4/4/2023 Flashcards
because of
vanwege
time change
de tijdsverandering
to say (+past)
zeggen, zeiden, hebben gezegd
hill
de heuvel
message
het bericht
to feel (+ irregular past)
voelen, voelden, hebben gevoeld
sunny
zonnig
tiring
vermoeiend
to have to (+irregular past)
moeten, moesten
I had to stay up all night
Ik moest de hele nacht OPBLIJVEN
to stay awake
opblijven
to stay
blijven, bleven, zijn gebleven
to come home
thuiskomen
we came back home
we zijn thuisgekomen
especially because i didn´t sleep
vooral omdat ik niet geslapen heb
the thing
het ding
boss
de baas
to resign
ontslag nemen
it´s no rush
het heeft geen haast
to hurry
zich haasten
probably
waarschijnlijk
internship
de stage
that can be a good start
Dat kan een goed begin zijn.
the day after tomorrow
overmorgen
together with
samen met
i´m used to
ik ben gewend aan
I have a tendency to be….
ik ben geneigd om.. te zijn
They say…
Men zegt…
we don´t remember the bad things/moments
We herinneren ons de slechte dingen/momenten niet
to give birth
bevallen
The story I´m telling. (O které mluvím)
Het verhaal WAAROVER ik vertel.
that´s true
dat is waar
where
waar
relative pronoun referring to a situation
waar + preposition
to live in the present
om in het heden te leven
the present / now
het heden
educational / informative
leerzaam
to understand (irregular)
begrijpen, begrepen, heb begrepen