3. De VIO heef kennis en inzicht over het vaccinatieprogramma, voor welke ziektes en waarom? Flashcards
Waarom vaccineren
- Vaccinaties worden gegeven op de leeftijd dat ze optimale bescherming bieden
- De tijd tussen de vaccinaties met hetzelfde vaccin is zodanig dat bescherming optimaal blijft, ook in de periode tussen de vaccinaties
- Vaccinaties die tegelijkertijd gegeven kunnen worden, zijn zoveel mogelijk samengevoegd zodat het aantal inentingen en prikmomenten minimaal is
- Niet meer dan twee prikken per keer. Het immuunsysteem kan wel meer aan, maar meer prikken tegelijk is niet fijn voor het kind
- Streven naar langdurige bescherming
- Het schema is geschikt voor alle kinderen
Vanaf welke leeftijd tot welke leeftijd vaccinatieprogramma
3maanden tot 14 jaar
Waar en wanneer wordt de DKTP-Hib-HepB-vaccinatie gegeven?
Voordat een kind een jaar wordt, krijgt het 3 vaccinaties tegen DKTP Difterie, kinkhoest, tetanus, polio -Hib-HepB: met 3 maanden, 5 maanden en 11 maanden. Ouders ontvangen als hun baby ongeveer 4 weken oud is een uitnodiging en een set oproepkaarten voor de verschillende vaccinaties. Kinderen krijgen deze vaccinaties op het consultatiebureau.Omdat deze infectieziekten juist voor heel jonge kinderen gevaarlijk zijn, is vaccinatie op jonge leeftijd belangrijk. Voor een volledige en langdurige bescherming is het nodig de inentingen meerdere keren met voldoende tussentijd te geven. Kinderen krijgen de inenting in arm of been.
DKTP
Defterie, kinkhoest, tetanus en polio
Defterie
Difterie wordt voornamelijk veroorzaakt door de bacterie Corynebacterium diphtheriae. De bacterie produceert een gifstof, ook wel toxine genoemd, die weefsels beschadigt, bijvoorbeeld de huid of de longen. De plaats van de infectie bepaalt welke ziekteverschijnselen de patiënt heeft. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal 2-5 dagen, nooit langer dan 7 dagen. Ook de verwante bacteriën Corynebacterium ulcerans en Corynebacterium pseudotuberculosis kunnen soms de gifstof produceren en difterie veroorzaken.
symptomen difterie
Omdat de ziekteverschijnselen afhangen van de plaats van de infectie kan een patiënt met difterie veel verschillende ziekteverschijnselen hebben. Als de beschadiging van weefsel beperkt blijft tot de neus, is het beloop mild. De patiënt is niet algemeen ziek en er treden meestal geen complicaties op. Bij huiddifterie ontstaan er zweren in de huid.Als de ademweg (keel, luchtpijp en longen) geïnfecteerd is, verloopt de ziekte ernstiger. De patiënt heeft koorts en kan ernstig ziek worden met benauwdheid. Difterie kan tot verstikkingsgevaar leiden. Bij 10 tot 20% van de patiënten tast het gif van de bacterie de hartspier aan. Ook het zenuwstelsel kan beschadigd raken.
Kinkhoest
Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die veroorzaakt wordt door een bacterie. De bacterie maakt een gifstof aan, waardoor hoestbuien ontstaan. Deze hoestbuien kunnen 3-4 maanden duren. Kinkhoest wordt daarom ook wel de ‘100-dagenhoest’ genoemd. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal 7-10 dagen.
Symptomen
Verkoudheidsklachten, hoesten, taai slijm, piepende ademhaling en longontsteking
Risicogroep kinkhoest
Bij jonge baby’s kan kinkhoest ernstig verlopen. Zij kunnen zuurstoftekort of hersenbloedingen krijgen, waardoor hersenbeschadiging kan optreden. Sommige mensen met kinkhoest hebben niet de symptomen zoals hierboven uitgelegd. Oudere (gevaccineerde) kinderen en volwassenen hoesten vaak alleen langdurig. Heel jonge baby’s kunnen soms stoppen met ademhalen of blauw verkleuren, zonder daarbij veel te hoesten.
Vaccinatie zwanger kinkhoest
Door zwangere vrouwen te vaccineren zijn jonge baby’s vanaf de geboorte meteen beschermd. De vaccinatie wordt gegeven in de 22e week van de zwangerschap en heet daarom 22 wekenprik.
Tetanus
Tetanus wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetani. De tetanusbacterie komt in het lichaam via een wond waar vuil afkomstig van bijvoorbeeld de straat in is gekomen maar ook van een beet van een huisdier. De bacterie maakt gifstoffen aan die ernstige spierkrampen kunnen veroorzaken. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal 3-21 dagen, maar kan zelfs een paar maanden zijn.
Neonaat met Tetanus
Neonatale tetanus treedt op in de eerste levensmaand en is een vorm van gegeneraliseerde tetanus. De incubatietijd is 3-14 (1-28) dagen. Oorzaak is doorgaans uitgroei van C. tetani in de navelstomp. Verschijnselen zijn: zuigproblemen, overmatig huilen, vreemde grimassen, trismus, slikproblemen en opistotonus. Oorzaak van de infectie is dan meestal een onhygiënische methode van afnaveling. Vaccinatie tegen tetanus voor of tijdens de zwangerschap verkleint het risico van neonatale tetanus door passieve overdracht van antistoffen tijdens zwangerschap en borstvoeding.
Symptomen van tetanus
De gifstoffen kunnen rondom de wond waarmee je de bacterie hebt opgelopen stijfheid geven. Daarnaast kunnen er pijnlijke spierkrampen optreden. Door de spierkrampen kan iemand slikklachten krijgen en ademhalingsproblemen. Iemand kan ook helemaal verkrampen, waardoor het lichaam als een soort hoepel kromtrekt. Als complicaties kunnen er botbreuken en hartproblemen ontstaan. Zonder goede behandeling is tetanus dodelijk. Als behandeling worden hoge doseringen antistoffen tegen de gifstof gegeven.
Wanneer krijg je vaccinatie DKTP
4 prikken 3, 5, 11 maanden en 4 jaar.
Wat is polio
Polio is een infectie met het poliovirus. Er zijn 3 typen poliovirus. In veel gevallen merkt een persoon niets van een infectie met het poliovirus. Bij andere personen veroorzaakt het poliovirus alleen griepachtige verschijnselen, maar bij een kleine groep veroorzaakt het poliovirus een infectie van het ruggenmerg en soms ook de hersenstam. Hierdoor kunnen verlammingen en/of hersen(vlies)ontsteking optreden. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal 7-14 dagen, nooit langer dan 35 dagen.
Symptomen polio
Meestal (90-95%) verloopt een infectie met het poliovirus zonder verschijnselen. In de andere gevallen begint het vaak met griepachtige verschijnselen. Deze verdwijnen meestal spontaan. Soms kunnen de klachten erger worden; hoofdpijn, spierpijn en braken. Het virus verspreidt zich dan via de bloedbaan en dringt het ruggenmerg binnen. Bij 1 op de 100-200 personen met een polio infectie treedt een verlamming op, meestal aan de benen of armen, omdat de zenuwen die de bewegingen van deze lichaamsdelen aansturen beschadigd raken. Ongeveer 2-10% van de patiënten met verlammingen overlijdt omdat de zenuwen van slik- of ademhalingsspieren worden aangetast. De overige patiënten houden blijvende verlammingen en herstellen vaak maar gedeeltelijk door intensieve fysiotherapie. In ongeveer 20-30% van de mensen met een verlamming kan jaren na de infectie opnieuw spierzwakte, spierpijn, vermindering van spierweefsel en moeheid ontstaan. Dit wordt ook wel het ‘post-poliosyndroom’ genoemd.