3B1 tentamen Flashcards

1
Q

hoe verlopen de sensorische en motorische zenuwvezels in het ruggenmerg?

A

sensorische neuronen komen via de dorsale radix binnen en motorische neuronen gaan via de ventrale radix eruit.

de dorsale en ventrale radix komen bijeen in de spinale zenuw. vertakken zich tot de dorsale ramus (gemengd) en ventrale ramus (gemengd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar zit de eerste synaps van de vitale en gnostische sensibiliteit?

A

vitaal: in de dorsale hoorn in het ruggenmerg en kruist gelijk daar naar de ventrale hoorn
gnostisch: in de dorsale kolomkernen van de hersenstam

2de synaps beiden: thalamus
3de synaps: in de sensorische schors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke klacht past niet bij een TIA in het a. carotis stroomgebied?

A

dubbelzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bij hoeveel procent van de mensen met epilepsie worden epileptiforme afwijkingen gezien bij 1 standaard EEG?

A

35-59%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 elementen van een epileptische aanval moet je altijd beschrijven?

A
  • bewustzijnsverandering
  • motorische verschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe verloopt een actiepotentiaal?

A
  • Na-kanalen open -> Na gaat de cel in -> membraanpotentiaal wordt positiever -> depolarisatie
  • Na-kanalen sluiten en K-kanalen gaan open -> de membraanpotentiaal wordt positiever -> de cel repolariseert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de stroming van kamervocht van productie tot opname?

A

pars plicata -> pupil -> kanaal van Schlemm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat voor gezichtsvelduitval kan je hebben bij een hypofyse adenoom??

A

bitemporale hemianopsie

als de zwelling van onder-voor komt is het vooral bovenkwadranten
als het van boven-achter komt is het bitemporaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe heet het gedeelte van het middenoor waarin zich de kop van de hamer bevindt?

A

recessus epitympaticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de belangrijkste functie van de halfcirkelvormige kanalen?

A

blikstabilisatie tijdens snelle draaibewegingen van het hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar duidt een positieve head impuls test naar links op?

A

een afwijkende vestibulo-oculaire reflex links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar vindt de contractie van de m. stapedius (middenoorreflex) plaats als het linker oor een hard geluid hoort (> 85 dB)

A

van de rechter m. stapedius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de innervatie van de binnenste en buitenste haarcellen?

A

binnenste is afferent
buitenste is efferent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat voor soort beweging registreren de halfcirkelvormige kanalen en de otolieten?

A

halfcirkelvormige kanalen: rotatoire versnelling
otolieten: lineaire versnelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de wijsproef?

A

De wijsproef wordt uitgevoerd door een patiënt met gestrekte arm zijn/haar wijsvinger tegen die van de van de onderzoekende arts te
plaatsen. De patiënt sluit zijn/haar ogen, brengt de arm omhoog en brengt daarna, nog steeds met gesloten ogen, de arm weer omlaag en
probeert daarbij weer op hetzelfde punt uit te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zie je bij een afwijkende wijsproef van het rechter vestibulair systeem?

A

Rechts aangedaan, links vuurt harder, gevoel naar links te draaien, compensatie en dus de systematische afwijking naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke symptomen verwacht je bij een volledige m. oculomotorius parese?

A
  • ptosis (uitval m. levator palpebrae)
  • parese alle oogspieren behoudens mm. rectus lateralis en mm. obliquus superior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke motorkern is beschadigd door afsluiting van de arteria spinalis anterior?

A

nucleus hypoglossus

19
Q

hoe verloopt de vitale sensibiliteit in het ruggenmerg?

A

via de anterolaterale banen

20
Q

3-5% van de kinderen tussen de 6 maanden en 6 jaar maakt een koortsconvulsie mee. Als je er 1 gehad hebt heb je dan hoger risico op nog 1?

A

ja

21
Q

hoe wordt de retina van voedingsstoffen voorzien?

A

voornamelijk via de arteria centralis retinae

22
Q

wat zijn de 5 lagen van de cornea van buiten naar binnen?

A

endotheel
membraan van Bowman
stroma
membraan van Descemet
endotheel

23
Q

wat is de gebruikelijke verwekker van necrotiserende otitis externa?

A

pseudomonas aeruginosa

24
Q

wanneer is de proef van Rinne positief?

A

als je de stemvork harder hoort voor het oor dan op het mastoid. dat is normaal

als de toon op het mastoid harder gehoord wordt dan is dat afwijkend en negatief. duidt op conductief gehoorverlies

bij perceptief verlies is de Rinne voor die kant positief

25
Q

wat voor input krijgen de laterale bovenste olijfkern (LSO) en de mediale bovenste olijfkern (MSO)

A

LSO: vooral remmende input van contralateraal. ipsilateraal exciterend. gebruikt voor hoogfrequente verschillen

MSO: exciterende input van contralateraal. gebruikt voor laagfrequente verschillen

26
Q

wat voor verandering treedt er op in de haarcel als het kinocilium naar de stereocilia buigt (dichterbij komt)

A

de haarcel hyperpolariseert

27
Q

wat voor nystagmus krijg je als je je hoofd op je rechterschouder legt en de stoel rechtsom draait?

A

een verticale nystagmus omhoog gericht. het voelt voor de persoon alsof zij voorover draait

28
Q

wat voor gezichtsveld uitval krijg je bij een temporale bloeding en welke bij een parietale bloeding?

A

temporaal: de onderbanen lopen daar dus gaat over de bovenkwadranten dus linksboven en rechtsboven valt weg

parietaal: de onderkant van het gezichtsveld valt weg

29
Q

welke zenuw is in 90% van de gevallen van neuritis vestibularis aangedaan?

A

n. vestibularis superior

30
Q

wat betekent geotrope rotatoire nystagmus?

A

geotroop: met de rotatie naar de grond slaan

voor linkeroor duizeligheid: met de klok mee. voor rechteroor tegen de klok in

ook gegenlaufigkeit: gruis en de nystagmus bij het overeind komen de andere kant op bewegen waardoor weer draaiduizeligheid

31
Q

wat zie bij het onderzoek bij een neuritis vestibularis links?

A

een nystagmus naar rechts (snelle fase en langzame fase naar links)
valneiging naar links (aangedane oor omdat gezonde oor naar deze kant stuurt)

32
Q

hoe kenmerkt een vasculitis neuropathie zich?

A

stekend of brandend gevoel in de botten, pijnklachten bij zachte aanraking, verminderd gevoel in handen of voeten, verlies van spierkracht en pijnscheuten

33
Q

wat is chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie?

A

signalen van de hersenen naar de spieren en van de huid naar de hersenen worden niet goed doorgegeven. myelineschede raakt hierbij beschadigd

34
Q

hoe werkt het buigen van de haarcellen?

A
  • Buigen van haarcellen
  • Kaliumkanalen gaan open
  • Membraan depolariseert als gevolg van influx van K+ ionen
  • Depolarisatie triggert influx Ca2+
  • Synaptische blaasjes versmelten met membraan
  • Neurotransmitter diffundeert naar afferent
  • Actiepotentiaal
35
Q

van welke deel van de hersenen is de hypothalamus een onderdeel en waar ligt het?

A

diencephalon en ligt in de wand van de 3de ventrikel

36
Q

wat is de formule om de visus te meten?

A

visus = visus gemeten x (testafstand x gebruiksafstand (afstand die je hoort te staan)

37
Q

wat zijn Mullercellen?

A

gliacellen

38
Q

benoem enkele functies van het traanfilm?

A
  1. Verzorgen van een glad oppervlak
  2. Verzorgen van breking van het licht
  3. Aanvoer zuurstof
  4. Aanvoernutriënten
  5. Afvoer vuil
  6. Antibacterieel
  7. Voorkomen uitdroging cornea
39
Q

welk ziektebeeld treedt wel eens vaker op na een neuritis vestibularis?

A

BPPD

40
Q

welk kenmerk is typerend voor myasthenia gravis?

A

wisselend krachtverlies door de dag heen

41
Q

op welke niveau komen de volgende reflexen binnen:

  • kniepeesreflex
  • achillespeesreflex
  • voetzoolreflex
A

komen binnen via de sensibele takken en lopen naar de motoneuronen

kniepeesreflex: L4
achillespeesreflex: S1
voetzoolreflex: S1 (laterale voetzijde)

42
Q

wanneer krijg je een Babinski reflex?

A

wanneer piramidebaan aangedaan is maar reflex wel via de motoneuronen kan verlopen (dus S1 moet intact zijn)

43
Q

wat is de stand van het oog bij een parese van de volgende oogzenuwen:

  • n. oculomotorius
  • n. trochlearis
  • n. abducens
A

oculomotorius: oog naar beneden en buiten (ook ptosis en grote wijde pupil)

trochlearis: boven en buiten

abducens: naar binnen (esotropie)

44
Q

welke functie meet je bij een calorische meting (koud of warm water in oor spuiten)

A

van de horizontale halfcirkelvormige kanalen (warm water hogere vuurfrequentie en koud water lager)