326-350 Flashcards
Zin 326
Pablo speelt gitaar.Hij oefent……
Pablo plays guitar.He practice………every day.
ANSWER: ELKE DAG.
Zin 327
Pari gaat elke dag met de bus.Vandaag gaat ze……..
Pari goes every day with the bus.Today goes she……with the car.
ANSWER: MET DE AUTO.
Zin 328
Pascal vind zijn werk moeilijk.Hij wil……
Pascal finds his work difficult.He wants…….other work.
ANSWER: ANDER WERK.
Zin 329
Paul gaat vroeg naar bed.Hij moet morgen…..
Paul goes early to bed.He must tomorrow……….work.
ANSWER: WERKEN.
Zin 330
Paul heeft honger.Zijn moeder geeft hem……..
Paul has hunger.His mother gives him……bread.
ANSWER: BROOD.
Zin 331
Paul viert zijn verjaardag.Hij is………
Paul celibrates his birthday.He is……happy.
ANSWER: BLIJ.
Zin332
Paula heeft een brief gekregen.De brief is van……..
Paula has a letter gotten.The letter is from……her mother.
ANSWER: HAAR MOEDER.
Zin 333
Pedro doet de lamp aan.Het is……
Pedro does the lamp on.It is…….dark.
ANSWER: DONKER
Zin 334
Pedro woont op een boerderij.Hij heeft daar…….
Pedro lives at a farm.He has there……chickens.
ANSWER: KIPPEN.
Zin 335
Peter maakt machines.Hij werkt vaak…..
Peter makes machines.He works often…..on sunday.
ANSWER: OP ZONDAG.
Zin 336
Peter speelt met zijn zoon.Ze zijn…..
Peter plays with his son,They are……..happy.
ANSWER: BLIJ.
Zin 337
Philip fietst op de weg.De weg is…..
Philip cycles on the road.The road is…….busy.
ANSWER: DRUK.
Zin 338
Philippa zit in de tuin.Ze zit ook vaak…..
Philippa sits in the garden.She sits also often…….in the livingroom.
ANSWER: IN DE WOONKAMER.
Zin 339
Pia woont naast een park.Ze gaat daar….
Pia lives beside a park.She goes there…..walking.
ANSWER: WANDELEN.
Zin 340
Priya doet een opleiding.Later word ze……
Priya does a course.Later becomes she……….a doctor.
ANSWER: EEN DOKTER.