erfelijke ziekte die gekenmerkt wordt door afwezigheid van melanine in huid, haren, ogen en nagels Vitiligo: kan erfelijk zijn melkwitte plekken van verschillende grootte en vorm
65
Aandoening aan bloedvaten? | Couperose
= teleangiëctastieën Verwijde bloedvatjes, door maag- en darmklachten, verandering in hormonen of cosmetica, temperatuursverandering, medicijnen
66
Aandoening bloedvaten? | Bezemrijs / penselen
Verwijde haarvaatjes in de benen, vaak gepaard met spataders Bezemrijs: haarvaatjes gevuld met aderlijk bloed (donkerrood) Penselen: “ “ “ “ slagaderlijk bloed (felrood)
67
Aandoening bloedvaten? | Wijnvlek / naevus flammeus
Paarsrode vlekken die ontstaan door verwijde bloedvaatjes aan de opp vd huid
68
Aandoening bloedvaten? Slagaderlijke verkalking Hoge bloeddruk
Verkalking: bloeddoorstrolingsstoornis waarbij wanden vd slagaders vernauwen door afzetting van vet, kalk en bindweefsel op de vaatwand Hoge bloeddruk = hypertensie
69
Aandoening bloedvaten? Spataders Bloeduitstorting
Spataders: ontstaan doordat de klepjes in de beenaderen niet goed sluiten, waardoor bloed terugstroomt naar aderen en deze van zwellen Bloeduitstorting = hematoom
70
Parasieten? | Schurft
= scabiës | Huidafwijking die wordt veroorzaakt door schurftmijt en is zeer besmettelijk
71
Parasieten? | Pediculosis
= luizen | Kleine insecten die zich voeden met bloed, hoofdluis en schaamluis
72
Afwijkingen vetweefsel? | Panniculose
= sinaasappelhuid Vetcellen slaan te veel vet op waardoor cellen tegen elkaar drukken en slechte doorbloeding ontstaat > bindweefsel beschadigt Als bindweefsel ontsteekt = cellulitis
73
Afwijking vetweefsel? | Adipositas
= obesitas, overgewicht, zwaarlijvigheid Endogene oorzaken 10% Exogene oorzaken 90%
74
Allergieën? | Fytofotodermatis
Aandoening waarbij licht (foto) een toxische of allergische eczeemreactie (dermatis) uitlokt op een plantaardige stof (fyto) Bv. Sap van reuzeberenklauw op huid met zonlicht erop
75
Allergieën? | Berlockdermatitis
Vorm van fytofotodermatitis met verkleuring vd huid ten gevolge vd fototoxiteit van sommige plantensappen en etherische oliën Bv. oliën in parfums
76
Allergieën? | Contacteczeem
Huidaandoening die zowel allergisch als irritatief van aard kan zijn Eczeem = ontsteking vd huid Contacteczeem = ontsteking w uitgelokt door externe stof die afweersysteem vd huid activeert
77
Wat is allergische sensibilisatie?
Proces waarbij afweersysteem in contact komt met bepaald stof en hiertegen een reactie ontwikkeld Bij herhaald contact reageert gesensibiliseerd immuunsysteem met een ontstekingesreactie
78
Allergieën? | Urticaria
= netelroos / galbulten Huidaandoening waarbij zeer jeukende huiduitslag met rode vlekken in bovenste laag vd huid die snel dikker worden en kunne overgaan in blekere plekken (urtica)
79
Allergieën? | Oedeem van Quicke
= angio-oedeem Abrupte zwelling van weefsel, vooral in gezicht en id keel Vergelijkbaar met netelroos, maar zwelling is dieper id huid
80
Wat is een gezwel?
Tumor = Lat. naam voor zwelling | Kan verschillende oorzaken hebben: toename vocht, meer cellen, of beide
81
Goedaardige gezwellen?
Groeien langzaam, rukken zich niet los uit oorspronkelijke omgeving, groeien niet door weefsel heen, zijn zelden gevaarlijk Bv. wratten, moedervlek, wijnvlek, vetgezwellen
82
Kwaadaardige gezwellen?
Snelle celvermeerdering, dringen binnen in andere weefsels en organen en verwoesten ze Verspreiden door lichaam via bloedsomloop of lymfestelsel, of zaaien zich uit
83
Huidafwijking door fysische invloeden? | Brandwonden
Verwonding die meestal ontstaat door verbranding vd huid door invloed van hitte gedurende een bepaalde tijd en boven een bepaalde kritische temp (boven 42ºC) Onderverdeling van eerstegraads tot vierdegraads brandwonden
84
Huidafwijking door trauma/ letsel?
Trauma of letsel = onderbreking vd continuïteit ve weefsel , bv of bot, meestal door inwerking van uitwendig geweld Wond (vulnus) = onderbreking vd continuïteit vd huid
85
Huidafwijking dr trauma? | Kneuzing
= contusie | Wanneer onderhuids weefsel beschadigd raakt door stomp geweld bv vallen of stoten
86
Huidafwijking trauma? | Bloeduitstorting
= hematoom | Specifieke situaties waarbij het uittredend bloed zich ophoopt ergens in het lichaam, bv blauwe plek
87
Huidafwijking dr inwendige ziekten? | Diabetes mellitus
= suikerziekte Wordt gekenmerkt door herhaaldelijke verhoogde bloedglucosespiegel Pancreas produceert niet genoeg insuline of lichaam reageert niet goed op de insuline die het afgeeft
88
Huidafwijking dr inwendige ziekte? | Xanthelasma
= kalkoenlipjes /palpebrarum | Geel bultjes wat rond de ogen kan ontstaan, het is ophoping van cholesterol
89
Huidafwijking door talg- en zweetklieren? | Acne
= verzamelnaam van huidaandoeningen, die te herkennen zijn aan het optreden van puistjes > acne vulgaris / jeugdpuistjes > acne conglobata / ernstige vorm met abcessen en littekens > acne keloidalis
90
Huidafwijking dr talg- en zweetklieren? | Rosacea
Chronische huidaandoening die vooral voorkomt bij mensen met lichte huid Rode uitslag in het gezicht, soms ook op borst, in nek, oren of op haargrens, gaat soms samen met tele’s en puistjes, geen comédienne
91
Huidaandoening dr talg- en zweetklieren? | Hyperhidrose
= overmatig zweten | Oorzaak niet gekend, Botox kan plaatselijk helpen
92
Degeneratie van de huid?
Achteruitgang van de huid
93
Huidveroudering? | Atrofie
= ‘zonder voeding’ Celdeling neemt af en cellen verrimpelen door waterverlies/ atrofie > nummerieke: afname aantal cellen > eenvoudige: afname celfunctie
94
Huidveroudering? | Elastosis
Door vermindering van elastine vezels domineren collagene vezels, waardoor huid stug en minder elastisch wordt
95
Huidveroudering? | Rimpels en plooien
Ontstaan rimpels is te wijten aan combi van atrofie en elastosis Plooien zijn diepe rimpels
96
Huidveroudering? Donkere kringen onder ogen Wallen onder ogen
Donkere kringen: huid onder ogen is dun en gevoelig en bloed is door huid zichtbaar Wallen: vet of vochtophoping
97
Regeneratie vd huid?
Verschijnsel waarbij beschadigde delen van dierlijke organisme volledig woorden hersteld bv wondgenezing
98
Litteken?
Blijvend zichtbare afwijking die resteert na genezing van een diepe wond ( dieper dan opperhuid) Het is bindweefsel dat id plaats van de opperhuid komt
99
Wat is de Rheinse barrière?
Vliesje/ membraan tussen korrellaag en doorschijnende laag dat natuurlijk vochtniveau vd huid regelt Niet alle stoffen kunne erdoor
100
Functies van de nagel?
Beschermen vingers en tenen Waarschuwen voor aanrakingen Warmteverdeling vh lichaam
101
Bouw van de nagel?
``` Nagelbed (matrix unguis) Nagelwortel (radix unguis) Nagelwal (vallum unguis) Nagelplooi (sulcus matrices unguis) Nagelriem (eponychium) Nagelplaat (corpus unguis) Nageluiteinde (par destalis unguis) Halve maantje (lunula) ```
102
Wat is het nagelbed?
Voortzetting van de opperhuid Waar nagelbed loslaat van nagelplaat = vrije nageluiteinde Waar nagelbed begint = kiemlaag
103
Wat is de nagelwortel?
Begin van de nagelplaat, ligt gedeeltelijk id huid en bestaat uit verhoornde cellen
104
Wat is de nagelwal?
Deze wordt gevormd door huid die de nagel aan de zijkant en achterkant omsluit > nagelwal gaat over in nagelplooi
105
Wat is de nagelriem?
De zichtbaar verhoornde rand van de nagelwal aan de zijkant en achterkant vd nagelplaat > biedt bescherming tegen binnendringen ziektekiemen en vuil
106
Wat is de nagelplaat?
Opgebouwd uit sterk verhoornde epitheelcellen vd opperhuid en vormt de eigenlijke nagel Bevat fosforzure kalk dat de hardheid bepaald
107
Wat is het halve maantje?
Bleek gedeelte aan begin vd nagelplaat | Cellen zijn nog niet volledig verhoornd
108
Wat zijn bacteriën?
Eencellige micro-organismen die de vorm van een spiraal, roede of bol hebben en zichzelf kunnen vermenigvuldigen. Ze komen individueel of met andere bacteriën als kettingen, paren of pakketjes voor
109
Wat zijn virussen?
Parasieten zonder een eigen metabolisme. | Ze vermenigvuldigen zelfstandig door gebruik te maken vd cellen vd gastheer
110
Wat zijn gisten?
Eencellige micro-organismen die suikers en zetmeel afbreken, waarbij koolzuurgas vrijkomt en schuimvorming ontstaat
111
Wat zijn schimmels?
Meercellige draadvormige organismen die samenwerken met een taakverdeling en die zo grotere zichtbare zwamvlokken vormen