2.4. Rechtspraak en straffen Flashcards

1
Q

Meervoudige kamer

A

Rechterlijk college bestaande uit drie rechters dat ernstige misdrijven behandelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zitting

A

Moment waarop rechters de zaak behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Advocaat

A

Iemand die de verdachte bijstaat en verdedigt in een rechtszaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gerechtshof

A

Als de veroordeelde of de officier van justitie het niet eens is met het vonnis, wordt de rechtszaak hier in hoger beroep opnieuw gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoge Raad

A

Hier worden de zaken in cassatie behandeld, dit is de hoogste rechter van Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wraak en vergelding

A

Het leed dat iemand een ander heeft toegebracht moet (via de rechter) bestraft worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afschrikking

A

Het vooruitzicht van straf moet mensen ervan weerhouden een misdaad te plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorkomen van eigenrichting

A

Het is de taak van de overheid om te straffen en niet die van de burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Resocialisatie

A

Met een straf of maatregel probeert de overheid het gedrag van een dader te verbeteren, zodat hij zich aanpast aan de normen van de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beveiliging van de samenleving

A

De dader in de gevangenis opsluiten waardoor hij geen nieuwe misdrijven kan plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vrijheidsstraf

A

Straf die de vrijheid van een persoon beperkt, bijvoorbeeld een gevangenisstraf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Taakstraf

A

Opgelegde werkstraf of gedragstraining (alleen bij jongeren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geldboete

A

Als straf moet een persoon een geldbedrag aan de staat betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vervangende hechtenis

A

Bij het niet betalen van een geldboete krijgt een persoon gevangenisstraf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bijkomende straf

A

Een straf naast de hoofdstraf die vaak te maken heeft met het gepleegde delict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voorwaardelijk

A

De dader krijgt een deel van de straf niet als hij zich tijdens zijn proeftijd aan bepaalde voorwaarden houdt.

17
Q

Strafrechtelijke maatregel

A

Een maatregel bedoeld om de schade van een misdrijf te herstellen.

18
Q

Terbeschikkingstelling (tbs)

A

Een maatregel die opgelegd wordt wanneer iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, maar niet (geheel) verantwoordelijk gehouden kan worden omdat hij psychisch in de war was.

19
Q

Jeugdstrafrecht

A

Het strafrecht voor jongeren van twaalf tot en met zeventien jaar.

20
Q

Adolescentenstrafrecht

A

Bij jongeren tussen de 16 en 23 jaar kiest de rechter of de verdachte wordt veroordeeld volgens het jeugdstrafrecht of volwassenenstrafrecht.