3.3 Identiteit Flashcards

1
Q

identiteit

A

je persoonlijkheid, gevormd door alle kenmerken en ervaringen die bij jou horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

identificatie

A

dat je bepaalde kenmerken van jezelf herkent bij de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

groepsidentificatie

A

je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontstaat een groepsgevoel (4)

A
  • de plaats waar je woon of vandaan komt
  • geloof
  • belangen en problemen
  • hobby’s of interesses
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

jongerencultuur

A

een groep jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoonten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

groepsnormen

A

ongeschreven regels die bij een bepaalde groep horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

groepsdruk

A

het gevoel dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

generatieconflict

A

een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly