2.5 Flashcards

1
Q

agglomeratie

A

stad met daaraan vastgeroeide dropjes/steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stadsgewest

A

Agglomeratie met daarom heen kleinere neerzettingen die op de grote stad gericht zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

netwerkstad

A

een stadsgewest waarvan de onderdelen om tal van terreinen met elkaar verbonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stedelijk gebied

A

gebied waarin een aantal stadsgewesten liggen die goed met elkaar verbonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

randstad

A

op een knooppunt van wegen gelegen nieuwe stad aan de rad van een grote stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vinex-wijken

A

een nieuw stadsdeel (1995) dat tegen de oude stad is aangebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verzorgingsgebied

A

het gebied dat door een plaats wordt voorzien van goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

reikwijdte

A

de maximale afstand die een klant wil afleggen om bij een voorziening te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly