27 Flashcards
ruilmiddel
een middel om goederen of diensten te kopen zonder dat daar een verkoop tegenover moet staan
rekeneenheid
een monetaire meeteenheid voor het meten van de waarde van goederen, diensten en activa
spaarmiddel
een middel om de huidige waarde te sparen voor de toekomst
kredietmiddel
een middel om waarde tijdelijk uit te lenen aan een ander, meestal tegen een bepaalde vergoeding
goederengeld
een goed dat door iedereen wordt aanvaard als middel van betaling
intrinsieke waarde van een munt
de waarde van de edele metalen die gebruikt zijn om de munt te slaan, de intrinsieke waarde kan lager liggen dan de nominale waarde
wet van gresham
slecht geld verdringt goed geld uit de geldomloop
wisselbrief
getekend document met belofte tot betaling van een vastgelegd bedrag op een vastgelegde toekomstige datum door een koper en gegarandeerd door een zakenbankier
tabaksgeld
papiergeld in de vorm van een soort wissel die wordt gedekt door tabak die fysiek ligt opgeslagen in opslagplaatsen
promesses
getekend document met een belofte tot betaling van een vastgelegd bedrag, verschil met wisselbrief is dat er geen sprake meer is van een betalingsdatum of disconto
fractioneel reservebankieren
vorm van bankieren waarbij de bank door kredietverlening nieuw geld creert waartegenover slechts een gedeeltelijke of zelfs geen reserve staat, het wordt dus niet meer gedekt
fiducair geld
geld waarvan de waarde volledig gebaseerd is op het vertrouwen van de deponenten in de waarde van het geld
chartaal geld
biljetten gedrukt door de centrale bank die als wettig betaalmiddel in omloop zijn ( biljetten in handen van de commerciele banken vallen hier dus niet onder)
monetaire financiering van begrotingstekorten
centrale bank creert nieuw basisgeld, en geeft dit uit aan de overheid
minimale reservecoefficient
de minimale verhouding waaraan de hoeveelheid bankreserves R op elk moment moet voldoen (r= R/D)
vrije reserves
de totale bankreserves min de verplichte reserves, deze kan de bank aanwenden om krediet te verlenen en zo bijkomend geld te creeren
giraal geld
direct opvraagbare tegoeden op zichtrekeningen bij commerciele banken
kredietmultiplicator
de max totale hoeveelheid giraal geld die door de kredietverlening kan voortkomen uit een stijging van de vrije bankreserves, gedeeld door de initiele stijging van de vrije bankreservers
intrestvoet
vergoeding die de ontlener betaalt aan de uitlener van het bedrag, wordt ook rente genoemd
reële interstvoet
nominale intrestvoet - inflatie
pure verwachtingstheorie vd intrestvoet
LTrente = de gekapitaliseerde rente van de verwachte KTrentevoeten die samen de LT uitmaken
yieldcurve
rentetermijnstructuur; een figuur die het verband weergeeft tussen intrest op gelijkaardige beleggingen of leningen met verschillende looptijden
default
wnr een bank, onderneming of overheid niet in staat is een krediet terug te betalen
risicopremie
de premie die beleggers of investeerders vragen bovenop de risicovrije tente om hen te compenseren voor het gelopen risico
omloopsnelheid van het geld
snelheid waarmee het geld rondstroomt in de economie, # keer per jaar dat een euro gemiddeld wordt gebruikt voor het uitvoeren van een transactie
geldillusie
neiging van eco agenten om te veel in nominale termen te denken en niet in reële