2 Flashcards
zelfvoorzienend
consument hoeft niet naar de producent, hij doet het allemaal zelf, dit is wel tijdsrovend en niet efficient
efficiëntie
als met minimale inzet aan schaarse middelen een maximale ouput kan bekomen worden
ruilhandel
overschotten als gevolg van specialisatie ruilen voor goederen die zelf niet voorzien kunnen worden
productiviteit
verband tussen gerealiseerd output en daartoe ingezette inputs binnen een periode
absoluut productiever
op alle vlakken productiever
comparatief voordeel
een goed kan in vergelijking met andere goederen goedkoper geproduceerd worden; als uw opportuniteitskost lager ligt
concaaf
gebogen
allocatie van arbeid
de wijze van verdeling van de PF arbeid over de productiemogelikheden