3.4 Wat is normaal Flashcards

1
Q

Cultuur is plaatsgebonden

A

Iemand die ergens anders opgroeit leert andere waarden, normen en gewoonten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cultuur is tijdgebonden

A

iemand die vijftig jaar geleden opgroeide leerde andere waarden, normen en gewoonten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cultuur is groepsgebonden

A

normen en waarden verschillen per groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rolpatronen

A

gedrag dag we van elkaar in bepaalde situaties verwachten.
-kind van je ouders
-leerling
-op het strand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gendernormen

A

Normen die horen bij het man of vrouw zijn.
Het verschil tussen typisch jongens en meisjes dingen wordt steeds kleiner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

roldoorbrekend

A

als je niet wil voldoen aan de gendernormen.
bijvoorbeeld: meisje kiest voor mueblemakerscollega om timmerman te worden. Of jongen kies voor pedagogisch medewerker om in de kinderdagopvang te werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

genderneutraal

A

als er geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen vrouwen en mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

seksuele moraal

A

de manier waarop er over seks wordt gedacht.
Dat verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

asociaal gedrag

A

als je geen rekening houdt met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly