2.1 en 2.2 Flashcards
1
Q
megasteden
A
meer dan 10 miljoen inwoners
2
Q
wereldsteden
A
miljoenenstad die belangrijk is in de wereldeconomie
3
Q
Primate city
A
stad die verreweg het grootst en belangrijkst is in een land
4
Q
hoofdstad
A
overheid(meestal)
5
Q
urbanisatiegraad / verstedelijkingsgraad
A
% mensen in een land dat in steden woont
6
Q
urbanisatietempo / verstedelijkingstempo
A
snelheid waarmee steden groeien
7
Q
koloniale dubbelstad
A
stadsopbouw uit de koloniale tijd die bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel
8
Q
vestigingsoverschot
A
het positieve verschil tussen het aantal mensen dat vertrekt en dat zich vestigt
9
Q
stedelijk netwerk
A
een groep van steden in een land die onderling op tal van terreinen verbonden zijn
10
Q
A