2.5 bevruchting en embryonale ontwikkeling Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

wat bedoelen vrouwen als ze overtijd zijn

A

Als een eicel niet wordt bevrucht vindt gemiddeld elke 4 weken menstruatie plaats. Bij een bevruchting van een eicel blijft de menstruatie uit! en is de vrouw dus overtijd. Dit kan een teken zijn van een zwangerschap maar het uitblijven van ongesteld worden kan ook komen door spanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat als er een bevruchting plaats heeft gevonden wat gebeurt er dan met het gele lichaam.

A

Dan blijft het gele lichaam in stand. en wordt dus niet afgestoten. Het gele lichaam blijft dan voldoende hormonen produceren om het baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe lang kan een zaadcel in leven blijven in het lichaam van een vrouw?

A

Ongeveer 3 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe lang kan een eicel leven na ovulatie>

A

12 tot 24 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de vruchtbare periode?

A

de periode waarin de bevruchting kan plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat moet er aanwezig zijn voor een bevruchting

A

In de eileider moet aanwezig zijn een eicel en een levende zaadcel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er bij een bevruchting

A

Zaadcel dring de eicel binnen door met zijn kop door het celmembraam van de eicel heen te gaan. Als hij binnen is wordt de buitenste laag van de eicel afgesloten.
In de eileider smelten de kern van de eicel en de zaadcel samen. Dat is de bevruchting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met een bevruchte eicel?

A

De bevruchte eicel deelt zich meteen een aantal keren. Het klompje cellen dat zo ontstaat wordt door de eileider vervoerd naar de baarmoeder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

innesteling?

A

5-7 dagen na de ovulatie (eisprong) komt het klompje cellen aan in de baarmoeder en begint het innestelen. Het klompje nestelt zich in de het baarmoederslijmvlies. De vrouw is nu zwanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Embryo

A

Voordat het klompje cellen is uitgegroeid tot een baby noemen we het een embryo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom wordt een vrouw niet ongesteld tijdens de zwangerschap

A

Tijdens de zwangerschap produceren eerst het gele lichaam en later de placenta hormonen. Deze hormonen remmen de hypofyse , hierdoor rijpen er geen follikels meer, dus geen rijpe eicellen en geen ovulatie ( eisprong)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Afbeelding 19-20-21-22-23-24-25-26-27-28-29-30 van 2.5 leren

A

alle afbeeldingen van 2.5 leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Placenta

A

Is een speciaal deel van de baarmoederwand.
Het bestaat uit weefsel van het embryo en weefsel van de moeder.
In de placenta stroomt bloed van het embryo vlak langs het bloed van de moeder, zo worden stoffen uitgewisseld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bloed van de moeder, bloed van de embryo

A

Het bloed van de moeder stroomt niet door de embryo.

Het blijft gescheiden van het bloed van het embryo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gaat er van het bloed van de moeder naar het bloed van de embryo

A

Zuurstof en voedingsstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gaat er van het bloed van de embryo naar het bloed van de moeder

A

Koolstofdioxide en andere afvalstoffen.

17
Q

Welke stoffen kunnen door de wanden van de bloedvaten heen en zijn gevaarlijk voor de embryo

A

sommige geneesmiddelen, alcohol, nicotine en drugs.

18
Q

Wat is FASD

A

Foetal Alcohol Spectrum Disorder

Dat krijgt een baby als de moeder veel alcohol heeft gedronken tijdens de zwangerschap.

19
Q

Navelstreng

A

Het embryo is door de navelstreng verbonden met de placenta.

De navelstreng bestaat helemaal uit weefsel van het embryo.

20
Q

Wat lopen er door de navelstreng?

A

3 bloedvaten

21
Q

Welke bloedvaten lopen er door de navelstreng

A

2 navelstrengslagaders

1 navelstrengader

22
Q

Wat stroomt er door de 2 navelstrengslagaders

A

bloed van het embryo naar de placenta

23
Q

Wat stroomt door de navelstrenader

A

stroomt bloed van de placenta naar het embryo.

24
Q

Wat is vruchtwater

A

Het embryo drijft op het vruchtwater. Dit beschermt tegen uitdroging en stoten. Het zorgt voor een constante temperatuur in de baarmoeder.

25
Q

Wat liggen er om het vruchtwater>

A

2 vruchtvliezen

Deze bestaan uit weefsel van het embryo.

26
Q

Hoe wordt een embryo genoemd vanaf de 3e maand

A

foetus

27
Q

Wat gebeurt er bij een bevruchting van een eenling

A

Bij een normale zwangerschap wordt 1 eicel bevrucht door 1 zaadcel.

28
Q

Wat gebeurt er bij bevruchting twee-eiige-tweeling

A

Ontstaat uit twee eicellen. Dit kan alleen als er tijdens de ovulatie (eisprong) niet 1 maar 2 eicellen zijn vrijgekomen. Als deze beide eicellen worden bevrucht ontstaan er 2 klompjes cellen.