3.1.5 Flashcards
welke overwegingen bij palliatieve behandeling?
inschatten vd levensverwachting in relatie tot:
- locoregio uitbreiding:
- leeftijd, conditie
- uitgebreidheid, metastasse in skelet of lever/long
- type tumor en respons behandeling
- stoornissen metabolisme
- paraneoplastische verschijnselen
- co-morbiditeit (dementie, Parkinson) - locoregio recidief of hemato metastase
- de te verwachten respons op systeemtherapie
- consequenties geen behandeling
- toxiciteit behandeling
- wens vd patiënt
tumorgerichte palliatieve behandelingen bij mammacarcinoom:
- chirurgie en radio: locoregio recidief, pijn of fracturen door botmetastasen
- hormonale of chemo:systematisch bij meerdere tumorlokalisaties
tumorgerichte palliatieve behandelingen bij longcarcinoom:
- radio: grote luchtwegen open te houden
- radio: pijn door tumordoorgroei
tumorgerichte palliatieve behandelingen bij coloncarcinoom:
als curatieve operatie onmogelijk is:
- palliatieve resectie of by-pass
- radio bij bloeding en pijn
- endoprothese
- laserlich bij bloed of stenoserende tumor
doelen palliatieve behandeling:
- verlichten pijn, lijden en klachten
- levenskwaliteit verhogen in de laatste fase
- symptomen verlichten
- stabiliseren of verergering voorkomen
organisatie palliatieve zorg in NL:
- huisarts en terminale thuiszorg
- palliatieve afdeling verpleeghuizen
- Hospitia: gasthuizen waar patienten kunnen sterven
- palliatieve teams
behandelingsprincipes in palliatieve zorg:
- goede communicatie patient en arts
- symptoombehandeling
- anticipatie
frequente klachten en symptomen die om palliatie vragen:
- pijn met depressie, angst, slapeloosheid etc
- klachten mondholte: verlaagde speekselproductie -> droge mond/uitdroging->mondhygiëne, zuigen op bevroren ananas
- anorexie (gebrek eetlust) en cachexie (onwel,anorexie, spieratrofie, vermagering): geen bestrijding
- misselijkheid en braken->frequente kleine maaltijden, anti-emetica, levomepromazine en dexamethason
- ileus: belemmering darmpassage door afsluiting of verstoorde motiliteit->analgetica, spasmolytica, anti-emetica,laparotomie
- ascites: ophoping vocht buikholte->ascitespunctie
- dyspnoe (ademnood)->pleurapunctie, diuretica, inhalatietherapie, ademhalingstechniek
- hoesten
- jeuk door droge huid, radio->zalven etc
- dehydratie
- angst
- slaapstoornissen
- delier (acute verwardheid door organische oorzaken:koorts, lever-nier-stoornissen,dehydratie, cerebrale metastasen)
- prodoom delier: dag en nachtritme omkeren->haloperidol, midazolam, levomepromazine
4 kenmerken palliatieve zorg:
- specifieke doel: geen genezing, levenskwaliteit verhogen
- attitude van aanvaarding: geaccepteerd door patiënt. dood niet verspoedigen of uitstellen, maar beter sterven.
- integrale zorg: niet alleen lichamelijke zorg
- Betrokkenheid patient en naasten
oorzaken pijn in de oncologie:
- tumor en/of metastases
- de behandeling (chirurgie, radio, chemo)
typen pijn in de oncologie:
- Nociceptieve pijn:
- somatische pijn.
- rechtstreeks gevolg van druk, infiltratie of distorsie van nociceptieve receptoren in huid, weke delen of ingewanden door tumorproces
- doffe of zeurende pijn
- >conventionele analgetica:paracetamol, NSAID etc - Neuropathische pijn:
- zenuwpijn
- beschadiging afferente zenuwbanen
- moeilijk te verdragen doffe, brandende elektrische of scherp uitstralende pijn
- soms neurologische symptomen: sensibiliteits- en motorische stoornissen
- > reageert NIET op conventionele analgetica
hoe kan pijn worden gemeten?
VAS of als cijfers NRS. voor kinderen plaatjes
pijnbehandelingsmogelijkheden:
- analgetica
- Co-medicatie: analgetisch effect versterken
- andere pijnbehandelingen: vb. fysio, psycho, radio, zenuwblokkade, neuro
wat is de analgetische ladder?
stappenplan voor pijnbestrijding van nociceptieve pijn bij kanker:
Stap 1: paracetamol in een effectieve dosis of een NSAID.
Stap 2: voeg een zwak opioïd toe: tramadol, codeïne of buprenorfine
Stap 3: vervang het zwakke opioïd door een sterk werkend opioïd: morfine, oxycodon, fantanyl, hydromorfon, methadon (eventueel subcutaan).
Stap 4: verwijs voor invasieve pijnbestrijding
welke analgetica zijn er?
- niet-opoide:
- basis: paracetamol
- alternatief: NSAID (ibuprofen, diclofenac, COX2remmers) - zwak opoiden:
- basis: tamadol
- alternatief: codeïne, buprenorfine - sterke opoiden:
- basis: morfine
- alternatief: oxycodon, fentanyl, methadon, hydromorfon