4. chemische binding Flashcards

1
Q

ionbinding bestaat uit

A

metaal ion + niet metaal ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

atoombinding (= covalente binding) bestaat uit

A

niet metaal atoom + niet metaal atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

metaalbinding bestaat uit

A

metaal ion + vrij elektron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ionisatie energie

A

energie die nodig is om een elektron aan een atoom in gastoestand te onttrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

elektronenaffiniteit

A

energie die vrijkomt wanneer een elektron aan een atoom in gastoestand wordt toegevoegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bindingsenergie

A

energie die vrijkomt wanneer twee atomen in gastoestand een atoombinding vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dissociatie energie

A

energie die nodig is om een atoombinding te breken in afzonderlijke atomen in gastoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SG =

A

sterisch getal
= # gebonden atomen + # vrije elektronen paren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly