2.6 Landschap Zones Flashcards

1
Q

Welke landschapzones zijn er

A

Tropische zomer
Aride zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken tropische zone

A
  • tropische regenwoud met daaromheen savanne
  • rond evenaar hele jaar warm en vochtig
  • planten groeien snel en planten resten worden snel afgebroken voor nieuwe planten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aride zone

A

Richting noorden word Savanne steeds droger
Geen bomen meer
Als er geen planten zijn dan woestijn
Weinig leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Subtropische zone

A

Relatief warm klimaat
Gebieden te koud voor tropisch
Middelands zeeklimaat met hete zomers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gematigde zone

A

Is zone waar wij wonen
Niet bijzonder warm koud droog of vochtig
Veel loofbossen
Milde klimaat erg geschikt voor bewoning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Boreale zone

A

Lijkt op gematigde zone maar is kouder vooral in winter
Veel naaldbossen
Door kou planten resten nauwelijk afgebroken
Niet heel vruchtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Polaire zone

A

Koud
Steeds minder naaldbomen tot allen nog mos en grassen groeien ( toendra)
Tenslotte einde ijskappen
Levenvaak normadisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly