3.1 Flashcards
1
Q
Kracht herkennen
A
Je kan het vaak niet zien maar wel voelen.
2
Q
Kracht op ander voorwerp/mens
A
Kan je alleen effect zien
3
Q
Kracht met beweging
A
Kracht kan een voorwerp zijn beweging veranderen, (bijv snelheid) ook vorm
4
Q
Soorten krachten
A
Spierkracht
Veerkracht
Spankracht
Zwaartekracht
Magnetische kracht
5
Q
Aangrijpingspunt
A
Waar kracht uitgeoefend word
6
Q
Force
A
F
7
Q
Fz
A
Zwaartekracht altijd beneden