2.3 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat gebeurt er bij een bevruchting

A

Bij de bevruchting smelten de kern van de eicel en de zaadcel samen.
Na het samensmelten ontstaat een bevruchte eicel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel chromosomen in een bevruchte eicel?

A

46 chromosomen.
Deze komen voor in paren, dus 23 chromosomenparen.

Ene helft is afkomstig van de moeder andere helft van de vader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noemen we een gewone celdeling

A

Mitose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel chromosomen heeft elke nieuwe cel

A

46

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel chromosomen na celdeling

A

46

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke cel heeft een bijzonder aantal chromosomen?

A

De geslachtscellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn geslachtscellen?

A

Zaadcellen en eicellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel chromosomen heeft een geslachtscel?

A

23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe komt het dat geslachtscellen maar 23 chromosomen hebben?

A

Ze ontstaan na een reductiedeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een ander woord voor reductiedeling?

A

meiose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent reductie

A

vermindering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Afbeeldingen 11 en 12 en 13 leren van hoofdstuk 2.3

A

afbeelding 11, 12 en 13 hoofdstuk 2.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly