2.1. Wat is een rechtsstaat? Flashcards

1
Q

Rechtsnorm

A

Gedragsregel die door de overheid is vastgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Publiekrecht

A

Het rechtsgebied dat de relatie tussen burger en overheid regelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Strafrecht

A

Het rechtsgebied dat bepaalt welk gedrag strafbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Burgerlijk recht/privaatrecht

A

Dit rechtsgebied regelt de afspraken tussen burgers onderling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rechtspersonen

A

Partijen in het burgerlijk recht, zoals burgers, verenigingen, bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rechtvaardigheid

A

De opvattingen die mensen hebben over goed en kwaad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rechtsstaat

A

Een rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rechtshandhaving

A

De staat moet ervoor zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechtsbescherming

A

Wetten beschermen burgers tegen machtsmisbruik van de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geweldsmonopolie

A

De overheid mag als enige geweld gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Autoritaire staat

A

Een bestuursvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon (dictator), een familie, een kleine groep mensen, een partij of militairen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dictatuur

A

De meest vergaande vorm van een autoritaire staat, waarin inwoners vrijwel rechteloos zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly