1.6 laag nederland Flashcards

1
Q

veen

A

ontstaat onder water dode planten, ze hebben geen zuurstof dus ze kunnen niet verteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

terpen

A

heuvel bescherming voor overstromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

buitendijkse kant

A

gebied buiten de dijk waar het niet tegen het water beschermt is en waar de sedimentatie nogsteeds doorgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wadden

A

onbegroeide delen van een ondiepe zee, 2x per dag droog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

polders

A

stuk land omgeven door dijken, waar de waterstand geregeld wordt, vruchtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gemalen

A

een pomp waarmee polders droog worden gepompt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

turf

A

gedroogd veen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

droogmakerij

A

een meer dat door mensen is drooggelegd en daarna in gebruik is genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ringvaart

A

kanaal rond de polder, bedoeld om het overbodige water uit de polder halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly