4 Consumenten- en hypothecair krediet (boek VII WER) Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen de omzetting van de Europese richtlijn consumentenkrediet en de richtlijn woningkredieten in boek VII van het Wetboek van Economisch Recht (WER)?

A

De omzetting van de Europese richtlijn consumentenkrediet in boek VII van het WER is gebaseerd op gerichte maximale harmonisatie, wat betekent dat lidstaten geen additionele bescherming kunnen bieden binnen het geharmoniseerde gebied. Daarentegen is de omzetting van de richtlijn woningkredieten gebaseerd op minimale harmonisatie, waardoor lidstaten wel de mogelijkheid hebben om additionele bescherming te bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het Wetboek van Economisch Recht (WER) omvangrijker dan de Europese richtlijnen inzake consumentenkrediet?

A

Het WER biedt een uitgebreidere bescherming dan de Europese richtlijnen omdat de richtlijnen niet alle vragen en kwesties regelen. Lidstaten hebben de vrijheid om in andere regelgeving te voorzien voor zaken die niet worden behandeld in de Europese richtlijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het doel van de ESIS (European Standardised Informationsheet) bij richtlijn woningkredieten?

A

De ESIS is bedoeld als precontractuele informatie in de vorm van gestandaardiseerde informatiebladen om consumenten in staat te stellen eenvoudig te vergelijken tussen kredietverstrekkers uit verschillende EU-lidstaten. Het doel is om ervoor te zorgen dat aanbiedingen van buitenlandse kredietverstrekkers niet aantrekkelijker zijn dan die van binnenlandse kredietverstrekkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de gevolgen van de herziening van de EU-richtlijn Consumentenkrediet?

A

Er wordt verwacht dat er in 2023 een nieuwe richtlijn Consumentenkrediet zal worden uitgebracht op EU-niveau. Deze nieuwe richtlijn moet vervolgens worden omgezet in nationaal recht van de lidstaten. De herziening heeft tot doel de consumentenbescherming verder te verbeteren en mogelijk nieuwe regels en vereisten voor consumentenkrediet te introduceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer zijn de regels inzake krediet uit boek VII van toepassing?

A

De regels zijn van toepassing wanneer een kredietgever krediet verstrekt aan een consument in de zin van het Wetboek van Economisch Recht (WER). Het toepassingsgebied omvat kredieten die hoofdzakelijk voor privédoeleinden worden aangegaan. B2B-kredieten vallen niet onder het toepassingsgebied van boek VII.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie wordt beschouwd als een consument in de context van kredietverlening?

A

Een consument is een natuurlijke persoon die krediet aangaat voor hoofdzakelijk privédoeleinden. Het is belangrijk om te kijken naar het doel van het krediet en of de goederen of diensten bestemd zijn voor privégebruik of professionele doeleinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie wordt beschouwd als een kredietgever in de context van boek VII van het Wetboek van Economisch Recht (WER)?

A

Een kredietgever is een persoon die krediet verstrekt in het kader van zijn beroepsactiviteit. Occasionele kredietverlening valt niet onder de regels van boek VII WER.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen kredietmakelaars en verbonden agenten?

A

Kredietmakelaars brengen contractspartijen met elkaar in contact, maar treden niet op namens een specifieke kredietgever. Ze werken vaak voor meerdere kredietgevers. Verbonden agenten daarentegen treden op namens één kredietgever of een groep kredietgevers. Ze hebben vertegenwoordigingsbevoegdheid en kunnen namens de kredietgever direct een kredietovereenkomst sluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zijn de regels inzake consumentenkrediet van toepassing op kredietverlening tussen consumenten onderling?

A

Op dit moment zijn de regels inzake consumentenkrediet niet van toepassing op kredietverlening tussen consumenten onderling, waarbij geen professionele kredietgever betrokken is. Er wordt echter gewerkt aan nieuwe regelgeving om deze situatie aan te pakken en de verplichtingen en beoordeling van de kredietwaardigheid van consumenten onderling te reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de huidige regels met betrekking tot consumentenkrediet?

A

Op dit moment zijn de regels inzake consumentenkrediet niet van toepassing op kredietverlening tussen consumenten onderling, waarbij geen professionele kredietgever betrokken is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer zijn de regels uit Boek VII (over consumenten en hypothecair krediet) van toepassing?

A

De regels uit Boek VII zijn van toepassing wanneer er door een kredietgever in de zin van Boek VII krediet wordt verstrekt aan een consument in de zin van WER.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten krediet vallen niet onder het toepassingsgebied van Boek VII?

A

B2B-kredieten vallen niet onder het toepassingsgebied van Boek VII.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt bedoeld met ‘consument’ in de context van krediet?

A

Een consument is iemand die een krediet aangaat voor hoofdzakelijk privé-doeleinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het tweestappenproces voor het beoordelen of een krediet onder het consumentenkrediet valt?

A

Eerst moet worden gekeken waarvoor het krediet dient (bijvoorbeeld voor de financiering van bepaalde diensten of goederen) en vervolgens moet worden nagegaan of deze goederen/diensten bestemd zijn voor privédoeleinden of professionele doeleinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie wordt beschouwd als kredietgever?

A

Een kredietgever is iemand die krediet verstrekt in het kader van zijn beroepsactiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een kredietbemiddelaar en wat zijn de twee hoofdcategorieën?

A

Een kredietbemiddelaar speelt een rol bij het sluiten van de kredietovereenkomst. De twee hoofdcategorieën zijn kredietmakelaars en verbonden agenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het probleem met consumenten die onderling aan elkaar krediet verlenen?

A

De regels van het consumentenkrediet zijn niet van toepassing, omdat het krediet niet wordt verleend door een professionele kredietgever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de huidige ontwikkeling in de regelgeving omtrent consumentenkrediet?

A

Er wordt gezocht naar een regeling waarin bepaalde verplichtingen worden opgelegd voor consumenten die onderling krediet verlenen, zoals de verplichting tot beoordeling van de kredietwaardigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de definitie van een kredietovereenkomst?

A

Een kredietovereenkomst is elk uitstel van betaling. Dit kan bijvoorbeeld een verkoop op afbetaling, lening, of leasing zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is hypothecair krediet en wanneer moet dit worden toegepast?

A

Hypothecair krediet heeft of een onroerende waarborg (voornamelijk een hypotheek op onroerend goed) of een onroerende bestemming. Als een krediet als hypothecair krediet kwalificeert, moeten de regels voor hypothecair krediet worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke overeenkomsten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de regels inzake consumentenkrediet?

A

Artikel VII.3 WER sluit een aantal overeenkomsten uit van het toepassingsgebied van de regels inzake consumentenkrediet. Dit zijn overeenkomsten die volledig of gedeeltelijk worden uitgesloten omdat ze weliswaar als kredietovereenkomst kwalificeren, maar het is niet nuttig om deze overeenkomsten te onderwerpen aan de bepalingen van Boek VII WER.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Kunnen de regels inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet tegelijkertijd van toepassing zijn?

A

Nee, de regels inzake hypothecair krediet hebben voorrang. Het is eerst nodig om na te gaan of het om hypothecair krediet gaat of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kunnen de regels inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet tegelijkertijd van toepassing zijn?

A

Nee, de regels inzake hypothecair krediet hebben voorrang. Het is eerst nodig om na te gaan of het om hypothecair krediet gaat of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe wordt bepaald of een krediet als hypothecair krediet wordt beschouwd?

A

Een krediet wordt als hypothecair krediet beschouwd als het ofwel een onroerende waarborg heeft, zoals een hypotheek op onroerend goed, ofwel een onroerende bestemming heeft, zoals de financiering van de aanschaf of het behoud van zakelijke rechten op onroerend goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe worden renovatiekredieten gekwalificeerd?

A

Renovatiekredieten worden doorgaans beschouwd als consumentenkredieten, tenzij het renovatiekrediet wordt gewaarborgd door een hypotheek op onroerend goed. In dat geval wordt het beschouwd als hypothecair krediet met een onroerende bestemming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe wordt bepaald welke regels van toepassing zijn bij herfinanciering?

A

Bij herfinanciering wordt gekeken of het nieuwe kredietbedrag hoofdzakelijk wordt gebruikt om een hypothecair krediet of een consumentenkrediet aan te zuiveren. Als het hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het hypothecaire krediet, dan worden de regels voor hypothecair krediet toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is het verschil tussen hypothecair krediet met onroerende en roerende bestemming?

A

Hypothecaire kredieten kunnen zowel een onroerende als een roerende bestemming hebben. De meeste kredieten zijn hypothecaire kredieten met een onroerende bestemming, bijvoorbeeld voor de aankoop van onroerend goed. Maar je kan ook een hypothecair krediet hebben met een roerende bestemming, zoals de aankoop van een nieuwe auto.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is een kaderkredietovereenkomst en hoe wordt deze toegepast in de praktijk?

A

Wanneer een hypothecair krediet wordt aangegaan, voorziet een bank doorgaans in een kaderkredietovereenkomst en geeft het woningkrediet binnen dat kader vorm. De hypotheek wordt verbonden aan de kaderkredietovereenkomst, waardoor eventuele schulden van de kredietnemer jegens de bank gewaarborgd zijn door een hypotheek op onroerend goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe wordt een auto lening geclassificeerd als het valt onder een kaderkredietovereenkomst?

A

Als een autolening wordt verstrekt onder de kaderkredietovereenkomst, dan is de terugbetaling gewaarborgd door een hypotheek op onroerend goed. Dit betekent dat de autolening wordt beschouwd als een hypothecair krediet met een roerende bestemming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is het verschil tussen een hypothecair mandaat en een hypotheekbelofte?

A

Zowel een hypothecair mandaat als een hypotheekbelofte zijn technieken waarbij er nog geen hypotheek wordt gevestigd, maar er wordt een mandaat of belofte gegeven om op een later moment de hypotheek te vestigen. Ze vallen beide onder de toepassing van de regels inzake hypothecair krediet en worden beschouwd als voldoende voor een onroerende waarborg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is het nadeel van een hypotheek op onroerend goed voor het volledige kredietbedrag?

A

Het nadeel van een hypotheek op onroerend goed voor het volledige kredietbedrag is dat er registratierechten moeten worden betaald ten belope van het volledige kredietbedrag. Deze bedragen 1%, wat kan oplopen tot een aanzienlijk bedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat zijn de voordelen van een hypothecair mandaat en een hypotheekbelofte?

A

Een hypothecair mandaat en een hypotheekbelofte kunnen het betalen van registratierechten vermijden. In beide gevallen wordt er bij het aangaan van het mandaat of de belofte nog geen hypotheek gevestigd, waardoor er nog geen registratierechten verschuldigd zijn. Een ander voordeel van een hypothecair mandaat is dat het de kredietgever in staat stelt om de hypotheek te vestigen zonder verdere medewerking van de kredietnemer. Dit biedt de bank meer zekerheid. Een hypotheekbelofte daarentegen is nog goedkoper, omdat het een onderhandse belofte is die geen notariskosten met zich meebrengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat zijn de nadelen van een hypothecair mandaat en een hypotheekbelofte?

A

Het nadeel van een hypothecair mandaat is dat de hypotheek pas rang neemt op het moment van de daadwerkelijke vestiging van de hypotheek. Daarnaast zijn er nog kosten verbonden aan het mandaat, hoewel deze lager zijn dan bij een hypotheek. Het nadeel van een hypotheekbelofte is dat de kredietgever moet rekenen op de medewerking van de kredietnemer om de hypotheek te vestigen. Als er geen medewerking is, zal de kredietgever dit moeten afdwingen via de rechter, waardoor de hypotheek ook pas veel later rang neemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Hoe worden hypotheken en hypothecair mandaat vaak gecombineerd in de praktijk?

A

In de praktijk wordt vaak een combinatie van een hypotheek en een hypothecair mandaat gebruikt. Dit betekent dat er voor een deel van het krediet een klassieke hypotheek wordt gebruikt, en voor het andere deel een hypothecair mandaat. Op deze manier kunnen de kosten verbonden aan het vestigen van zekerheid worden gereduceerd. Je betaalt enkel registratiekosten voor het deel waarvoor de hypotheek daadwerkelijk wordt gevestigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Welk risico loopt de kredietnemer bij het gebruik van een hypothecair mandaat?

A

Er is een bepaald risico voor de kredietnemer bij het gebruik van een hypothecair mandaat. Het is mogelijk dat de bank op een bepaald moment besluit om het mandaat te gebruiken en de hypotheek toch te vestigen. Dit kan zonder medewerking van de kredietnemer, aangezien hij al een mandaat heeft gegeven. Als de bank besluit om het mandaat te gebruiken en de hypotheek te vestigen, dan zal de kredietnemer alsnog registratierechten verschuldigd zijn, wat een extra kost betekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat zijn de twee hoofdtechnieken voor de terugbetaling van een hypothecair krediet?

A

Bij de terugbetaling van een hypothecair krediet zijn er twee hoofdtechnieken:

Terugbetaling met aflossing van het kapitaal: bij deze techniek wordt bij elke betaling een deel van het kapitaal onmiddellijk in mindering gebracht van het verschuldigde saldo. Dit betekent dat vanaf de eerste termijn die je betaalt onder het hypothecair krediet, je het verschuldigde saldo gaat reduceren. Binnen deze techniek bestaan er twee subcategorieën: vaste mensualiteiten en vaste kapitaaldelgingen (ook bekend als degressieve betalingen).
Reconstitutie van het kapitaal: bij deze techniek betaal je tijdens de looptijd van het krediet alleen de rente en los je het kapitaal in één keer af aan het einde van de looptijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat is het verschil tussen vaste mensualiteiten en vaste kapitaaldelgingen bij de aflossing van een hypothecair krediet?

A

Het verschil tHet verschil tussen vaste mensualiteiten en vaste kapitaaldelgingen heeft te maken met de samenstelling van de maandelijkse betaling:

Bij vaste mensualiteiten betaal je elke maand hetzelfde bedrag. Een deel hiervan gaat naar het aflossen van het kapitaal, en een deel naar de rente. Het bedrag dat je betaalt blijft de hele looptijd van het krediet hetzelfde, op voorwaarde dat je een vaste rentevoet hebt.
Bij vaste kapitaaldelgingen betaal je elke maand een vast bedrag aan kapitaal terug, maar de rente die je moet betalen, daalt naarmate je meer van het kapitaal aflost. Daardoor begint de maandlast hoger, maar deze vermindert elke maand.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Welk aflossingssysteem is het voordeligst: vaste mensualiteiten of vaste kapitaaldelgingen?

A

Als je kijkt naar het totaalbedrag aan rente dat je over de volledige looptijd van het krediet betaalt, dan zijn vaste kapitaaldelgingen voordeliger. Omdat je bij dit systeem sneller het kapitaal terugbetaalt, betaal je aan het einde van de rit minder rente. Bij vaste mensualiteiten gaat de terugbetaling van het kapitaal trager, waardoor je over de gehele looptijd van het krediet meer rente betaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Kun je tijdens de looptijd van het krediet overstappen van het ene naar het andere aflossingssysteem?

A

In theorie is het mogelijk om tijdens de looptijd van het krediet over te stappen van het ene naar het andere aflossingssysteem. Dit zou je bijvoorbeeld kunnen bedingen in de onderhandelingen met de bank. Het kan financieel voordelig zijn om in de beginjaren van het krediet te kiezen voor vaste mensualiteiten, en dan later over te stappen op vaste kapitaaldelgingen als je financiële situatie dat toelaat. Echter, dit is niet altijd mogelijk en is sterk afhankelijk van het beleid van je kredietverstrekker. Het is dus belangrijk om dit op voorhand te bespreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat houdt het aflossingssysteem van reconstitutie van kapitaal in bij een hypothecair krediet?

A

Bij reconstitutie van kapitaal, ook wel bekend als een beleggingshypotheek, betaal je gedurende de looptijd van het krediet enkel de rente. Het af te lossen kapitaal wordt niet onmiddellijk verminderd met je betalingen. In plaats daarvan wordt een deel van het bedrag dat je elke maand betaalt, geïnvesteerd via een spaar- of beleggingscontract. De bedoeling is dat je, door te sparen of te beleggen, aan het einde van de looptijd van het krediet voldoende geld hebt verzameld om het volledige geleende bedrag terug te betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat zijn de risico’s en voordelen van een reconstitutiekrediet?

A

Een reconstitutiekrediet kan zowel voordelen als risico’s met zich meebrengen. Het voornaamste voordeel is dat je mogelijk een hoger bedrag kunt sparen of beleggen dan het geleende bedrag, waardoor je winst kunt maken. Het grootste risico is echter dat de waarde van je beleggingen kan dalen, bijvoorbeeld door een beurscrash, waardoor je mogelijk niet genoeg geld verzamelt om het volledige geleende bedrag terug te betalen. In dat geval zou je het resterende bedrag uit eigen zak moeten betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Kan een reconstitutiekrediet gecombineerd worden met een aflossing van kapitaal?

A

Ja, het is mogelijk om een reconstitutiekrediet te combineren met een krediet dat gepaard gaat met de aflossing van kapitaal. Deze combinatie kan helpen om het risico te beperken. Als je risico beperkt, ga je ook de potentiële winst beperken in het geval waarin het goed gaat met je beleggingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is de rol van de kredietverstrekker bij het verstrekken van een reconstitutiekrediet?

A

Bij het verstrekken van een reconstitutiekrediet heeft de kredietverstrekker de plicht om de kredietnemer goed te informeren over de risico’s die hij loopt. Het is van groot belang dat de kredietnemer begrijpt dat de waarde van zijn financiële instrumenten een grote rol zal spelen in hoeveel hij uiteindelijk kan sparen of beleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Welke kredietovereenkomsten zijn volledig uitgesloten van de regels uit boek VII WER volgens artikel 3, en waarom?

A

Volgens artikel 3 van boek VII WER zijn bepaalde kredietovereenkomsten volledig uitgesloten van de regels. Twee voorbeelden hiervan zijn:

Kredieten zonder rente, terugbetaalbaar binnen een termijn van twee maanden en met een kost die lager is dan 4,17 euro per maand (jaarlijks niet meer dan 50 euro). Dit zijn typisch kredietkaarten zoals Visa of Mastercard, waarbij de consument elke maand een overzicht krijgt van het bedrag dat hij heeft uitgegeven en dat bedrag via domiciliëring wordt terugbetaald.

Kosteloos uitstel van bestaande schuld: situaties waarin een schuld al bestaat en de kredietverstrekker de consument de mogelijkheid geeft om het bedrag uitgesteld terug te betalen. In dit geval zijn er geen rente of kosten verbonden aan het uitstel, waardoor deze uitzondering niet van toepassing is op de regels voor consumentenkrediet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat zijn gedeeltelijk uitgesloten kredietovereenkomsten volgens artikel 3, §3 van boek VII WER?

A

Gedeeltelijk uitgesloten kredietovereenkomsten zijn overeenkomsten waarop sommige, maar niet alle, regels van boek VII WER van toepassing zijn. Twee voorbeelden hiervan zijn:

Geoorloofde debetstand: Dit is een situatie waarbij de consument het recht heeft om onder nul te gaan op zijn zichtrekening. Afhankelijk van de voorwaarden voor het terugbetalen van de geoorloofde debetstand, zijn er meer of minder regels van boek VII van toepassing.

Kredieten voor een bedrag onder 200 euro: Voor dergelijke kleine kredieten is het niet gerechtvaardigd dat er veel formaliteiten zijn, dus niet alle regels van boek VII zijn van toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat is een Pay Day Loan en waarom is het belangrijk in de context van de regelgeving voor consumentenkrediet?

A

en Pay Day Loan is een type krediet dat consumenten kunnen afsluiten voor enkele dagen. Het wordt vaak gebruikt door mensen die aan het einde van de maand krap bij kas zitten en geld nodig hebben om de kosten van levensonderhoud te dekken tot ze hun loon ontvangen. Hoewel dit soort leningen in België niet gebruikelijk zijn vanwege de hoge kosten, worden ze in landen als het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië op grote schaal aangeboden. Er is discussie over of er op EU-niveau een verplichte kredietwaardigheidsbeoordeling moet worden ingevoerd voor dit soort kredieten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Welke verplichte vermeldingen zijn er voor reclame die de Jaarlijks Kostenpercentage (JKP) of kost van het krediet vermeldt?

A

In deze reclame moet bepaalde informatie worden opgenomen zoals rentevoet, kredietbedrag, en totaal terug te betalen bedrag. Er moet gewerkt worden met een representatief voorbeeld, waarbij bijvoorbeeld wordt uitgegaan van een representatief kredietbedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Hoe wordt het Jaarlijks Kostenpercentage (JKP) gedefinieerd?

A

JKP is de totale kost van het krediet uitgedrukt in procent op jaarbasis, dit omvat zowel rente als andere kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

JKP is de totale kost van het krediet uitgedrukt in procent op jaarbasis, dit omvat zowel rente als andere kosten.

A

Bij dit soort reclame moet de vermelding “Let op: geld lenen kost ook geld” worden opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat zijn de gevolgen als de voorschriften met betrekking tot kredietpromotie niet worden nageleefd?

A

Als de voorschriften niet worden nageleefd, kan dit leiden tot administratieve sancties. Daarnaast kan het ook worden gezien als een oneerlijke handelspraktijk jegens consumenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat betekent de verplichting om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen?

A

Deze verplichting, die bestaat op grond van de wet, houdt in dat de kredietverstrekker moet controleren of de consument in staat is om het krediet terug te betalen. Het voorstellen van deze verplichting als een extra dienst in reclame kan als misleidend worden beschouwd, omdat het simpelweg een wettelijke eis is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Welke soorten reclame zijn specifiek verboden in de context van consumenten- en hypothecair krediet?

A

Er zijn verschillende soorten reclame die specifiek verboden zijn:

Reclame gericht op consumenten die hun schulden niet kunnen beheren.
Reclame die de gemakkelijkheid of snelheid van het verkrijgen van krediet benadrukt.
Reclame gericht op de hergroepering of centralisatie van kredieten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Waarom is reclame die de gemakkelijkheid of snelheid van het verkrijgen van krediet benadrukt verboden?

A

Dit type reclame kan potentiële leners misleiden en hen aanzetten tot overhaaste beslissingen zonder volledig begrip van de voorwaarden en mogelijke gevolgen van het krediet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Wat is hergroepering of centralisatie van kredieten en waarom is reclame daarvoor verboden?

A

De hergroepering van kredieten is een proces waarbij een consument een nieuwe kredietovereenkomst afsluit om de resterende saldo’s van eerdere kredieten terug te betalen en eventueel extra krediet te krijgen. Dit is zelden in het voordeel van de consument, wat de reden is waarom reclame die specifiek gericht is op de promotie van dit soort praktijken, verboden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Hoe moet een kredietgever “gratis krediet” promoten?

A

Het is verboden om de term “gratis krediet” te gebruiken. In plaats daarvan moet de kredietgever aangeven dat het Jaarlijks Kostenpercentage (JKP) gelijk is aan 0%.

56
Q

Wat is de implicatie van een JKP gelijk aan 0%?

A

Een JKP van 0% betekent dat er geen extra kosten verbonden zijn aan het krediet. De lener betaalt dus alleen het geleende bedrag terug, zonder rente of andere kosten.

57
Q

Wat houdt het verbod op “leuren” voor kredietovereenkomsten in?

A

Leuren voor kredietovereenkomsten betekent dat een kredietgever of kredietbemiddelaar een kredietaanbod of -aanvraag aan de consument overhandigt of vraagt om een kredietovereenkomst te ondertekenen op de woon- of werkplaats van de consument. Dit is over het algemeen verboden, tenzij de consument uitdrukkelijk en voorafgaandelijk heeft verzocht om de kredietgever of kredietbemiddelaar thuis te ontvangen voor het sluiten van een kredietovereenkomst.

58
Q

Welke uitzondering is er op het verbod op leuren voor kredietovereenkomsten?

A

Een uitzondering op het verbod is wanneer de consument uitdrukkelijk en voorafgaandelijk de kredietgever of kredietbemiddelaar heeft verzocht om bij hem thuis langs te komen met het oog op het sluiten van een kredietovereenkomst. Dit verzoek moet bewezen kunnen worden via een duurzame drager.

59
Q

Is het versturen van een kredietmiddel of kredietaanbod aan de consument toegestaan?

A

Het is verboden om een kredietmiddel of kredietaanbod naar de consument te sturen, tenzij er een uitdrukkelijk en voorafgaand verzoek van de consument is. Het versturen van een kredietaanvraagformulier is echter niet verboden.

60
Q

Zijn er beperkingen voor het benaderen van de consument om een bezoek voor te stellen voor het bespreken van een kredietovereenkomst?

A

Ja, het is verboden om de consument te benaderen met het voorstel om hem te bezoeken om een kredietovereenkomst te bespreken.

61
Q

Mogen verkooppunten voor krediet georganiseerd worden op openbare wegen?

A

Nee, het is verboden om verkooppunten voor krediet te organiseren op openbare wegen.

62
Q

Is het toegestaan om krediet aan te bieden tijdens een door de kredietgever of kredietbemiddelaar georganiseerde excursie?

A

Krediet mag alleen worden aangeboden tijdens een excursie als vooraf duidelijk is aangegeven dat de verkoop van diensten het hoofddoel is van de excursie.

63
Q

Wat is de informatie-inwinningsverplichting bij consumentenkrediet en hypothecair krediet?

A

De informatie-inwinningsverplichting houdt in dat de kredietgever of kredietbemiddelaar bepaalde informatie moet verzamelen van de consument en eventuele persoonlijke zekerheidverstrekkers. Het doel hiervan is om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen en een geschikt krediet aan te bieden.

64
Q

Welke informatie moet worden ingewonnen bij de consument?

A

De wet bepaalt een minimuminhoud van de informatie die moet worden ingewonnen, zoals inkomsten, lopende financiële verbintenissen, gezinssituatie en het doel van het krediet. Dit zijn de ondergrenzen, maar kredietgevers kunnen mogelijk aanvullende informatie nodig achten.

65
Q

Op welke manier moet de informatie worden ingewonnen?

A

De kredietgever of kredietbemiddelaar maakt gebruik van een vragenlijst die door de consument moet worden ingevuld. Het is de verantwoordelijkheid van de kredietgever of kredietbemiddelaar om aan te tonen dat zij aan de informatie-inwinningsverplichting hebben voldaan.

66
Q

Wat zijn de gevolgen als de consument onjuiste informatie verstrekt?

A

Als de consument onjuiste informatie verstrekt, kan de rechter de kredietovereenkomst in het nadeel van de consument ontbinden. De consument moet dan het verschuldigde saldo in één keer terugbetalen en kan mogelijk ook een schadevergoeding moeten betalen.

67
Q

Moet de kredietgever de verstrekte informatie van de consument verifiëren?

A

Ja, in bepaalde gevallen moet de kredietgever de verstrekte informatie van de consument verifiëren. Als de kredietgever nalatig is in het verifiëren van de informatie, kan dit leiden tot gedeelde aansprakelijkheid en vermindering van de verplichtingen van de consument.

68
Q

Welke documenten kan de kredietgever vragen om de verstrekte informatie te documenteren?

A

De kredietgever kan vragen om documentatie zoals loonfiches of de laatste belastingaangifte om de verstrekte informatie te controleren. Het is de verantwoordelijkheid van de kredietgever om deze documentatie te vragen en te verifiëren om aan hun precontractuele verplichtingen te voldoen.

69
Q

Welke informatie moet worden ingewonnen bij de consument volgens artikel VII.2 WER?

A

Artikel VII.2 van het Wetboek van Economisch Recht (WER) bepaalt dat de kredietgever of kredietbemiddelaar minimaal informatie moet inwinnen over de inkomsten, lopende financiële verbintenissen, gezinssituatie en het doel van het krediet.

70
Q

Welke verplichtingen rusten er op de kredietgever bij de informatie-inwinningsfase volgens artikel VII.2 WER?

A

Artikel VII.2 van het WER legt de verplichting op aan de kredietgever om een vragenlijst te gebruiken voor het verzamelen van de benodigde informatie. De kredietgever moet de vragenlijst aan de consument verstrekken en vervolgens bewijzen dat zij aan de informatie-inwinningsverplichting hebben voldaan

71
Q

Wat zijn de gevolgen van het verstrekken van onjuiste informatie door de consument volgens artikel VII.78 WER?

A

Artikel VII.78 van het WER bepaalt dat als de consument onjuiste informatie verstrekt tijdens de informatie-inwinningsfase, de rechter de kredietovereenkomst in het nadeel van de consument kan ontbinden. De consument wordt dan verplicht om het verschuldigde saldo in één keer terug te betalen en kan mogelijk ook een schadevergoeding moeten betalen.

72
Q

Welke documenten kan de kredietgever vragen om de verstrekte informatie te documenteren volgens artikel VII.2 WER?

A

Artikel VII.2 van het WER geeft de kredietgever de mogelijkheid om aanvullende documentatie te vragen ter verificatie van de verstrekte informatie. Dit kan bijvoorbeeld loonfiches of de laatste belastingaangifte zijn. Het is de verantwoordelijkheid van de kredietgever om deze documentatie te vragen en te controleren om aan hun precontractuele verplichtingen te voldoen.

73
Q

Wat zijn de sancties als de kredietgever de verplichting tot informatie-inwinning niet naleeft volgens artikel VII.85 WER?

A

Artikel VII.85 van het WER bepaalt dat als de kredietgever de informatie-inwinningsverplichting niet naleeft, de rechter de kredietovereenkomst kan ontbinden in het nadeel van de kredietgever. Daarnaast kan de kredietgever ook verplicht worden om schadevergoeding te betalen aan de consument.

74
Q

Wat is het doel van de informatieverplichting in de precontractuele fase volgens artikel VII.4 WER?

A

Het doel van de informatieverplichting is om gepersonaliseerde informatie te verstrekken aan de consument op een duurzame gegevensdrager, gebaseerd op een standaard informatieformulier. Hierdoor kan de consument geïnformeerde beslissingen nemen, zijn rechten en kosten begrijpen en verschillende aanbiedingen van kredietgevers vergelijken.

75
Q

Welke standaard informatieformulieren worden gebruikt bij consumentenkrediet en hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

Bij consumentenkrediet wordt het Standaardinformatieformulier voor Consumentenkrediet (SECCI) gebruikt, en bij hypothecair krediet met onroerende bestemming wordt het European Standardised Information Sheet (ESIS) gebruikt. Deze formulieren bevatten gepersonaliseerde informatie over het krediet.

76
Q

Wanneer moet de SECCI aan de consument worden verstrekt volgens artikel VII.77 WER?

A

De SECCI moet worden verstrekt aan de consument voordat deze gebonden is aan de kredietovereenkomst. Er is een uitzondering op deze verplichting voor communicatie op afstand.

77
Q

Wat zijn de gevolgen als de SECCI niet tijdig wordt verstrekt aan de consument volgens artikel VII.85 WER?

A

Als de SECCI niet tijdig wordt verstrekt aan de consument, kan de consument de kredietovereenkomst laten ontbinden in het nadeel van de kredietgever. De kredietgever kan ook verplicht worden om schadevergoeding te betalen aan de consument.

78
Q

De passende toelichtingsverplichting houdt in dat de kredietgever of kredietbemiddelaar, indien nodig, de verstrekte informatie op een begrijpelijke manier aan de consument moet toelichten, zodat de consument de informatie kan begrijpen en geïnformeerde beslissingen kan nemen.

A

De passende toelichtingsverplichting houdt in dat de kredietgever of kredietbemiddelaar, indien nodig, de verstrekte informatie op een begrijpelijke manier aan de consument moet toelichten, zodat de consument de informatie kan begrijpen en geïnformeerde beslissingen kan nemen.

79
Q

Moet de kredietgever de nevendiensten bij hypothecaire kredieten toelichten?

A

Ja, bij hypothecaire kredieten moet de kredietgever ook toelichting geven over de zogenaamde “nevendiensten”, zoals schuldsaldoverzekeringen en brandverzekeringen, die de consument moet afsluiten om in aanmerking te komen voor rentekortingen.

80
Q

Wat houdt de adviesverplichting in de precontractuele fase in?

A

De adviesverplichting houdt in dat de kredietgever of kredietbemiddelaar het meest geschikte krediet aan de consument moet aanbevelen, rekening houdend met de financiële situatie van de consument en het doel van het krediet. Dit geldt voor kredieten die de kredietgever gewoonlijk aanbiedt of bemiddelt.

81
Q

Welk element is specifiek van toepassing op hypothecaire kredieten in termen van de adviesverplichting?

A

Voor hypothecaire kredieten is er een aanvullende adviesverplichting om het best aangepaste krediet voor de consument te vinden.

82
Q

Wat is de sanctie voor het niet naleven van de precontractuele verplichtingen, inclusief de adviesverplichting?

A

De sanctie voor het niet naleven van de precontractuele verplichtingen is in de praktijk altijd het verminderen van de verplichtingen van de consument met behoud van de termijnen. Dit kan resulteren in het verminderen van nalatigheidsinteresten of het verminderen van andere verplichtingen.

83
Q

Is de adviesverplichting in overeenstemming met de EU-richtlijn Consumentenkrediet?

A

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bevestigd dat de Belgische adviesverplichting in overeenstemming is met de EU-richtlijn Consumentenkrediet, omdat maximale harmonisatie zich niet hiertegen verzet. Er is echter één beperking: de beslissing moet uiteindelijk door de consument worden genomen.

84
Q

Bestaat er ook een adviesverplichting in de KMO Financieringswet?

A

Ja, er bestaat een vergelijkbare adviesverplichting voor KMO’s in de KMO Financieringswet. De sanctie voor het niet naleven van deze verplichting is de kosteloze omzetting naar een meer geschikt krediet.

85
Q

Wat houdt de onthoudingsverplichting in de precontractuele fase in?

A

De onthoudingsverplichting betekent dat de kredietgever geen krediet mag verlenen aan consumenten die naar redelijke verwachting het krediet niet kunnen terugbetalen. Zekerheden mogen slechts een ondergeschikte rol spelen. Deze verplichting geldt zowel voor consumentenkredieten als hypothecaire kredieten.

86
Q

Hoe wordt de kredietwaardigheid van de consument beoordeeld?

A

De kredietwaardigheid van de consument wordt beoordeeld op basis van de informatie die de kredietgever heeft verkregen, evenals de verplichte raadpleging van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP). De CKP bevat zowel een positief luik met geregistreerde kredieten als een negatief luik met betalingsachterstanden.

87
Q

Mag de kredietgever rekening houden met zekerheden bij de beoordeling van de kredietwaardigheid?

A

Nee, de kredietgever mag geen rekening houden met zekerheden bij de beoordeling van de kredietwaardigheid. Zekerheden kunnen hoogstens een subsidiaire rol spelen.

88
Q

Wat is de sanctie bij een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling?

A

Bij een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling mag de kredietgever geen krediet verstrekken aan de consument. Dit vormt een uitzondering op het principe van de contractvrijheid. De onthoudingsverplichting is bedoeld om zowel de consument te beschermen als het financiële systeem te beschermen tegen overmatige schuldenlast.

89
Q

Wat is de sanctie bij een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling?

A

Bij een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling mag de kredietgever geen krediet verstrekken aan de consument. Dit vormt een uitzondering op het principe van de contractvrijheid. De onthoudingsverplichting is bedoeld om zowel de consument te beschermen als het financiële systeem te beschermen tegen overmatige schuldenlast.

90
Q

Wat is de algemene onthoudingsverplichting bij consumentenkrediet en hypothecair krediet?

A

De algemene onthoudingsverplichting houdt in dat een kredietgever alleen krediet mag verstrekken als hij redelijkerwijs kan verwachten dat de consument-kredietnemer het krediet zal kunnen terugbetalen. Dit is een inspanningsverbintenis en vereist een kredietwaardigheidsbeoordeling. Het is echter geen exacte wetenschap en kan in sommige gevallen moeilijk zijn om te bepalen of iemand het krediet zal kunnen terugbetalen.

91
Q

Wat is de specifieke onthoudingsverplichting bij consumentenkredieten en hypothecaire kredieten met roerende bestemming?

A

Bij consumentenkredieten en hypothecaire kredieten met roerende bestemming geldt een specifieke onthoudingsverplichting. Als uit de raadpleging van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP) blijkt dat de consument een betalingsachterstand heeft van meer dan 1 000 euro, voortkomend uit consumentenkredieten, hypothecaire kredieten met roerende bestemming of een combinatie van beide, mag de kredietgever geen krediet verstrekken. Dit is een absoluut verbod om krediet te verlenen bij een dergelijke betalingsachterstand.

92
Q

Geldt de onthoudingsverplichting ook voor hypothecaire kredieten met onroerende bestemming?

A

Het absolute verbod om krediet te verstrekken bij een betalingsachterstand van meer dan 1 000 euro geldt niet voor hypothecaire kredieten met onroerende bestemming. Als de betalingsachterstand betrekking heeft op een hypothecair krediet met onroerende bestemming, vindt dit verbod geen toepassing. Er is een dubbele beperking: het geldt niet voor nieuwe hypothecaire kredieten met onroerende bestemming, en zelfs als het een consumentenkrediet of hypothecair krediet met roerende bestemming betreft, geldt het verbod niet als de betalingsachterstand betrekking heeft op een hypothecair krediet met onroerende bestemming.

93
Q

Wat is het doel van de onthoudingsverplichting?

A

De onthoudingsverplichting heeft tot doel zowel de consument te beschermen als het financiële systeem te beschermen tegen overmatige schuldenlast. Het voorkomt dat kredietgevers krediet verstrekken aan consumenten die het waarschijnlijk niet kunnen terugbetalen, wat kan leiden tot financiële problemen voor zowel de consument als andere schuldeisers. Het is een uitzondering op het principe van contractvrijheid en benadrukt het belang van verantwoorde kredietverstrekking.

94
Q

Wat is de reden achter de specifieke onthoudingsverplichting bij betalingsachterstanden?

A

De specifieke onthoudingsverplichting bij betalingsachterstanden heeft tot doel te voorkomen dat kredietgevers te snel krediet verstrekken aan consumenten die al een aanzienlijke betalingsachterstand hebben. Het niet betalen van zelfs één termijn bij een hypothecair krediet met onroerende bestemming kan al leiden tot een betalingsachterstand van 1 000 euro. Om te voorkomen dat consumenten te snel in deze situatie belanden, is deze regeling opgesteld.

95
Q

Wat is de impact van een betalingsachterstand van meer dan 1 000 euro bij de kredietwaardigheidsbeoordeling?

A

Als er een betalingsachterstand van meer dan 1 000 euro is geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP), vormt dit een extra alarmsignaal voor de kredietgever bij de toekenning van een nieuw krediet. Hoewel het geen absoluut verbod is om krediet te verstrekken bij een betalingsachterstand van minder dan 1 000 euro, moet de kredietgever bijzonder motiveren waarom hij van mening is dat de consument toch nog krediet kan krijgen. De concrete omstandigheden moeten aantonen dat het gerechtvaardigd is om een krediet te verstrekken, bijvoorbeeld als de betalingsachterstand het gevolg is van tijdelijk lager inkomen en er voldoende zekerheid is dat het inkomen zal herstellen.

96
Q

Wat is de impact van een betalingsachterstand van meer dan 1 000 euro bij de kredietwaardigheidsbeoordeling?

A

Als er een betalingsachterstand van meer dan 1 000 euro is geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP), vormt dit een extra alarmsignaal voor de kredietgever bij de toekenning van een nieuw krediet. Hoewel het geen absoluut verbod is om krediet te verstrekken bij een betalingsachterstand van minder dan 1 000 euro, moet de kredietgever bijzonder motiveren waarom hij van mening is dat de consument toch nog krediet kan krijgen. De concrete omstandigheden moeten aantonen dat het gerechtvaardigd is om een krediet te verstrekken, bijvoorbeeld als de betalingsachterstand het gevolg is van tijdelijk lager inkomen en er voldoende zekerheid is dat het inkomen zal herstellen.

97
Q

Is de onthoudingsverplichting in strijd met het Europees recht?

A

Hoewel de algemene en specifieke onthoudingsverplichting niet expliciet zijn opgenomen in de richtlijn consumentenkrediet, is de Belgische onthoudingsverplichting niet in strijd met het Europees recht. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HVJEU) heeft geoordeeld dat deze verplichtingen buiten het geharmoniseerde gebied vallen. Lidstaten zijn niet verplicht om een onthoudingsverplichting in te voeren, maar ze hebben de vrijheid om dit wel te doen. Volgens het HVJEU sluit de Belgische regeling aan bij de doelstelling van verantwoorde kredietverstrekking die ook in Europa wordt nagestreefd. Verschillende lidstaten, waaronder België en Nederland, hebben dergelijke onthoudingsverplichtingen, terwijl andere lidstaten dat niet hebben.

98
Q

Wat is de mogelijke impact van de Derde Richtlijn Consumentenkrediet op de onthoudingsverplichting?

A

De Derde Richtlijn Consumentenkrediet zal naar verwachting een onthoudingsverplichting bevatten, maar er bestaat een risico dat deze een “onthoudingsverplichting light” wordt met enkele uitzonderingen. Als de richtlijn maximaal geharmoniseerd wordt, zou dit betekenen dat België zijn beschermingsniveau zou moeten verminderen om aan de richtlijn te voldoen. Het is echter ook mogelijk dat de richtlijn lidstaten de optie biedt om strengere regels te behouden. Dit zou betekenen dat België zijn beschermingsniveau kan handhaven of zelfs versterken, zelfs als de richtlijn in werking treedt.

99
Q

Welke regels zijn van toepassing op de herfinanciering/centralisatie van kredieten in België?

A

In België gelden specifieke regels voor herfinanciering/centralisatie van kredieten. Bij een centralisatie van kredieten moet de kredietgever controleren of er een betalingsachterstand van meer dan 1 000 euro is die voortkomt uit consumentenkredieten of hypothecaire kredieten met roerende bestemming. Als dit het geval is, geldt er een absolute onthoudingsverplichting en mag het nieuwe krediet niet worden verstrekt. Daarnaast moet de kredietgever beoordelen of de consument in staat zal zijn om de oude kredieten terug te betalen met het nieuwe krediet. Als deze beoordeling negatief uitvalt, mag het krediet niet worden verstrekt.

100
Q

Waar moet bij herfinanciering/centralisatie van kredieten nog meer naar gekeken worden?

A

Naast de betalingsachterstanden en de terugbetalingsmogelijkheden van oude kredieten, moet ook worden beoordeeld of de centralisatie of herfinanciering van kredieten het meest geschikte krediet is voor de consument. Dit houdt in dat er gekeken moet worden of er voordelen verbonden zijn aan de centralisatie of herfinanciering die in het belang van de consument zijn. Als blijkt dat de centralisatie of herfinanciering zeer nadelig is voor de consument, kan dit leiden tot privaatrechtelijke remedies.

101
Q

Wat zijn de vereisten voor het sluiten van een consumentenkredietovereenkomst?

A

Bij het sluiten van een consumentenkredietovereenkomst zijn er verschillende vereisten:

Duurzame drager: De overeenkomst moet worden vastgelegd op een duurzame gegevensdrager, zoals papier of een elektronisch bestand.

Handtekening van de partijen: De overeenkomst moet door alle betrokken partijen worden ondertekend. Dit kan zowel een geschreven handtekening als een gekwalificeerde elektronische handtekening zijn. Inhoud van de overeenkomst: De inhoud van de overeenkomst moet duidelijk worden vermeld. Hierbij is het belangrijk om te verwijzen naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ 9 november 2016, C-42/15, Home Credit Slovakia), waarin werd benadrukt dat de inhoud van de overeenkomst transparant en begrijpelijk moet zijn voor de consument.

Herroepingsrecht van 14 kalenderdagen: De consument heeft het recht om binnen 14 kalenderdagen na het sluiten van de overeenkomst deze te herroepen zonder opgave van redenen.

Daarnaast moet de consument zelf bepaalde vermeldingen aanbrengen, zoals de datum, de plaats van ondertekening en een formulering zoals ‘gelezen en goedgekeurd voor zoveel euro terug te betalen’. Dit heeft als doel om de consument bewust te maken van zijn verbintenis en om te voorkomen dat kredietovereenkomsten op agressieve wijze worden aangeboden bij consumenten thuis (leuren voor kredietovereenkomsten).

Het sluiten van een consumentenkredietovereenkomst vereist zorgvuldigheid om ervoor te zorgen dat de consument goed geïnformeerd en beschermd wordt. De vereisten met betrekking tot duurzame drager, handtekeningen en vermeldingen door de consument dienen om transparantie en bewustzijn te bevorderen. Het herroepingsrecht biedt de consument de mogelijkheid om de overeenkomst te herroepen binnen een bepaalde periode.

102
Q

Wat is een duurzame drager bij een kredietovereenkomst?

A

Een duurzame drager verwijst naar een medium waarop de kredietovereenkomst wordt vastgelegd, zoals papier of een elektronisch bestand.

103
Q

Welke handtekening is vereist op een kredietovereenkomst bij consumentenkrediet?

A

De kredietovereenkomst moet worden ondertekend door alle betrokken partijen, waarbij zowel een geschreven handtekening als een gekwalificeerde elektronische handtekening geldig zijn.

104
Q

Welke vermeldingen moet de consument zelf aanbrengen op de kredietovereenkomst?

A

De consument moet zelf bepaalde vermeldingen aanbrengen, zoals de datum, de plaats van ondertekening, en specifieke formuleringen zoals ‘gelezen en goedgekeurd voor zoveel euro terug te betalen’. Dit bevordert het bewustzijn van de consument met betrekking tot zijn verbintenis.

105
Q

Waarom is de inhoud van de kredietovereenkomst belangrijk bij consumentenkrediet?

A

De inhoud van de overeenkomst moet duidelijk en begrijpelijk zijn voor de consument, zoals bevestigd in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ 9 november 2016, C-42/15, Home Credit Slovakia). Transparantie en begrijpelijkheid zijn essentieel om de consument goed te informeren.

106
Q

Welk recht heeft de consument bij het sluiten van een kredietovereenkomst?

A

De consument heeft het recht om binnen 14 kalenderdagen na het sluiten van de overeenkomst deze te herroepen zonder opgave van redenen. Dit wordt het herroepingsrecht genoemd.

107
Q

Welke sancties kunnen worden opgelegd bij het niet naleven van de vereisten voor een kredietovereenkomst bij consumentenkrediet?

A

Het niet voldoen aan bepaalde vereisten kan leiden tot sancties. De proportionaliteit van deze sancties moet echter worden gewaarborgd, zoals aangegeven door het Hof van Justitie. De strengheid van de sancties kan variëren op basis van nationale wetgeving en de richtlijnen voor consumentenkrediet.

108
Q

Welke geldigheidsduur moet een kredietaanbod voor hypothecair krediet met onroerende bestemming hebben?

A

Het kredietaanbod voor hypothecair krediet met onroerende bestemming moet een minimale geldigheidsduur van 14 kalenderdagen hebben. Binnen deze periode kan de consument het aanbod aanvaarden.

109
Q

Wie moet het kredietaanbod voor hypothecair krediet met onroerende bestemming doen?

A

Het kredietaanbod moet altijd uitgaan van de kredietgever. In tegenstelling tot consumentenkredieten, waarbij het aanbod ook van de consument kan komen, is het bij hypothecair krediet met onroerende bestemming juridisch vereist dat het aanbod van de kredietgever komt.

110
Q

Heeft de consument een herroepingsrecht bij hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

Nee, er geldt geen herroepingsrecht bij hypothecair krediet met onroerende bestemming. In tegenstelling tot consumentenkredietovereenkomsten, waarbij de consument een herroepingstermijn heeft van 14 kalenderdagen, geldt deze regel niet voor hypothecair krediet met onroerende bestemming.

111
Q

Wat is het verschil tussen hypothecair krediet met roerende bestemming en hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

Bij hypothecair krediet met roerende bestemming gaat het om een kredietovereenkomst waarbij geen nieuwe hypotheek wordt gevestigd, omdat de hypotheek al tot stand is gekomen in het kader van een eerdere kaderkredietovereenkomst. Bij hypothecair krediet met onroerende bestemming wordt er specifiek een nieuwe hypotheek gevestigd op het moment van het sluiten van de kredietovereenkomst, en dit komt minder vaak voor in de praktijk.

112
Q

: Wat is de verplichte tussenstap bij hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

Bij hypothecair krediet met onroerende bestemming moet de kredietgever een kredietaanbod doen aan de consument. Pas nadat de consument dit kredietaanbod heeft ondertekend, komt de kredietovereenkomst tot stand. Het is juridisch vereist dat het aanbod uitgaat van de kredietgever.

113
Q

Wat is de minimale geldigheidsduur van een kredietaanbod bij hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

Bij hypothecair krediet met onroerende bestemming moet het kredietaanbod een minimale geldigheidsduur hebben van 14 kalenderdagen. De consument heeft gedurende deze periode de mogelijkheid om te beslissen of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. Het is geen wachttermijn, dus de consument kan het aanbod onmiddellijk aanvaarden na ontvangst. Er is geen herroepingsrecht voor hypothecair krediet met onroerende bestemming, in tegenstelling tot consumentenkrediet waarbij wel een herroepingsrecht van 14 dagen geldt.

114
Q

Wat is de essentiële informatie die moet worden opgenomen in een kredietovereenkomst voor hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

e wet bepaalt de minimale inhoud van de kredietovereenkomst voor hypothecair krediet met onroerende bestemming. Enkele essentiële informatie-elementen die moeten worden opgenomen zijn onder andere de kredietlimiet, de duur van de overeenkomst, de rentevoet, de totale kosten van het krediet, het maandelijks terug te betalen bedrag en eventuele waarborgen. Deze informatie is belangrijk voor de consument om een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het krediet.

115
Q

Wat is de essentiële informatie die moet worden opgenomen in een kredietovereenkomst voor hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

e wet bepaalt de minimale inhoud van de kredietovereenkomst voor hypothecair krediet met onroerende bestemming. Enkele essentiële informatie-elementen die moeten worden opgenomen zijn onder andere de kredietlimiet, de duur van de overeenkomst, de rentevoet, de totale kosten van het krediet, het maandelijks terug te betalen bedrag en eventuele waarborgen. Deze informatie is belangrijk voor de consument om een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het krediet.

116
Q

Wat is het verschil tussen een hypothecair krediet met roerende bestemming zonder nieuwe hypotheekvestiging en een hypothecair krediet met roerende bestemming met nieuwe hypotheekvestiging?

A

Het verschil tussen beide situaties ligt in de hypotheekvestiging. Bij een hypothecair krediet met roerende bestemming zonder nieuwe hypotheekvestiging is er al eerder een hypotheek tot stand gekomen in het kader van een kaderkredietovereenkomst of woningkredietovereenkomst. De nieuwe kredietovereenkomst binnen dat kader valt dan onder hypothecair krediet met roerende bestemming. Bij een hypothecair krediet met roerende bestemming met nieuwe hypotheekvestiging wordt specifiek voor het waarborgen van de terugbetaling van dat krediet een nieuwe hypotheek op onroerend goed gevestigd. Dit komt minder vaak voor in de praktijk.

117
Q

Wat is de rol van het kredietaanbod bij hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

Bij hypothecair krediet met onroerende bestemming moet de kredietgever een kredietaanbod doen aan de consument. Dit aanbod moet een minimale geldigheidsduur hebben van 14 kalenderdagen. De consument heeft tijdens deze periode de mogelijkheid om te beslissen of hij het aanbod aanvaardt. Het aanbod moet worden ondertekend door de consument om de kredietovereenkomst tot stand te brengen. Het is belangrijk op te merken dat er geen herroepingsrecht geldt voor hypothecair krediet met onroerende bestemming.

118
Q

Wat is de essentiële informatie die moet worden opgenomen in een kredietovereenkomst voor hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

De wet bepaalt de minimale inhoud van de kredietovereenkomst voor hypothecair krediet met onroerende bestemming. Enkele essentiële informatie-elementen die moeten worden opgenomen zijn onder andere de kredietlimiet, de duur van de overeenkomst, de rentevoet, de totale kosten van het krediet, het maandelijks terug te betalen bedrag en eventuele waarborgen. Deze informatie is belangrijk voor de consument om een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het krediet.

119
Q

Wat is het verschil tussen een hypothecair krediet met roerende bestemming zonder nieuwe hypotheekvestiging en een hypothecair krediet met roerende bestemming met nieuwe hypotheekvestiging?

A

Het verschil tussen beide situaties ligt in de hypotheekvestiging. Bij een hypothecair krediet met roerende bestemming zonder nieuwe hypotheekvestiging is er al eerder een hypotheek tot stand gekomen in het kader van een kaderkredietovereenkomst of woningkredietovereenkomst. De nieuwe kredietovereenkomst binnen dat kader valt dan onder hypothecair krediet met roerende bestemming. Bij een hypothecair krediet met roerende bestemming met nieuwe hypotheekvestiging wordt specifiek voor het waarborgen van de terugbetaling van dat krediet een nieuwe hypotheek op onroerend goed gevestigd. Dit komt minder vaak voor in de praktijk.

120
Q

Wat is de rol van het kredietaanbod bij hypothecair krediet met onroerende bestemming?

A

Bij hypothecair krediet met onroerende bestemming moet de kredietgever een kredietaanbod doen aan de consument. Dit aanbod moet een minimale geldigheidsduur hebben van 14 kalenderdagen. De consument heeft tijdens deze periode de mogelijkheid om te beslissen of hij het aanbod aanvaardt. Het aanbod moet worden ondertekend door de consument om de kredietovereenkomst tot stand te brengen. Het is belangrijk op te merken dat er geen herroepingsrecht geldt voor hypothecair krediet met onroerende bestemming.

121
Q

Wat zijn de mogelijke sancties wanneer de handtekening ontbreekt in een kredietovereenkomst en het bedrag toch ter beschikking is gesteld aan de consument-kredietnemer?

A

Wanneer de handtekening ontbreekt in een kredietovereenkomst en het bedrag toch aan de consument-kredietnemer is verstrekt, geldt de “lottosanctie”. Dit betekent dat de consument-kredietnemer niets hoeft terug te betalen aan de kredietgever.

122
Q

Welke sancties kunnen worden opgelegd wanneer de vereiste vermeldingen in een kredietovereenkomst ontbreken?

A

Bij consumentenkredieten en hypothecaire kredieten met roerende bestemming kunnen sancties worden opgelegd wanneer de door de wet vereiste vermeldingen ontbreken. Belangrijke essentiële vermeldingen die ontbreken kunnen leiden tot vermindering van de verplichtingen tot het ontleende bedrag met behoud van termijnen of nietigverklaring van de overeenkomst. Minder essentiële vermeldingen kunnen ook tot sancties leiden, maar als de consument geen schade heeft geleden, zal deze sanctie waarschijnlijk niet worden toegepast. Bijvoorbeeld, het ontbreken van de geboorteplaats in de overeenkomst is geen reden om gratis krediet toe te kennen.

123
Q

Wat is het herroepingsrecht bij consumentenkrediet?

A

Consumentenkredietovereenkomsten bieden de consument een herroepingsrecht van 14 kalenderdagen. Als de consument van dit recht gebruik wil maken, moet hij de kredietgever hiervan op de hoogte stellen via een aangetekend schrijven. De consument moet de verstreken rente vergoeden voor de periode dat hij het kredietbedrag ter beschikking heeft gehad. Er mogen geen andere schadevergoedingen worden gevraagd, behalve de kosten voor de raadpleging van het CKP (Centrale voor Kredieten aan Particulieren). Het uitoefenen van het herroepingsrecht leidt automatisch tot de ontbinding van nevendiensten, zoals verzekeringsovereenkomsten die gekoppeld zijn aan het krediet.

124
Q

Wat is het verschil tussen koppelverkoop en gebundelde verkoop bij hypothecaire kredieten?

A

Bij koppelverkoop kunnen bepaalde financiële diensten alleen samen worden verworven, wat betekent dat de kredietgever geen hypothecaire kredietovereenkomsten sluit zonder de bijbehorende verzekeringsovereenkomsten, zoals brandverzekeringen of schuldsaldoverzekeringen. Bij gebundelde verkoop kunnen de betrokken financiële diensten wel afzonderlijk worden verworven, maar niet noodzakelijkerwijs onder dezelfde voorwaarden. De kredietgever kan stellen dat het hypothecaire krediet wel afzonderlijk kan worden verkregen zonder dat er aansluitende overeenkomsten bij hen moeten worden gesloten, maar dit kan gepaard gaan met een minder gunstige rentevoet.

125
Q

Wat zijn toegevoegde contracten bij hypothecaire kredieten?

A

Toegevoegde contracten zijn inherent aan het systeem van reconstitutie van kapitaal bij hypothecaire kredieten. Een deel van de maandelijkse betalingen wordt gebruikt om een bepaald bedrag bij elkaar te sparen, zodat aan het einde van de kredietperiode het kredietbedrag kan worden terugbetaald. De kredietgever kan eisen dat het toegevoegde contract bij hem of bij een door hem aangewezen derde wordt gesloten. Dit geeft de kredietgever het keuzerecht omdat hij het insolventierisico draagt.

126
Q

Wat zijn aangehechte contracten bij hypothecaire kredieten?

A

Aangehechte contracten zijn verzekeringsovereenkomsten, zoals schuldsaldoverzekeringen, brandverzekeringen en borgtochtverzekeringen, die door de kredietgever kunnen worden vereist als voorwaarde voor het sluiten van de hypothecaire kredietovereenkomst. De consument-kredietnemer behoudt echter de keuzevrijheid bij wie hij deze verzekeringsovereenkomsten sluit. Het is belangrijk voor de consument om het premiebedrag af te wegen tegen het rentevoordeel dat hij bij de kredietgever krijgt. Verzekeringen zijn belangrijk zowel voor de kredietgever (ter bescherming van het onderpand) als voor de kredietnemer (ter dekking van risico’s zoals brand of overlijden).

127
Q

Wat is het jaarlijks kostenpercentage (JKP) bij consumentenkrediet?

A

Het jaarlijks kostenpercentage (JKP) is het totale kostenpercentage van het krediet op jaarbasis. Het wordt gebruikt om de totale kosten van het krediet uit te drukken. Voor consumentenkrediet wordt het JKP berekend volgens de wettelijke bepalingen en moet het voldoen aan het maximaal JKP dat is bepaald bij Koninklijk Besluit. De wetgever heeft vastgesteld hoe het JKP moet worden berekend en welke kosten hierin moeten worden opgenomen om de totale kost van het krediet te begrenzen. Als een kredietverstrekker kosten aanrekent die hoger zijn dan het JKP, kan dit leiden tot specifieke sancties waarbij de verplichtingen van de consument worden verminderd tot het ontleende bedrag met behoud van termijnen, zonder beoordelingsvrijheid voor de rechter. Het JKP zal altijd lager zijn dan of maximaal gelijk zijn aan het maximaal JKP

128
Q

Zijn er specifieke regels voor het jaarlijks kostenpercentage bij hypothecair krediet?

A

Bij hypothecair krediet zijn er alleen regels met betrekking tot de berekening van het jaarlijks kostenpercentage (JKP). Er zijn geen specifieke regels voor het maximaal JKP of de maximaal toegestane terugbetalingstermijnen. Ook het concept van een nulstellingstermijn, waarbinnen het krediet volledig moet worden afgelost, is niet van toepassing op hypothecair krediet. Dit komt doordat de concurrentie in de hypothecaire kredietmarkt zo groot is dat de tarieven vanzelf al aan de lagere kant zijn.

129
Q

Zijn er specifieke regels voor het jaarlijks kostenpercentage bij hypothecair krediet?

A

Bij hypothecair krediet zijn er alleen regels met betrekking tot de berekening van het jaarlijks kostenpercentage (JKP). Er zijn geen specifieke regels voor het maximaal JKP of de maximaal toegestane terugbetalingstermijnen. Ook het concept van een nulstellingstermijn, waarbinnen het krediet volledig moet worden afgelost, is niet van toepassing op hypothecair krediet. Dit komt doordat de concurrentie in de hypothecaire kredietmarkt zo groot is dat de tarieven vanzelf al aan de lagere kant zijn.

130
Q

Zijn er specifieke regels voor het jaarlijks kostenpercentage bij hypothecair krediet?

A

Bij hypothecair krediet zijn er alleen regels met betrekking tot de berekening van het jaarlijks kostenpercentage (JKP). Er zijn geen specifieke regels voor het maximaal JKP of de maximaal toegestane terugbetalingstermijnen. Ook het concept van een nulstellingstermijn, waarbinnen het krediet volledig moet worden afgelost, is niet van toepassing op hypothecair krediet. Dit komt doordat de concurrentie in de hypothecaire kredietmarkt zo groot is dat de tarieven vanzelf al aan de lagere kant zijn.

131
Q

Zijn er specifieke regels voor het jaarlijks kostenpercentage bij hypothecair krediet?

A

Bij hypothecair krediet zijn er alleen regels met betrekking tot de berekening van het jaarlijks kostenpercentage (JKP). Er zijn geen specifieke regels voor het maximaal JKP of de maximaal toegestane terugbetalingstermijnen. Ook het concept van een nulstellingstermijn, waarbinnen het krediet volledig moet worden afgelost, is niet van toepassing op hypothecair krediet. Dit komt doordat de concurrentie in de hypothecaire kredietmarkt zo groot is dat de tarieven vanzelf al aan de lagere kant zijn.

132
Q

Zijn er specifieke regels voor het jaarlijks kostenpercentage bij hypothecair krediet?

A

Bij hypothecair krediet zijn er alleen regels met betrekking tot de berekening van het jaarlijks kostenpercentage (JKP). Er zijn geen specifieke regels voor het maximaal JKP of de maximaal toegestane terugbetalingstermijnen. Ook het concept van een nulstellingstermijn, waarbinnen het krediet volledig moet worden afgelost, is niet van toepassing op hypothecair krediet. Dit komt doordat de concurrentie in de hypothecaire kredietmarkt zo groot is dat de tarieven vanzelf al aan de lagere kant zijn.

133
Q

Zijn er specifieke regels voor het jaarlijks kostenpercentage bij hypothecair krediet?

A

Bij hypothecair krediet zijn er alleen regels met betrekking tot de berekening van het jaarlijks kostenpercentage (JKP). Er zijn geen specifieke regels voor het maximaal JKP of de maximaal toegestane terugbetalingstermijnen. Ook het concept van een nulstellingstermijn, waarbinnen het krediet volledig moet worden afgelost, is niet van toepassing op hypothecair krediet. Dit komt doordat de concurrentie in de hypothecaire kredietmarkt zo groot is dat de tarieven vanzelf al aan de lagere kant zijn.

134
Q

Kan een consumentenkredietovereenkomst worden gewijzigd?

A

In het geval van consumentenkrediet is het over het algemeen niet mogelijk om de kredietovereenkomst te wijzigen, tenzij onder bepaalde voorwaarden de rentevoet kan worden aangepast. Juridisch gezien kan de bestaande kredietovereenkomst wel worden beëindigd en kan er een nieuwe kredietovereenkomst worden gesloten, bijvoorbeeld via herfinanciering.

135
Q

Hoe zit het met de rentevoet bij hypothecair krediet?

A

Bij hypothecair krediet kan de rentevoet vast of variabel zijn. In het geval van een variabele rentevoet zijn er bijzondere regels om de consument te beschermen. Er wordt gebruik gemaakt van een referte-index, die de consument als de zwakkere partij beschermt. Er kunnen beperkingen zijn op de stijging van de rentevoet gedurende de eerste jaren en de maximale stijging mag niet hoger zijn dan de maximale daling. Sommige hypothecaire kredieten bieden ook een accordeonfaciliteit aan, waarmee consumenten kunnen profiteren van een dalende rentevoet.

136
Q

Wat gebeurt er bij wanprestatie van de consument bij een kredietovereenkomst?

A

In geval van wanprestatie van de consument bij een kredietovereenkomst kan de kredietovereenkomst worden ontbonden op basis van een uitdrukkelijk ontbindend beding. Hiervoor moet de consument twee termijnen of 20% van het verschuldigde bedrag in gebreke zijn en moet er een ingebrekestelling plaatsvinden via aangetekend schrijven. De consument heeft dan een termijn van één maand om te betalen. Er zijn wettelijk bepaalde maxima voor verschuldigde vergoedingen, maar de rechter kan deze verder verminderen als ze als overdreven of onverantwoord worden beschouwd. Bij een verslechterde financiële situatie van de consument kunnen er betalingsfaciliteiten worden geboden om te helpen bij het afbetalen van het krediet.