2B3 week 13 Flashcards

1
Q

Wat zijn de meest voorkomende SOA’s?

A
  • chlamydia trachomatis
  • condylomata acuminata (genitale wratten)
  • herpes genitalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem drie vormen van huidkanker.

A
  • plaveiselcelcarcinoom
  • melanoom
  • basaalcelcarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe diep kan een biopt van de huid genomen worden?

A

3-6 mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de huid opgebouwd?

A
  • epidermis
  • dermis
  • subcutis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de vier functies van de huid?

A
  • Barrièrefunctie: tegen invloeden buitenaf; vasthouden water
  • Temperatuur regulatie
  • Doorgeven van signalen: pijn, tast, temperatuur
  • Vitamine D aanmaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Om de hoeveel dagen heb je een nieuwe huid?

A

28 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke cellen zitten in de epidermis en welke functies hebben ze?

A
  • Keratinocyten: bevatten melanine en zijn epidermis barrière door proliferatie; geven ook cytokines af om immuunreacties te faciliteren
  • Melanocyten; maken melanine aan
  • Langerhanscellen: dendritische cellen (antigeen presenterende cel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is PROVOKE?

A

PROVOKE is de afkorting die staat voor:

  • Plaats
  • Rangschikking
  • Omvang
  • Vorm
  • Omtrek
  • Kleur
  • Efflorescentie

Dit wordt gebruikt om huidafwijkingen zo goed mogelijk te beschrijven in de dermatologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor ontstaat jeuk bij atopisch eczeem en scabies/schurft?

A

Atopisch eczeem: overactief Th2 systeem in de huid zorgt voor jeuk.
Schurft: De schurftmijt wordt bestreden door Th2 waardoor er veel jeuk bij komt kijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het nadeel bij de behandeling van melanoom?

A

Checkpoint inhibitors activeren het immuunsysteem zoals anti-PD/PD-L1 en zorgen ervoor dat de kankercellen worden opgeruimd maar het nadeel is dat het immuunsysteem ontregeld kan raken waardoor er auto-immuunziekten ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke T-cellen vallen schimmels, parasieten en virussen aan?

A

Schimmels: Th17
Parasieten: Th2
Virussen: Th17 of Th1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is AMP in de huid?

A

Antimicrobiele peptiden: natuurlijk antibioticum wat helpt bij eliminatie van bacterien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jeuk is zowel immunologisch als?

A

Neurologisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke cytokines kunnen erge jeuk veroorzaken?

A

Il-31 en IL-4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de belangrijkste bacterie van het microbioom van de huid?

A

staphylococcus epidermidis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke termen gebruik je voor huiduitslag, vlekjes, bultjes, grofvlekkig, fijnvlekkig en uitslag op slijmvliezen?

A
Huiduitslag: exantheem
Vlekjes: macula
Bultjes: papels
Grofvlekkig: morbilloform
Fijnvlekkig: rubelliform
Uitslag op slijmvliezen: enantheem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de klassieke kinderexanthemen? En benoem de verwekkers.

A
  • 1e ziekte : mazelen/morbilli : paramyxovirus
  • 2e ziekte: roodvonk/scarlatina : groep A, streptoccus pyogenes
  • 3e ziekte: rode hond/rubella : rubellavirus
  • 5e ziekte: erythema infectiosum : humaan parvovirus B19
  • 6e ziekte: exanthema subitum : humaan herpesvirus type 6A+B
  • waterpokken/varicella : varicella zoster virus
18
Q

Welke van de klassieke kinderexanthemen hebben vaccinaties in het rijksvaccinatieprogramma, welke zijn gevaarlijk voor ongeboren kinderen en welke hebben een meldingsplicht?

A
  • Mazelen: rvp; niet gevaarlijk; B2 (binnen 24 uur)
  • Roodvonk: geen rvp; niet gevaarlijk; geen meldplicht
  • Rode hond: rvp; gevaarlijk (congenitaal rubella syndroom); B2
  • Erythema infectiosum: geen rvp; gevaarlijk (vruchtdood <20 wk); geen meldplicht
  • Exanthema subitum: geen rvp; niet gevaarlijk; meldplicht eventueel grote groep
  • Waterpokken: wel vaccinatie, geen rvp; gevaarlijk (congenitaal varicella syndroom (13-20 wk); meldplicht bij clusters
19
Q

Welke symptomen, exanthemen, risicogroepen, complicaties, behandeling en diagnostiek horen bij mazelen?

A

Symptomen: koorts, conjunctivitis, rhinitis, hoesten
Exantheem (na 3-7 d): grofvlekkig confluerend maculopapuleus
Enantheem: koplikvlekken (witte puntjes mondslijmvlies)
Incubatietijd: 8-14 d
Leeftijd: 0,5-4 jaar
Risicogroepen: kinderen <1 jaar, pasgeborenen van niet-gevaccineerden
Complicaties: otitis media, pneumonie, encephalitis, myocarditis
Behandeling: zelflimiterend
Diagnostiek: klinisch enIgM-antistoffen

20
Q

Welke symptomen, exanthemen, risicogroepen, complicaties, behandeling en diagnostiek horen bij roodvonk?

A

Symptomen: koorts, keelontsteking, gezwollen cervicale klieren, vervelling na exantheem
Exantheem: puntvormig rood ruw, narcosekapje
Enantheem: frambozentong
Incubatietijd: 2-7 dagen
Leeftijd: 2-10 jaar
Risicogroepen: anatomische afwijking KNO; Down syndroom
Complicaties: acuut reuma, poststreptokokken glomerulonefritis`
Behandeling: zelflimiterend; eventueel antibiotica bij risicogroepen of kinderen of uitbraak
Diagnostiek: klinisch

21
Q

Welke symptomen, exanthemen, risicogroepen, complicaties, behandeling en diagnostiek horen bij rode hond?

A
  • Symptomen: bovenste lwi, lymfadenopathie daarna exantheem met koorts gewrichtsklachten
  • Exantheem: kleinvlekkig maculopapuleus confluerend op romp en gelaat
  • Incubatietijd 12-23 dagen
  • leeftijd 6-12 jaar
  • Enantheem: kleine rode vlekjes op palatum molle
  • Risicogroepen: zwangeren (eerste trimester)
  • Complicaties: trombocytopenische purpura, enfelatis, Guillain-Barre syndroom; congenitaal rubella syndroom bij ongeborenen: microcephaly, cataract, persisterende ductus arteriosus
  • Behandeling: zelflimiterend
  • Diagnostiek: IgG; IgG en IgM bij zwangeren
22
Q

Welke symptomen, exanthemen, risicogroepen, complicaties, behandeling en diagnostiek horen bij erythema infectiosum?

A
  • Symptomen: malaise, koorts, gewrichtspijn
  • Exantheem: erytheem wangen kenmerkend, maculopapuleus strekzijde ledematen soms billen, romp; eerst scherp begrensd later confluerend
  • Incubatietijd: 7-21 dagen
  • Leeftijd: 4-10 jaar
  • Risicogroepen: niet-immune zwangeren, chronische hemolytische anemie
  • Complicaties: aplastische crise bij pt met chronische hemolytische anemie; intra-uteriene vruchtdood
  • Behandeling: zelflimiterend
  • Diagnostiek: klinisch; bij zwanger: antistofbepaling
23
Q

Welke symptomen, exanthemen, risicogroepen, complicaties, behandeling en diagnostiek horen bij exanthema subitum?

A
  • Symptomen: hoge koorts daarna pas exantheem
  • Exantheem: fijn maculopapulair exantheem
  • Incubatietijd: 5-14 dagen
  • Leeftijd: 3 maanden - 3 jaar
  • Risicogroepen: immuungecompromitteerden
  • Complicaties: afstotingsreacties, pneumonie, encephalitis
  • Behandeling: zelflimiterend
  • Diagnostiek: klinisch eventueel serologie
24
Q

Welke symptomen, exanthemen, risicogroepen, complicaties, behandeling en diagnostiek horen bij waterpokken?

A
  • Symptomen: lichte koorts, malaise, exantheem met jeuk
  • Exantheem: maculae die blaasje en crusteuze laesies worden (kenmerkend niet synchroon), ook op behaarde hoofdhuid
  • Enantheem: vesikels of ulcera op mondslijmvlies
  • Incubatietijd: 1-21 dagen
  • Leeftijd: 0-4 jaar
  • Risicogroepen: immuungecompromitteerden, pasgeborenen, zwangeren (wk 13-20)
  • Complicaties: bacteriele superinfectie (cellulitis, artritis, osteomyelitis), meningo-encefalitis, pneumonie ; reactivatie: herpes zoster/gordelroos
  • Behandeling: zelflimiterend
  • Diagnostiek: klinisch eventueel PCR of VZV IgG antistoffen
25
Q

Wat zijn kenmerken van huidinfecties?

A
  • Vaak asymmetrische distributie
  • Behandeling werkt vaak goed
  • Kan snel progressief zijn
26
Q

Welke verwekker is vaak verantwoordelijk voor honing gele korstjes?

A

S. aureus

27
Q

Wat zijn pyodermieen en in welke categorieen worden ze ingedeeld?

A

Pyodermieen zijn bacteriele huidinfecties met pusvorming veroorzaakt door Staphylococcus aureus of Streptococcus pyogenes.
Twee groepen:
- Uitgaande van huidaanhangels (bijv. folliculitis)
- Niet uitgaande van huidaanhangels (bijv. impetigo vulgaris, cellulitis)

28
Q

Wat is het verschil tussen folliculitis en furunkel? En wat is carbunkel?

A

Folliculitis is een oppervlakkige ontsteking van haarfollikel terwijl furunkel acuut necrotiserende ontsteking van het haarzakje is. Carbunkel is een samenvloeiing van furunkels. Bij een furunkel is er ook sprake van koorts en malaise.

29
Q

Wat is impetigo vulgaris, impetigo bullosa en staphylococcal scalded skin syndrome?

A

Impetigo vulgaris: oppervlakkige huidinfectie door s. aureus (10% s. pyogenes) met honinggele crusta op erytheem; vaak secundair bij eczeem

Impetigo bullosa: huidinfectie met blaren door s. aureus waarbij s. aureus exfoliatieve toxines produceert; bacterie zit in blaren

SSSS: Zelfde infectie als bullosa maar dan in systemisch; huid gaat er vaak af en moet systemisch behandeld worden; bij neonaten

30
Q

Wanneer ontstaan secundaire huidinfecties?

A

Wanneer er een verstoorde huidbarriere is, dus bijvoorbeeld bij wonden, krabben, eczeem, (lymf)oedeem of ander infecties zoals schimmel, parasitair of bij herpes simplex/zoster

31
Q

Wat is ecthyma ulcus?

A

Een diepere necrotiserende variant van impetigo door s. aureus of streptokokken.

32
Q

Wat is erysipelas? En wat is het verschil met cellulitis?

A

Erysipelas: Acute bacteriele infectie van de dermis, subcutis en lymfevaatjes waardoor er dus ook oedeem kan zijn. Door pyogene streptokokken veroorzaakt en heeft scherp begrensd erytheem soms met blaren.

Cellulitis zit dieper en komt van binnen (vet- en bindweefsel) terwijl erysipelas vanuit de huid komt en oppervlakkiger zit. Daarnaast is cellulitis vaag begrensd en minder rood.

33
Q

Wat zijn dermatomycosen en hoe kan je dit onderscheiden van bijvoorbeeld psoriasis?

A

Dermatomycosen zijn schimmelinfecties van de huid die zowel oppervlakkig als diep kunnen voorkomen.

Onderscheid kan gemaakt worden door een KOH-preparaat van de huidschilfers te maken en te letten op schimmeldraden.

34
Q

Welk virus veroorzaakt vele soorten wratten? En noem een paar voorbeelden van deze wratten.

A

Humaan papillomavirus:

  • verrucae vulgaris (handwrat)
  • verrucae plantaris (voetwrat)
  • verrucae planae (platte wrat)
  • condylomata acuminata (genitale wratten)
35
Q

Hoe heten waterwratten en waardoor worden ze veroorzaakt?

A

Mollusca contagiosa: Molluscum-contagiosum virus.

36
Q

Wat is fasciitis necroticans?

A

Een diepe ontsteking van de huid waarbij de fascie is aangedaan. Er is veel pijn wat afzwakt doordat de zenuwen worden aangedaan.

37
Q

Welke bacterien veroorzaken pitted keratolysis?

A

Corynebacterien

38
Q

Wat voor type huidinfecties worden HSV1 en 2 mee geassocieerd?

A

Type 1: orale uitingen

Type 2: genitale uitingen

39
Q

Wanneer treed jeuk op bij schurft?

A

Vaak ‘s nachts doordat de mijt dan actief is.

40
Q

Waar komt candida voor?

A

Zowel huid als slijmvliezen. Het nestelt in warme vochtige plooien.

41
Q

Wat zijn algemene maatregelen bij behandelen van gist/schimmel infecties?

A