2.2 Wereldwijde Luchtstromen Flashcards

1
Q

Welk drukgebied bij opstijgende lucht

A

Lagedrukgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drukgebied zuigt lucht

A

Lagedrukgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke drukgebied daalt lucht

A

Hogedruk gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noem je alle stromen bij elkaar?

A

Atmosferische stromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor corioliseffect?

A

Doordat de aarde draait krijgt de wind een afwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wan welke drukgebieden stromen naar welke

A

Van hoog naar lage drukgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naar waar gaat de wind op zuidelijkhalfrond ?

A

Naar links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Naar waar gaat de wind op noordelijk halfrond?

A

Rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor komt de afwijking in lucht

A

Doordat baansnelheid rond evenaar hoger is dan rest van de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke winden opgematigde breedte

A

Westenwinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke winden rond polen

A

Oostenwinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat noem je de winden op noordelijk halfrond komt wind meestal uit noordoosten en zuidelijkhalfrond uit zuidoosten

A

Passaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een moesson

A

Een wind die van subtropische hogedrukgebieden richting de evenaar waait, die vervolgens onder invloed van de ITCZ kruist en van richting verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat veroorzaken moessons veel

A

Regen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly